Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geloof,  bekering,  bevinding

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geloof, bekering, bevinding

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

HOOFDARTIKEL

Het is allemaal gekomen door het lezen van een boek, of liever gezegd, het lezen van dat boek heeft het weer wakker geroepen. Ik bedoel het boek dat ik onlangs gelezen en voor ons blad heb gerecenseerd, en dat het leven beschrijft van enkele bekende en ook minder bekende figuren die gedurende de laatste eeuw woonden in de Krimpenerwaard. Mensen die in hun dorp en soms in de wijde omgeving bekend stonden als „echte kinderen van God". In sommige gevallen hadden ze een wat losbandig leven geleid in hun jeugd. De één meer en de ander minder, maar meestal wilden ze niets weten van de Bijbel, en ze bekommerden zich niet over hun eeuwige bestemming. Maar op een gegeven moment werden ze „gearresteerd". Ze werden onrustig gemaakt, ze zouden het voortaan anders en beter gaan doen. Soms vielen ze weer terug in hun oude leven van vroeger. Dan weer werden ze ten prooi aan de wanhoop: voor zo'n groot zondaar zou wel geen zaligheid meer mogelijk zijn. En dan zochten ze, bevreesd en beschroomd, iemand van Gods volk op, of ze gingen met een bevend hart naar een gezelschap, waarvan ze wisten dat er mensen samenkwamen om te spreken over de weg die de Heere met Zijn volk gaat. Dan weer werden ze langdurig beproefd, of ze gingen twijfelen of hun werk wel waarheid was. En dan mochten ze weer roemen en juichen in de verlossing. En over dat alles schreven ze lange brieven of ze vertelden op het gezelschap wat de Heere aan hun ziel gedaan had. En zondags gingen ze soms wel, soms niet naar de kerk. Het hing ervan af of de plaatselijke predikant van de kansel af hun weg verklaarde. Was dat niet het geval, dan voedden ze zichzelf met het overjarig koren van een „oudvader", thuis of met anderen. En dat leverde dan weer nieuwe gespreksstof op.

Bekeerde mensen

Zo zou ik nog wel even kunnen doorgaan, maar ieder begrijpt wel welke mensen we op het oog hebben. In elk dorp, in elke streek zijn er wel enkelen geweest die kenbaar waren en respect genoten bij iedereen. Zelfs mensen die buitenkerkelijk waren, niet bij het Woord leefden, of het niet zo nauw namen, konden die mensen als het ware met de vinger aanwijzen: „Dat is een bekeerde man", of „Dat is een bekeerde vrouw".

Het komt natuurlijk niet in me óp, over deze mensen iets negatiefs naar voren te brengen. Hun weg was een beetje extra-ordinair, ze hielden er soms wat aparte opvattingen op na, maar hun geloof was authentiek. En het leven was toen nog niet zo gejaagd en gehaast als tegenwoordig, ze hadden tijd en maak- ten er tijd voor om elkaar te schrijven of bij elkaar op bezoek te gaan, om samen te kunnen spreken over het werk van de Heere.

In gemeenten die ik mocht dienen, werd nog vaak over zulke mensen gesproken. Die mensen hadden blijkbaar een spoor getrokken in hun familie, of in hun dorp. En er werd toch wel met enig heimwee teruggekeken op „die goeie ouwe tijd". En soms werd me pardoes de vraag gesteld: „Zulke echte bekeerde mensen, zijn die er nu niet meer? " Ik kan me niet herinneren dat ik een vraag van dat soort altijd eensluidend heb beantwoord. Het hing er maar vanaf wat voor motieven aan zo'n vraag ten grondslag lagen. Maar de mensen van vandaag noemden zichzelf vaak „gelovig".

Ging je daar dieper op in, dan bleken ze daarmee te bedoelen dat ze alles geloofden wat in de Bijbel staat, of dat ze er een christelijke levenshouding op nahielden. We zouden zeggen: het waren mensen met een „historisch" geloof. In eerste instantie kan daar geen kwaad woord over worden gezegd. Waren er vandaag maar meer mensen met een historisch geloof! Er zijn er genoeg, ook kerkgangers, die leven bij wat ze zelf vinden of waarbij ze een goed gevoel hebben! Niet wat de Heere zegt in Zijn Woord, maar wat voor hen aannemelijk is, is bepalend.

We weten echter ook, dat het „historisch" geloof onvoldoende is. Niet voor niets vermaant de apostel: „Onderzoekt uzelf, of gij in het geloof zijt". En dan bedoelt hij niet een hoofd vol kennis van de Schrift, maar een geloof waar we met heel ons hart bij betrokken zijn. Het geloof dat gewerkt wordt door de Heilige Geest en dat zich vastklampt aan het levende en eeuwig blijvende Woord van God. Het geloof dat - met vallen en opstaan - zegt: „Het is niet alleen voor anderen, maar ook voor mij..."

Een waar geloof

Geloof! Het is het enige middel om deel te krijgen aan het heil in Christus. Zonder geloof, zegt de Hebreeënbrief, is het onmogelijk God te behagen. Niet dat het geloof zelf iets verdienstelijks is - dat heeft de Reformatie ons wel geleerd! - maar het is wèl de hand van de bedelaar die uitgestoken wordt om Gods gave te ontvangen. Het is dan ook de dóórlopende boodschap van de Heilige Schrift: Gelooft het Evangelie! Gelooft in de Heere Jezus Christus. Gelooft Zijn heil-en troostrijk Woord.

