Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods genade verheerlijkt in zondaren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods genade verheerlijkt in zondaren

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

"En Hij heeft u, die eertijds vervreemd waart, en vijanden door het verstand in de boze werken, nu ook verzoend, in het lichaam Zijns vleses door de dood, opdat Hij u zou heilig en onberispelijk en onbeschuldiglijk voor Zich stellen ". Kol. 1 : 21-22.

Paulus zegt de gelovigen in Kolosse wat zij waren, wat zij zijn en wat zij zullen worden. Wat zij waren? Zij waren eertijds vervreemd. Vervreemden is los van iemand raken aan wie wij eerst nauw waren verbonden en die wij goed kenden.
Zulk een vervreemding kan plaats vinden in het huwelijk. Dan leven man en vrouw langs elkaar heen en gaan uiteindelijk uit elkaar. Zo kunnen ook kinderen van hun ouders vervreemden en omgekeerd. In onze tekst gaat het over een van God vervreemd zijn. U kent die vervreemdingsgeschiedenis wel. Eens waren wij met tere liefdebanden aan God verbonden.
Geschapen naar Gods beeld kenden wij God en hadden Hem hartelijk lief. Doch de mens heeft zich van God afgekeerd. Hij nam afscheid van God en leeft nu zonder God in de wereld.
Wij zijn van Hem vervreemd. Wij kennen Hem niet meer. Dat geldt alle mensen, ook de meest rechtzinnige kerkganger. Wij mogen veel van God weten krachtens onze opvoeding onder het Woord, maar uiteindelijk is Hij toch voor ons een Vreemde, een Onbekende! En dat dit zo is. dat blijkt wel uit het feit, dat wij Hem niet zoeken en naar Hem niet verlangen. Wij zijn van Hem vervreemd. En die vervreemding gaat gepaard met vijandschap, zegt onze tekst!
Wij zijn God gaan haten en dat blijkt uit ons denken en uit ons doen. Wij zijn vijanden door het verstand in de boze werken. Ja, ons verstand is verduisterd. Wij hebben harde, verkeerde gedachten van God. Het bedenken des vleses is vijandschap tegen God. Ons hart is een vuile bron van allerlei wanbedrijven. Alles moge er niet uitkomen, maar wat er uit komt is al erg genoeg en wat er niet uit komt, zit er toch wel in! Neen, wij hebben geen verstand meer van God en Goddelijke zaken, maar wij hebben wel verstand van tegen God te zondigen. Zo was het eertijds met de Kolossensen.
Paulus zegt het ze eerlijk en onomwonden.
Maar zo is het met ons allen van nature. Zelfs Paulus, die naar de rechtvaardigheid uit de wet, onberispelijk was, moest getuigen: Ook wij waren eertijds ongehoorzaam, hatelijk zijnde en elkander hatende. En dat dit zo is, dat komt wel openbaar, als de Heere met ons in tegenheden handelt.
Welke bittere gedachten vervullen dan ons hart. Wat durven wij dan harde dingen te zeggen. Ja, wij wagen het zelfs onze vuisten te ballen! Hoe vreselijk is toch onze staat. Hoe zal dat met ons aflopen, als wij gaan sterven?
Moesten wij niet gaan bedenken wat tot onze vrede dient? Ja maar, wil God dan van genade weten? Ja, dat is nu het wonder van het Evangelie. Hij wil vijanden met Zich verzoenen en Hij wil goddelozen rechtvaardigen! Hoort het maar: En Hij heeft u, die eertijds vervreemd waart en vijanden door het verstand in de boze werken, nu ook verzoend! Hij heeft óók u, zélfs u verzoend, zo zegt Paulus. Dat is nogal wat, want verzoend, dat wil zeggen: De afstand is overbrugd, de vervreemding is opgeheven, de vijandschap is verdwenen. Er is vriendschap gesloten.
Kortom, het is met God weer goed geworden.
Het is weer, zoals het vroeger was! Zijn die mensen dan tot God teruggekeerd en hebben zij Hem gevraagd of het weer goed kon worden? Neen, het is niet van de mens uitgegaan.
Als het van de mens had moeten komen, was er van verzoening geen sprake geweest, zo onverzoenlijk zijn wij, zo vervreemd en vijandig! Doch Gód wilde van verzoening weten.
Hij had gedachten des vredes. Het initiatief is van Hem uitgegaan! Niet dat Hij de mens nodig had, want Hij is de Volzalige in Zichzelf en Hij kan ook niet gediend worden van mensenhanden als iets behoevende. Toch had Hij er een welbehagen i n . om zondaren met Zich te verzoenen! En dat was het welbehagen van een drieënig God. Van de Vader, Die vroeg: Hoe zal Ik ze zetten onder de kinderen? Van de Zoon, Die sprak: Ik kom, Ik heb lust om Uw welbehagen te doen! Van de Heilige Geest, Die op Zich nam, het heil door Christus verworven, toe te passen aan de kinderen des welbehagens. Onuitsprekelijk wonder: God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenend!
Daarom heeft de Vader Zijn Zoon gezonden.
Daarom is het Kerstfeest geworden! Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe! Paulus zegt, dat ze verzoend zijn in het lichaam Zijns vleses. Het Woord is immers vlees geworden. Ja, Christus werd waarachtig Mens, ons in alles gelijk, uitgenomen de zonde!
En dat is van het grootste belang, want daar rust heel de verzoening op. Anders hadden Hem immers de zonden niet toegerekend kunnen worden. En dat was nodig, want Hij moest ze in Zijn lichaam wegdragen op het hout. Na Kerstfeest is het Goede Vrijdag geworden!
