Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jeruzalem, een lastige steen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jeruzalem, een lastige steen?

Gedachten over Jeruzalem

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er zijn op deze wereld geen steden aan te wijzen met zo'n lange, rijke en ook veelbewogen geschiedenis, als de stad Jeruzalem. Er is ook geen stad ter wereld, die zo dikwijls in de Bijbel genoemd wordt, als deze stad. Tot op de dag van vandaag maken miljoenen mensen over heel de wereld zich druk over haar. Joden en islamieten trachten om strijd Jeruzalem te claimen als hun heilige stad. Het joodse volk heeft in het drieduizendjarige bestaan van Jeruzalem een gelegenheid gevonden om zijn rechten als de oudste te bestempelen en naar aanleiding van de festiviteiten verschijnen er wereldwijd artikelen over de stad, die de gemoederen zo in beweging houdt. Moeten wij, christenen, ook meedoen aan de soms tot strijd oplaaiende twisten en Jeruzalem zien als een toekomstig centrum voor Gods Kerk op aarde?

Niemand kan ontkennen dat Jeruzalem in de Bijbel een bijzondere plaats is, een uitverkoren stad, waar Cod op een bijzondere wijze tegenwoordig wilde zijn bij Zijn volk. Voor het eerst lezen wij van haar in Genesis 14, als Melchizedek Abraham tegemoet komt met brood en wijn en hem zegent. Deze Melchizedek is koning te Salem en ook priester van de allerhoogste God. Hij is zelfs een bijzonder type van Christus, Die een priester heet 'naar de ordening van Melchizedek'.

Davids stad

Later lezen we over de stad Salem als over [ebus. De jebusieten wonen er en blijven er zelfs wonen na de verovering van het Beloofde Land. De Benjaminieten verdrijven hen niet (Richteren 1:21), ook al heeft de stam van Juda er een overwinning behaald (Richteren 1:8).

Eerst in de tijd van David, nu drieduizend jaar geleden, wordt Jeruzalem de hoofdstad van Israël. Na een regering van zeven jaren en zes maanden te Hebron, trekt David op tegen Jeruzalem om te strijden tegen de Jebusieten. Hij wordt er beschimpt, want ze zeggen: ij zult hier niet inkomen, maar de blinden en kreupelen zullen u afdrijven; dat is te zeggen: avid zal hier niet inkomen (2 Samuël 5:6). De stad schijnt niet in te nemen, maar David belooft de man, die als eerste in de stad komt, overste in het leger te maken. Joab behaalt deze overwinning en wordt legeraanvoerder. De burg Sion heet voortaan Davids stad. Deze burg ligt op een lage heuvel, in de nabijheid waarvan later de tempel wordt gebouwd. De stad Jeruzalem zal zich uitbreiden naar het noorden en naar het westen, op verschillende andere heuvels in de naaste omgeving. Deze berg Sion droeg in vroeger tijd de naam Moria (vgl. Genesis 22:2 en 2 Kronieken 3:1). Hier moest Abraham Izak offeren. Dit is een gebeurtenis, die ook bij de islamieten van grote waarde wordt geacht. In hun Koran staat een soera over een hemelvaart van Mohammed. Hij

zou op miraculeuze wijze overgebracht zijn van de Heilige Moskee te' Mekka, de Ka'aba, naar de Verre Moskee te jeruzalem, om van daar op zijn legendarische gevleugelde paard Al-Burag een reis naar de hemel te maken, juist vanaf deze berg.

Een probleem was wel, dat er in jeruzalem op die plaats nog geen moskee stond. Eerst omstreeks het jaar 700 is hier de kerk van Maria verbouwd en uitgebreid tot de zogenaamde Al-Aksa moskee. Omstreeks diezelfde tijd werd op de plaats waar de tempel gestaan heeft en op de veronderstelde plaats van Mohammeds hemelvaart de Koepel van de Rots (ten onrechte Omarmoskee genoemd), met haar glanzende, gouden koepel, gebouwd.

De islam heeft jeruzalem hierom verklaard een heilige stad voor haar godsdienst te zijn. Het begon evenwel bij... een legende! Eerst daarna bouwde men een moskee. Als men zo godsdienst wil maken, moet ieder toch wel aanvoelen, dat dit God niet behaagt. Maar de claim die de islam hierdoor op Jeruzalem legt, heeft al voor veel bloedvergieten aanleiding gegeven!

