Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buiten onze grenzen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buiten onze grenzen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

ONRUST OP DE BALKAN

Joegoslavië verkeert al weer enige tijd in een politieke crisis. Een crisis die zelfs het voortbestaan van deze republiek op de Balkan bedreigt. De tegenstelling loopt in feite over de vraag of het land een sterk centraal gezag moet behouden, dan wel een losse confederatie van vrij zelfstandige deelstaten moet worden. Op de achtergrond van dit verschil van inzicht speelt mee het al dan niet vasthouden aan de communistische ideologie. Van deze laatste zienswijze is vooral Servië de belangrijkste vertegenwoordiger, terwijl de repubUeken Kroatië en Slovenië voor een democratische koers kiezen.

Daarnaast spelen aloude etnische tegenstellingen een rol, waarbij we o.a. denken aan het optreden van Servië tegen de autonome provincies Vojvodina en Kosovo.

Ondertussen is het staatspresidium er niet in geslaagd om naar de regels van de grondwet de Kroaat Mesic tot president te kiezen. Tot twee keer toe staakten de stemmen, waarna Mesic tegenover journalisten opmerkte zich zelf desondanks als wettig president van Joegoslavië te beschouwen. De Joegoslavische legerleiding probeerde via een tussenoplossing de tegenstellingen te overbruggen, maar koos daarbij in feite voor het Servische scenario.

Het lijkt er echter op dat de weg van overleg voor wat betreft Joegoslavië geen mogelijkheden meer biedt. Zo heeft de bevolking van Kroatië zich bij een referendum met 94 procent uitgesproken voor onafhankelijkheid van hun repubhek.

De Amerikaanse regering heeft op de politieke crisis in Joegoslavië gereageerd met een stopzetting van alle hulp. De woordvoerster van het ministerie van buitenlandse zaken merkte daarbij op: „De problemen van Joegoslavië zijn gelegen in het gedrag van de Servische republiek, die zich schuldig maakt aan ernstige onderdrukking in Kosovo, geen werkelijk vrije en eerlijke verkiezingen heeft gehouden en nu destabilise­ rend optreedt in de kwestie van het Joegoslavische presidentschap."

INGEWIKKELDE STAATSINRICHTING

Het na de Tweede Wereldoorlog onder leiding van Tito gevormde Joegoslavië is een federatie van zes republieken en twee autonome provincies. Alle republieken hebben hun eigen staatshoofd, parlement, regering en partijen. Als staatshoofd van de federatie fungeert een zogenaamde presidentiële raad, die uit acht leden bestaat. Voor elke deelrepubliek en autonome provincie één lid. Het voorzitterschap hiervan, wat dus in feite de federale president oplevert, wisselt volgens de wet per jaar. De presidentiële raad is wettelijk het hoofd van de strijdkrachten en bevoegd in bepaalde situaties de noodtoestand af te kondigen. Verder is de raad verantwoordelijk voor de buitenlandse politiek en voor de defensie. De grondwet schrijft voor dat er minimaal vijf leden aanwezig moeten zijn om beslissingen te kunnen nemen. De beslissingen worden genomen bij „gewone meerderheid". De federale regering tenslotte ziet haar macht beperkt door de grote zelfstandigheid van de republieken en is vooral verantwoordelijk voor het economisch beleid.

Toen deze staatsinrichting nog werkte, zoals in de jaren van Tito, leek ze een „wonder van evenwicht" in een land met enorme historische en etnische tegenstellingen. Met het wegvallen van de nationale figuur van Tito en met het in verschillende republieken ter discussie stellen van de rol van het marxisme, lijkt Joegoslavië echter hard op weg uiteen te vallen in een aantal afzonderlijke staatjes. Dit proces is de laatste jaren versneld door de economische problemen waarmee het land te maken kreeg.

ECONOMISCHE CRISIS

Na de dood van Tito in 1980 ging de plaatselijke autonomie steeds meer de boventoon voeren en werd in feite de macht van de centrale regering steeds verder uitgehold. Peter Michielsen schreef in de, , Internationale Spectator"^: , , Zo ver ging de zelfbescherming, dat het niet mogelijk is geld over te maken van een bank in Servië naar een investeerder in Macedonië en dat goederentreinen er een week over deden om van het ene deel van het land naar het andere te reizen, omdat bij elke 'grens' van lokomotief moet worden gewisseld en met stapels bestempeld papier moet worden geschoven en elke republiek nu eenmaal haar eigen spoorwegen heeft, compleet met eigen dienstregeling." Bovendien bleek een centraal economisch beleid, zo noodzakelijk vanwege de economische crisis, vrijwel onmogelijk door de grote verschillen tussen de republieken. Tegenover de economisch op het westen gerichte en relatief welvarende noordelijke republieken Kroatië en Slovenië staat het arme zuiden, o.a. Macedonië en Kosovo, dat eigenlijk wat betreft de economie tot de Derde Wereld moet worden gerekend.

LAND VOL MINDERHEDEN

Iemand typeerde Joegoslavië eens als „een land vol minderheden die elkaar met overgave naar het leven staan." Van de 23, 4 miljoen inwoners die Joegoslavië telt, beschouwt slechts 5, 4 procent zich als 'Joegoslaaf'. De belangrijkste etnische groepen zijn de Serviërs (36, 3 procent). de Kroaten (19, 7), Slovenen (7, 8), Albanezen (7, 7), Macedoniërs (6), Zigeuners (3, 5) en Montenegrijnen (2, 6). Daarnaast zijn er nog een groot aantal andere en nog procentueel nog kleinere minderheden!

