Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GUIDO DE BRES EN DE NEDERLANDSE GELOOFSBELIJDENIS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GUIDO DE BRES EN DE NEDERLANDSE GELOOFSBELIJDENIS

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Ned. Geloofsbelijdenis is het oudste reformatorische symbool. (Symbool is een ander woord voor belijdenis en betekent eigenlijk: wachtwoord, herkenningsteken.) Zij werd opgesteld in 1561 door Guido de Brés. Haar latijnse naam is: Confessio Belgica.

Deze belijdenis werd in de nacht van 1 op 2 november 1561 over de muur van een kasteel te Doornik geworpen. Deze belijdenis (met nog enkele andere geschriften) was bestemd voor de commissarissen van Margaretha van Parma, die opdracht hadden om in Doornik de nieuwe leer te bestrijden. In deze belijdenis wordt de nieuwe leer uiteengezet, in 37 artikelen. Achter in je Bijbeltje kun je deze belijdenis des geloofs vinden. De opschriften boven de artikelen zijn niét van Guido de Brés. De oorspronkelijke titel boven het geheel luidde: „Der Nederlandse kerken ware christelijke belijdenis, inhoudende de hoofdsom van de leer van God (theologie) en der eeuwige zaligheid der zielen”.

De weg der zaligheid

Er zijn mensen die beweren dat de Heidelbergse Catechismus voorkeur verdient boven de Confessio Belgica, omdat de Ned. Geloofsbelijdenis maar „theorie" zou zijn. De Catechismus is tenminste bevindelijk. Daarin wordt de weg ter zaligheid duidelijk aangewezen, zeggen ze. Zoals uit de oorspronkelijke titel blijkt, gaat dit. niet op. Ook Guido de Brés wilde de weg ter zaligheid aanwijzen. Als je belijdenis gaat doen, dan is dit ook wel het minimum. De hoofdzaken van de theologie moet je echt wel weten. En vooral natuurlijk de weg ter zaligheid zoals Gods Woord die aanwijst. Enkele artikelen zijn bij sommige mensen bekend: art. 16 over de uitverkiezing, art. 27 over de kerk, art. 36 over het ambt der Overheid. Helaas moet gezegd worden dat de meeste kerkgangers nauwelijks van het bestaan der Ned. Geloofsbelijdenis afweten.

Calvinistisch

Om verschillende redenen is dit een echte Calvinistische belijdenis. Guido de Brés heeft deze belijdenis opgesteld aan de hand van de franse Geloofsbelijdenis, waarop Calvijn veel invloed heeft uitgeoefend.

De volgorde der artikelen is typisch Calvinistisch: de belijdenis opent met de leer over God. De hoofd-indeling is dan ook: art. 1 t/m 11 Over God. Art. 12 t/m 37 Over Gods werken. (Calvinistische leergeschriften beginnen doorgaans met een „theologie", een leer over God.)

Guido de Brés kan als een leerling van Calvijn beschouwd worden.

Guido de Brés

Guido de Brés was 37 jaar oud toen hij begon met het opstellen van deze belijdenis. Hij had toen al heel wat meegemaakt. Hij werd in 1522 te Bergen in Henegouwen geboren. Kennelijk was hij artistiek aangelegd. We vernemen tenminste dat hij opgeleid werd tot glasschilder. God had echter heel wat anders met hem voor. „Door de gestadige lezing der Heilige Schrift" kwam hij tot bekering. (Een aanbeveling dacht ik, om elke dag op een rustig moment een gedeelte uit Gods Woord biddend te lezen en te onderzoeken.) Overigens is dat „gestadige lezen der Heilige Schrift" vrij laat begonnen. Pas op zijn 18e jaar krijgt Guido de Brés een Bijbel in handen. Langzamerhand rijpt dan het inzicht dat de Roomse kerk dwaalt. Op zijn 25e jaar kiest hij de kant van de Hervorming. Al gauw bemerkt hij de gevolgen. Bij een vervolgingmoet hij vluchten naar Engeland. Daar maakt hij kennis met enkele voormannen in de Reformatie: met Bucer, Joh. a Lasco, Petrus Datheen e.a.

Na enkele jaren keert hij terug naar zijn vaderland. Hij geeft het beroep van glasschilder op en wordt rondtrekkend Evangeliedienaar. Hij predikt vooral in de omgeving van Bergen, Valenciënnes en Rijssel. Ook met de pen voert hij de geestelijke strijd: in „De staf des geloofs" verdedigt hij de leer der Reformatie tegen de roomse aantijgingen. Uit dit werk blijkt zijn enorme belezenheid. Vooral op het gebied van de „patres" (= kerkvaders). Zijn grote kennis van de kerkgeschiedenis vind je terug in art. 9 (een heel rijtje ketters), art. 12 (Sadduceën en Manicheën) art. 13 Epicureën, art, 15 Pelagianen enz. enz. Tijdens een van de vele vervolgingen in deze woelige periode in zijn leven, brengt hij een tijd in het buitenland door o.a. bij Johannes Calvijn. Hij krijgt dan een tijdje les van Calvijn en Beza. In verband met de vrij grote invloed die ook Beza op de Heidelberger Catechismus heeft uitgeoefend, is ook deze tweede man van belang.

