Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

REFORMIERTE SCHOLASTIK UND PATRISTI-SCHE THEOLOGIE,

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

REFORMIERTE SCHOLASTIK UND PATRISTI-SCHE THEOLOGIE,

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

E.P. Meijering, ie Bedeutung des Vaterbeweises in der Institutio Theologiae Elencticae T. Turrettins, Unter besonderer Berücksichtigung der Gotteslehre und Christologie, 507 S., ƒ 159, - , De Graaf Publishers, Nieuwkoop 1991.

De Leidse hoogleraar in de geschiedenis van de oude kerk heeft met het txjvengenoemde boek een substantiële studie op tafel gelegd. Zoals reeds eerder door hem gedaan is ten opzichte van Calvijn en Melanchthon heeft hij nu onderzoek verricht naar de oudchristelijke wortels van de gereformeerde scholastiek, toegespitst op F. Turrettini (1623-1687), die vanaf 1653 hoogleraar in Geneve is geweest en beschouwd kan worden als een van de gaafste en invloedrijkste vertegenwoordigers van de gereformeerde scholastiek. Hoewel Meijering zijn bronnenonderzoek vooral heeft gericht op de Godsleer en christologie van Turrettini's Institutio Theologiae (1688), komt het er in feite op neer, dat hij een diepteanalyse geeft van zijn hele theologie, waarbij vooral ook de Schriftleer en de hermeneutische omgang met de Schrift een grote plaats innemen. Het resultaat is dan ook, dat we een helder beeld krijgen niet alleen van wat de gereformeerde scholastiek inhoudelijk heeft geleerd, maar ook hoe zij daartoe gekomen is vanuit haar verstaan van de Schrift en haar putten uit de traditie.

Wat het laatste betreft, beperkt de schrijver zich niet alleen tot de kerkvaders uit de eerste eeuwen, maar gaat hij ook na, hoe groot de invloed van de niet-christelijke klassieken op Turrettini is geweest. Daarnaast komen ook de middeleeuwse scholastici ter sprake, met name Thomas van Aquino. Waardevol is ook, dat ruimschoots aandacht wordt gegeven aan Calvijn. Niet alleen wordt de vergelijking tussen Turrettini en Calvijn zelf gemaakt, maar ook tussen hoe Turrettini en Calvijn met de traditie van de kerk in de vroege tijd en de middeleeuwen zijn omgegaan. Een van de duidelijkste conclusies is, dat, terwijl Calvijn vele door de kerkvaders en de scholastiek gestelde vragen als nieuwsgierige vragen (speculatie) afwijst ('Calvin wieder die Neugierde'), Turrettini deze weer opneemt en serieus onderzoekt en tracht te beantwoorden. Meijering waardeert deze gang van zaken als een legitieme ontwikkeling binnen de geschiedenis van de reformatorische theologie, ook in het licht van Calvijn zelf. Calvijns reductie tot het 'sola Scriptura' kon slechts tijdelijk gelden, maar vroeg om een vernieuwde ontvouwing in ontmoeting en confrontatie met de eigen tijd. Turrettini kan dan ook worden beschouwd als een scholastiek-gereformeerd theoloog en niet als een gereformeerde scholasticus, al blijkt de invloed van Thomas op zijn theologie overheersend te zijn.

Een van de boeiende kanten van dit boek is, dat de schrijver aan het eind van zijn studie een uitvoerige evaluatie geeft, waarin hij komt tot een beoordeling van Turrettini, die hij zowel intern van binnenuit, als extern, vanuit andere en latere theologische posities, probeert te voltrekken. Waardevol daarbij vind ik de principiële positie van de auteur zelf, wanneer hij erop wijst, dat de theologie-historicus altijd vanuit zijn eigen a priori's bezig is, al doet hij dat met een objectief-wetenschappelijke intentie. Het is daarom legitiem en zelfs verhelderend om deze eigen positie te onderkennen en expliciet te verwerken. Dat doet Meijering dan ook en hij trekt dan parallellen met de negentiende-eeuwse liberale theologie van F.C. Baur en A. von Hamack maar ook met de twintigste-eeuwse theologie van K. Barth en P. Tillich als ook met de maatschappij-kritische theologen. Opmerkelijk is daarbij, dat de schrijver telkens verrassende overeenkomsten weet aan te geven, waarbij o.a. duidelijk wordt, dat het etiket van vóór-kritische theologie, dat aan de gereformeerde theologie van de zestiende en zeventiende eeuw wordt opgeplakt, maar zeer ten dele terecht is.

Ik moet zeggen, dat ik veel aan deze studie gehad heb. Zij zal het onderzoek blijvend mede bepalen. Het is wel een flink bedrag, dat ervoor neergeteld moet worden, maar het is bepaald geen weggegooid geld.

G.

C.G.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1992

Theologia Reformata | 347 Pagina's

REFORMIERTE SCHOLASTIK UND PATRISTI-SCHE THEOLOGIE,

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1992

Theologia Reformata | 347 Pagina's