Een uitverkoren stad

God Zelf heeft Jeruzalem aangewezen als een door Hem uitverkoren stad om Zich aan Zijn volk te openbaren in de weg van vergeving en verzoening. Al tegen Mozes heeft God gezegd: an zal er een plaats zijn, die de HEERE, U W God, verkiezen zal, om Zijn Naam aldaar te doen wonen; daarheen zult gij brengen alles, wat ik u gebiede: w brandofferen, en uw slachtofferen, uw tienden en het hefoffer uwer hand, en alle keur uwer geloften, die gij den HEERE beloven zult (Deuteronomium 12:11), Eerst toen David de stad veroverd had, kon de ark, als de troon van God, een plaats krijgen in jeruzalem. De exacte plaats heeft David aangewezen, toen de engel des Heeren zijn zwaard introk, na het slaan van Jeruzalem. Deze engel stond toen bij de dorsvloer van Oman, de Jebusiet. Toch mocht niet David, maar zijn zoon Salomo, de tempel voor de HEERE bouwen. Niet op Davids bevel, maar op Gods bevel, waarom we lezen: n hij bouwde altaren in het huis des HEEREN, waarvan de HEERE gezegd had: e Jeruzalem zal Ik Mijn Naam zetten (2 Koningen 21:4).

Eigenlijk heeft dus niet David de plaats voor de tempel bepaald, maar God Zelf. Daarom kan er in Psalm 1 32 staan: ant de HEERE heeft Sion verkoren, Hij heeft het begeerd tot Zijn woonplaats, zeggende: it is Mijn rust tot in eeuwigheid, hier zal Ik wonen, want Ik heb ze begeerd (Psalm 132:13, 14; zie ook Psalm 68:1 7). Het is Gods welbehagen, Zijn verkiezende liefde, die hierin zichtbaar wordt gemaakt. Die wordt niet zichtbaar gemaakt buiten het zoenoffer, dat op het brandofferaltaar in de voorhof van tabernakel en tempel werd gebracht. En dat is een boodschap voor ons. Niemand kan Gods verkiezende liefde leren kennen buiten Christus. Veel mensen tobben erover of ze toch wel uitverkoren zijn. God zal het ze niet openbaren, zo lang ze niet in waarheid tot Christus gekomen zijn.

Een schaduwrijke stad

De tempel en al wat daarbij behoorde, had een diepe betekenis. Het waren schaduwen van Gods genade in Christus. God maakte daarin Zijn bijzondere barmhartigheid zichtbaar en deed de gelovige Israëliet er iets van proeven. Gods verzoenende liefde in Christus, dus Zijn tegenwoordigheid, kon men alleen wezenlijk bij het brandofferaltaar ervaren. Dat was de plaats voor een

Godsontmoeting. Daar wilde de Heere het gebed verhoren om het offer. Salomo bad hier: at Uw ogen open zijn, nacht en dag, over dit huis, over deze plaats, van dewelke Gij gezegd hebt: ijn Naam zal daar zijn; om te horen naar het gebed, hetwelk Uw knecht bidden zal in deze plaats (1 Koningen 8:29).

De openbaring van Gods heil was aan één plaats gebonden. Het zag op de enige weg der verzoening in Christus. Niet op eigenwillige wijze, en in eigen uitgedachte wegen kan een zondaar tot God komen of voor Hem bestaan. Zijn wij daar ook van doordrongen? Alleen door een offer, door hèt Offer, kan een zondaar tot God komen.

Onder de naam Sion wordt de bron van het heil aangewezen. Vandaar het spreken over Gods zegen uit Sion. Jeruzalem staat dan voor het volk Gods dat Gods tegenwoordigheid begeerten ervaren mag.

Zo is het te begrijpen dat de woorden Sion en Jeruzalem ook overdrachtelijk gebruikt worden voor Gods kinderen, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament. Zo mag Hizkia tegen Rabsaké zeggen (2 Koningen 19:21): e jonkvrouw, de dochter van Sion, veracht u, zij

bespot u, de dochter van jeruzalem schudt het hoofd achter u. En in het Hooglied heet Gods Kerk: e dochteren van Jeruzalem. Het gaat om Gods Kerk, die ook in de nieuwtestamentische tijd Zijn tegenwoordigheid nodig heeften mag ervaren. Het oude Jeruzalem was er een schaduw van (Psalm 125:2): ondom jeruzalem zijn bergen; alzo is de HEERE rondom Zijn volk, van nu aan tot in der eeuwigheid. In het Nieuwe Testament is er de vervulling in Christus.