Gevangen

De Evangelieverkondiging wordt echter steeds gevaarlijker voor De Brés. Eens weet hij ternauwernood te ontsnappen uit de hand van de vijand. Dat is in Doornik. Dan valt hij in handen van de vijand. In Valenciënnes wordt hij achter slot en grendel gezet. Vanuit de gevangenis schrijft hij ontroerende brieven vooral naar zijn vrouw:

„Ik bid u met alle aandrang om u niet buiten de maat te ontroeren uit vrees OM GOD TE BELEDIGEN, Gij hebt immers wel geweten, dat toen ge met mij getrouwd zijt, gij een sterfelijke echtgenoot genomen hebt, die elk moment onzeker van zijn leven was. En toch heeft het de GOEDE GOD behaagd ons samen ongeveer de tijd van zeven jaar te laten en ons vijf kinderen te geven. Zo de Heere gewild had ons langer te laten leven, Hij had daarvoor wel de middelen. Maar het behaagt Hem niet; waarom Zijn Welbehagen geschiede en U ZIJ DIT ALS REDEN AFDOENDE... Toen ik gevangen werd, zei ik tot mezelf: we hebben er verkeerd aan gedaan door in zo'n groot gezelschap te reizen totdat ik mijn geest hoger richtte om de VOOR-ZIENIGHEID GODS te overdenken. En ik begon toen te zeggen: Mijn God, gij hebt mij doen geboren worden op de tijd en het uur, dat Gij had beschikt en gedurende de ganse tijd van mijn leven, hebt Gij mij bewaard en behoed in treffende gevaren en uit alle bevrijd. En indien heden mijn uur gekomen is om uit dit leven tot U te gaan, UW GOEDE WIL GESCHIEDE! Uw hand kan ik niet ontvluchten. En wanneer ik dit kon, ik zou het niet willen! Daar al mijn geluk in gelijkvormigheid aan Uw wil bestaat. Al deze overwegingen hebben mijn hart zeer VROLIJK EN OPGE-RUIMD gemaakt en zij doen dit nog. En ik bid u, lieve trouwe gezellin, om u met mij te VERHEUGEN en die GOEDE GOD te danken! Voor wat Hij gedaan heeft Troost u in de Heere in uw beproevingen en geef u en uw zaken in Zijn Hand.

Hij is de Echtgenoot van gelovige weduwen en de Vader van arme wezen. Hij zal u nooit verlaten...... ”

Midden in de nacht wordt hem aangezegd, dat hij zich op de dood moet voorbereiden! Die laatste uren troost en vermaant hij zijn medegevangenen nog. Dan verlaat hij hen met een van blijdschap stralend gezicht: „Het komt mij voor, dat mijn ziel vleugels heeft om naar de hemel op te varen, want ik ben heden genodigd ter bruiloft van mijn Heere, de Zoon van God!”

Hij beklimt de ladder naar de galg. De strop wordt om zijn hals gelegd. Hij vermaant het volk nog om de Overheid gehoorzaam te blijven en om in de leer door hem gepredikt te volharden! Dan trekt de beul de ladder onder hem weg Een lief kind van God sterft Het is 31 mei 1567. Guido de Brés is heengegaan.

Door de kerk aanvaard

Echter de gedachtenis des rechtvaardigen zal tot zegening zijn! Spr. 10 : 7. De belijdenis van Guido de Brés werd niet vergeten. Al gauw werd zijn confessie kerkelijk aanvaard. Spoedig wordt het gewoonte dat ambtsdragers bij wijze van instemming met de chr. leer deze belijdenis ondertekenen. Op de Dordtse Synode van 1618 - 1619, is de authentieke (= echte, originele, onvervalste) tekst van dit symbool vastgesteld. En tot op de dag van vandaag is deze belijdenis van betekenis voor tal van kerken in ons land. Bestudeerd deze belijdenis. Zij is het tenvolle waard. Ze is opgesteld in onderwerping aan Gods Woord en ongetwijfeld in de Vreze des Heeren. En je zult het ervaren, dat ook in dit opzicht deze gedachtenis des rechtvaardigen tot zegening is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1976

Daniel | 22 Pagina's

GUIDO DE BRES EN DE NEDERLANDSE GELOOFSBELIJDENIS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1976

Daniel | 22 Pagina's