Zit ik er nu vèr naast als ik beweer dat men in bovengenoemde kringen soms wat huiverig was voor het geloof? Op zichzelf is dat best te begrijpen. Echt geloof is niet te beredeneren, niet aan te praten, niet op te dringen. En steeds was er de twijfel aan de echtheid van het geloof. Zou het wel waar zijn? Heb ik me niet wat ingebeeld? Ben ik niet zelf begonnen? Ze zeggen tegenwoordig zo gemakkelijk: Geloof het maar... En daardoor was men enigszins „kopschuw" voor het geloof. Men was veel meer geïnteresseerd in de vraag: Ben ik wel bekeerd? Dat is in zekere zin terecht, want er is geen waar geloof zonder bekering. Maar het omgekeerde is ook waar: er is geen bekering zonder geloof. Die twee gaan altijd samen. Wanneer de Heilige Geest Zijn bekerend en vernieuwend werk doet, schenkt Hij ook meteen geloof. Klein in het begin en aangevochten. Maar toch geloof dat zich richt op de Heere. Hij maakt Zijn Woord waar en Hij doet wat Hij belooft. Geloof is - zegt Kohlbrugge vaak - God houden voor een eerlijk Man, Iemand Die meent wat Hij zegt.

Verleden tijd?

Terug naar de gezelschapsmensen met wie ik dit artikel begon. Moeten we over hen in de verleden tijd spreken? Ik bedoel: hebben de mensen gelijk als ze zeggen: „Die echte bekeerde mensen van vroeger, die zijn er nu niet meer"? Ik denk inderdaad dat het gezelschap in die vorm nauwelijks meer bestaat. Dat mensen niet meer op gezette tijden samenkomen om over de Heere en Zijn werk te spreken. Dat ook zulke lange brieven over geestelijke ervaringen, en in een bepaald soort taal, niet meer geschreven worden.

Dat heeft natuurlijk alles te maken met de tijd waarin we leven. Iedereen is tegenwoordig druk en gejaagd en we hebben altijd haast. Er blijft nauwelijks tijd over voor rustige bezinning, persoonlijk en met elkaar. Daar komt bij - en dat is ook een tijdsverschijnsel - dat we meer individualistisch zijn ingesteld. Er is, minder dan vroeger de behoefte om elkaar deelgenoot te maken van geestelijke problemen of om ons samen te verwonderen over wat God gedaan heeft. Daarmee spreek ik geen oordeel uit, zeker geen veroordeling, ik signaleer alleen het verschijnsel. Geestelijk leven blijkt toch op de één of andere manier verbonden met de tijd en met de omgeving.

Dat laat uiteraard onverlet dat de Heere ook in onze tijd werkt met Zijn Woord en Geest. Althans, ik weiger mee te zingen in het koor van hen die met een zekere nostalgie kijken naar de tijd van vroeger. Toen was er nog „het oude volk", maar vandaag is „Jacob dun geworden", en er is zo weinig merkbaar van het doorbrekend werk van de Heilige Geest...

Met de profeet zouden we dan moeten vragen: „Is dan de hand des Heeren verkort? " Heeft de Heere Jezus bij Zijn vertrek van deze aarde niet beloofd, nimmer van Zijn Kerk te wijken? Ik geloof wel degelijk dat Hij - ook al zijn de dagen boos - doorgaat met ouderen en jongeren toe te brengen tot Zijn Gemeente.

Gemeenschap

Nu is geloof en onze verhouding tot de Heere allereerst een strikt-persoonlijke zaak. We kunnen elkaar niet bekeren, we kunnen elkaar het geloof niet geven, we kunnen ook niet voor elkaar geloven. Maar echt geloof zal wel altijd contact zoeken. Het leven dat uit God is zal er behoefte aan hebben, met anderen van gedachten te wisselen, anderen te laten weten Wie de Heere voor hem of haar is. De apostel Petrus schrijft één van zijn brieven aan hen „die een even dierbaar geloof met ons verkregen hebben".

M'n gedachten gaan onwillekeurig (het is immers Adventstijd) naar het eerste hoofdstuk van het Lukas-evangelie. De engel Gabriel wordt door God gezonden naar Nazareth om aan Maria te boodschappen dat zij de moeder zal worden van Gods Zoon in ons menselijk vlees. Zodra Maria van de eerste schrik is bekomen antwoordt zij: „Zie, de dienstmaagd des Heeren. Mij geschiede naar Uw Woord". Mogen we dat een geloofsuitspraak noemen? Ook al verstaat zij het (nog) niet, ook al gaat dit haar begrip ver te boven, toch klampt zij zich vast aan het Woord dat van de Heere tot haar is gekomen.

Maar daarna onderneemt zij de verre reis door het gebergte van Judea, om haar nicht Elizabeth te bezoeken. De engel heeft trouwens die „tip" gegeven: „Zie, Elizabeth uw nicht, is ook zelf bevrucht met een zoon, in haar ouderdom". En daar, in het huis van de bejaarde priester Zacharias, verwonderen de jonge Maria en de veel oudere Elizabeth zich samen over het werk van de Heere. Maria zingt daar haar lofzang: „Mijn ziel maakt groot de Heere en mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker".

Daar, in Hebron, wordt de gemeenschap der heiligen beoefend. Maar centraal staat daarbij niet wat die twee vrouwen hebben meegemaakt, maar wat de Heere gedaan heeft en nog doen zal!

W. van Gorsel, Bergambacht

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 2006

Gereformeerd Weekblad | 40 Pagina's

Geloof,  bekering,  bevinding

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 2006

Gereformeerd Weekblad | 40 Pagina's