Het is niet mogelijk in het korte bestek van dit artikel verder in te gaan op de bewogen geschiedenis van de stad Jeruzalem na de verwoesting en de wegvoering van het volk. Nog waren de beloften niet vervuld en was Christus niet gekomen. Daarom moesten de schaduwen hersteld, de tempel hersteld. Tientallen profetieën spreken daarover. Dikwijls wordt al te gemakkelijk vergeten, dat het schaduwkarakter van Jeruzalem de profeten gelegenheid geeft om de beloften van God voor de oude en de nieuwe bedeling samen te vatten. Ze profeteren van de wederopbouw van het verwoeste Sion, maar dit betekent niet dat zij geen weet hebben van een heerlijker herbouw van Jeruzalem dan in de dagen van Nehemia. Denk alleen maar aan Ezechiëls gezicht van de nieuwe tempel!

Een nieuw Jeruzalem

Om te weten wat de stad Jeruzalem voor de nieuwtestamentische kerk en dus voor ons betekent, moeten we allereerst luisteren naar de Heere Jezus. Hij zegt tegen de Samaritaanse vrouw: rouw, geloof Mij, de ure komt, wanneer gijlieden, noch op dezen berg, noch te jeruzalem, den Vader zult aanbidden. Maar de ure komt en is nu, wanneer de ware aanbidders den Vader aanbidden zullen in geesten waarheid(Johannes4:21, 23). De Heere Jezus wijst er op, dat in de nieuwe bedeling Gods tegenwoordigheid overal ter wereld ervaren zal worden door Zijn tegenwoordigheid bij Zijn ware gelovigen. We behoeven niet naar Jeruzalem om daar te aanbidden! De tempel behoeft nu niet meer herbouwd te worden, de dienst der offeranden niet hersteld. Het voorhangsel is gescheurd! Het zou een grove miskenning zijn van het enige Offer van de Heere Jezus Christus de schaduwen te willen herstellen! Dat zien we helaas nu zo dikwijls.

De Heere Jezus heeft tegen de Joden in Zijn dagen gezegd (Mattheüs 21:43): et Koninkrijk Gods zal van u weggenomen worden, en een volk gegeven, dat zijn vruchten voortbrengt. Van het aardse Jeruzalem zei Hij: iet, uw huis wordt u woest gelaten (Mattheüs 23:38).

Hebben dan Gods beloften voor Jeruzalem een einde? Dat leek ook zo voor het huis van David. Beloofd was een eeuwig koningschap op zijn troon en toch scheen het met Zedekia ten onder te gaan. In Christus zijn evenwel Gods beloften aan David vervuld. Zo ook de beloften over Jeruzalem. Dat de Heere Jezus niet in Jeruzalem geboren is, dat Hij Zijn offer bracht buiten de stad, op Golgotha, zijn heenwijzingen. Zijn Kerk is het nieuwe Jeruzalem, waarvan de apostel schrijft (Hebreën 12:22, 23): aar gij zijt gekomen tot den berg Sion, en de stad des levenden Gods, tot het hemelse jeruzalem, en de vele duizenden der engelen; tot de algemene vergadering en de Gemeente der eerstgeborenen, die in de hemelen opgeschreven zijn... Er is een verandering der beweeglijke dingen en de Kerk verkrijgt nu een onbeweeglijk Koninkrijk (vers 27 en 28). Dat is het Jeruzalem, waar Johannes van schrijft (Openbaring 21:2): n ik, johannes, zag de heilige stad, het nieuwe jeruzalem, nederdalende van God uit den hemel, toebereid als een bruid, die voor haar man versierd is.

Het aardse Jeruzalem heeft geen andere plaats dan dat het een herinnering is aan de oude bedeling van Gods genadeverbond. Daarvan geldt: ant wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende (Hebreën 13:14). Wie Christus niet kent, dreigt daarop terug te vallen (zie vers 10-13). Wie Hem wel leerde kennen zal begeren Hem bekend te maken, naar Zijn bevel, opdat in Zijn Naam gepredikt worden bekering en vergeving der zonden, onder alle volken, beginnende van jeruzalem (Lukas 24:47).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1995

Daniel | 40 Pagina's

Jeruzalem, een lastige steen?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1995

Daniel | 40 Pagina's