Toen vond verzoening plaats, want toen sprak Christus: Het is volbracht! En dat God verzoend was, dat bleek op Paasmorgen, want toen werd het graf geopend en werd Christus opgewekt. Paulus vat dit alles samen in de woorden: door de dood.
God is verzoend door de dood Zijns Zoons en Hij verzoent door de dood Zijn Zoons mensen met Hem. Hoe dan? Door Woord en Geest!
Laten wij toch nooit vergeten, dat de Heilige Geest niet los van het Woord werkt, want anders komen wij in Doperse wateren terecht. In Kolosse werd het woord der verzoening gepredikt en de Heilige Geest kwam er in mee, zodat het werd gehoord en geloofd!
Dat woord der verzoening wordt ook óns gepredikt. Wij bidden u immers van Christuswege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christuswege: Laat u met God verzoenen! Dat wij dat woord ter harte namen! Wat er dan gebeurt? Dan komen wij er achter, dat wij van God vervreemd zijn, ja dat wij vijanden van God zijn door het verstand in de boze werken.
Dan vinden wij benauwdheid en droefenis.
Dan gaan wij brullen van bittere zielesmart, omdat wij het gewaagd hebben tegen dat lieve Wezen te zondigen! Dan wordt de vraag gesteld: Hoe kom ik weer met God verzoend?
Van onze kant is dat geheel onmogelijk. Dus blijft er niet anders over dan dat God ons verdoemen zal, want vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der Wet om dat te doen! Dan gaan wij onze helwaarde beleven en krijgen ons voor God over. Maar daar wordt ons dat welbehagen Gods geopenbaard. Daar wordt het oog geopend, voor die Fontein, Die geopend is tegen de zonde van het huis van David en voor de inwoners van Jeruzalem. Wat wordt dan dat welbehagen bewonderd en de ruimte die er in Jezus is tot zaligheid. O, dat wonder, dat Hij het is, Die ons Zijn vriendschap biedt!
Zo brengt de Heilige Geest bij Christus, opent het oog voor Christus en bedient uit de volheid van Christus, zodat ontvangen wordt genade voor genade. En welgelukzalig zijn zij, die zich door Christus met God verzoend mogen weten. Zij smaken een vrede met God, die alle verstand te boven gaat! Maar waarom wilde God nu vijanden met Zich verzoenen door de dood Zijns Zoons?
Onze tekst zegt: Opdat Hij u zou heilig en onberispelijk en onbeschuldiglijk voor Zich stellen.
Dat zijn drie wonderlijke woorden. Heilig, dat wil zeggen: Apart gezet om voor God te leven en Zijn lof te vertellen.
Onberispelijk, dat wil zeggen: Zonder enig gebrek en tekort.
Onbeschuldiglijk, dat wil zeggen: Zonder zonde en overtreding.
En neem nu eens die drie woorden bij elkaar!
Wat een rijkdom! Ja maar, dat geldt toch zeker niet dit leven? Dat zal wel slaan op na dit leven! Toch mogen wij hier geen scheiding aanbrengen. want wie besprengd mag zijn met het bloed van Christus, die staat hier al heilig en onberispelijk en onbeschuldiglijk voor God.
Als de volkomen genoegdoening, gerechtigheid en heiligheid van Christus wordt toegerekend, ziet God geen zonde in Zijn Jacob en geen overtreding in Zijn Israël. Dan staan wij voor God als hadden wij geen zonde gekend of gedaan en als hadden wij zelf alle gehoorzaamheid volbracht, die Christus voor ons volbracht heeft! O, zeker, in onszelf blijven wij verwerpelijk en verdoemelijk, zondig en onrein. Ja wat brengen wij het er slecht af. Hoedanigen behoorden wij te zijn! En toch, als satan wijst op ons onrein kleed en ons vuile hart, wordt elke beschuldiging afgewezen, met de woorden: De Heere schelde u, die Jeruzalem verkiest! Is deze niet een vuurbrand uit het vuur gerukt? Ja, om de Borggcrechtigheid van Christus vergeeft God alle /onden, ook de zondige aard en stelt heilig, onberispelijk en onbeschuldiglijk voor Hem. Dan mag Paulus uitroepen: Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods? God is het Die rechtvaardig maakt, wie is het die verdoemt?
Christus is het Die gestorven is, ja wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook ter Rechterhand Gods is, Die ook voor ons bidt! Doch niet alleen voorwerpelijk, ook onderwerpelijk worden Gods kinderen geheiligd. Door de kracht des Heiligen Geestes leren ze de heiligmaking najagen zonder welke niemand God zien zal.
Ze worden aller zonde vijand en krijgen lust tot alle gerechtigheid. Zeker, de allerheiligste heeft er nog maar een klein beginsel van, maar toch is er het beginsel! Maar straks zal wat ten dele is teniet gedaan worden. Dan zal het volmaakte komen. En daar wijst onze tekst vooral naar. Straks zal Christus de door Hem gekochte en verloste gemeente Zijn Vader voorstellen als een reine maagd zonder vlek of rimpel. Dan zullen ze met lange witte klederen bekleed eeuwig God dienen in Zijn tempel.
Dan zullen ze eeuwig met hun schoonheid pralen en Hem eeuwig danken. Die hen bekwaam gemaakt heeft om deel te hebben aan de erve der heiligen in het licht! Dan zal de vervreemding volmaakt zijn opgeheven. Dan zal alles weer zeer goed zijn, zoals het eens was! Ja, dan zullen ze heilig, onberispelijk voor Zijn troon staan om Hem Die op de troon zit en het Lam eeuwig te loven en te prijzen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 september 1986

De Saambinder | 8 Pagina's

Gods genade verheerlijkt in zondaren

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 september 1986

De Saambinder | 8 Pagina's