Het nationalisme en de etnische tegenstellingen werden sterk aangewakkerd door het optreden van de Servische communistenleider Milosevic. Hij begon in 1987 met zijn demagogische campagne voor het herstel van de Servische zeggenschap over de autonome provincies Vojvodina en Kosovo. Daarbij speelde hij handig in op de in Servië levende frustraties. Volgens de Serviërs is de bevrijding van het land door hun optreden begonnen en bovendien maken zij 'ongeveer' de helft van de bevolking uit. De huidige staatsinrichting zorgt er echter voor dat zij nooit meer dan een achtste van de macht bezitten via de presidentiële raad. Daar komt bij dat de Serviërs zich al jaren ergeren aan de economische voorspoed van Slovenen en Kroaten en hun onwil om deze welvaart te delen met de 'andere Joegoslaven'. Milosevic slaagde erin duizenden aanhangers op de been te brengen en liet in Kosovo keihard optreden tegen de Albanezen. Hierdoor ontstond echter een reactie in Slovenië en Kroatië.

TEGENSTELLINGEN

De tegenstelling werd versterkt toen in deze republieken een democratiseringsproces op gang kwam dat vorig jaar leidde tot het aan de macht komen van niet-communistische, nationalistische regimes. Vanaf dat moment stond afscheiding van de Joegoslavische federatie hoog genoteerd op de politieke agenda van deze republieken.

Daarnaast zijn de tegenstellingen tussen de republieken al voor een deel historisch bepaald. Servië maakte eeuwenlang deel uit van het Turkse rijk, terwijl Kroatië eeuwenlang een onderdeel vormde van het Habsburgse rijk. Vanouds was men in Servië georiënteerd op het zuidoosten, terwijl de Kroaten op Midden-Europa waren georiënteerd. Slovenië is de meest welvarende en meest „Euro-., pese" van de republieken in Joegoslavië. Historisch gezien altijd al sterk op ItaHë en Oostenrijk georiënteerd.

Het streven naar autonomie wordt voor een deel gevoed door onvrede over de economie van de zuidelijke republieken. In Slovenië produceert zo'n acht procent van de bevolking negentien procent van het BNP van heel Joegoslavië! De Slovenen vinden dat het geld dat zij moeten 'afstaan' aan de arme republieken in het zuiden verdwijnt in een bodemloze put. Daarnaast zijn natuurlijk zowel Kroatië als Slovenië beducht voor het centralisme dat dreigt vanuit Servië en dat samenvalt met een vasthouden aan de communistische ideologie.

ROL VAN HET LEGER

Het leger vormt in Joegoslavië een bijzondere en enigszins onberekenbare factor. Al in maart gingen er geruchten over een op handen zijnde staatsgreep door het leger. Uiteindelijk zag de legertop daarvan af, maar ze behield zich wel het recht voor om zo nodig een beslissende rol te spelen in de Joegoslavische politiek. Het komt er op neer dat het staatspresidium niet langer door het leger als opperbevelhebber wordt erkend. Ondertussen is het duidelijk waar voor de legertop de grenzen liggen als het gaat om de huidige politieke crisis. Het zal niet toestaan dat Slovenië en Kroatië eenzijdig uit de federatie stappen en daarnaast kiest het in Servië de kant van de communistische leider Milosevic wanneer deze bedreigd zal worden door de groeiende oppositie.

We dienen daarbij te bedenken dat het Joegoslavische leger gedomineerd wordt door Servische en Montenegrijnse officieren. Deze legertop behoorde voor het grootste deel tot het oude partij kader van de Communistische Partij. Toen deze partij als landelijke partij wegviel, voelden veel officieren zich ontheemd. November vorig jaar werd de Bond van Communisten opgericht en het is opmerkelijk hoeveel officieren daar in korte tijd lid van werden. Zo kunnen we dus constateren dat de Servische leider Milosevic veel geestverwanten heeft in de legertop en dat langs die weg een democratiseringsproces in Servië of een afscheidingsproces uit de federatie van o.a. Slovenië zal worden tegengehouden.

BURGEROORLOG?

De kans dat in Joegoslavië een burgeroorlog uitbreekt, is zeker reëel te noemen. Wanneer bijvoorbeeld de Kroatische regering besluit de conflicten met de etnische minderheden van Serviërs op haar grondgebied met geweld „op te lossen", zal het federale leger zeker ingrijpen.

Uiteindelijk kan een stabiele oplossing voor de problemen in Joegoslavië alleen bereikt worden als het nog door communisten beheerste Servië zich constructiever gaat opstellen. Daarom is te hopen dat de groeiende oppositie in Servië zelf er in zal slagen om de macht van Milosevic en het oude communistische partijkader te doorbreken. Het probleem daarbij is echter wel dat de populaire oppositieleider Draskovic tegelijk een vurig nationalist is. Met het verdwijnen van de communistische machthebbers in Servië, hoe wenselijk ook, zullen de tegenstellingen tussen de republieken nog niet verdwenen zijn!

Joegoslavië gaat hoe dan ook een nog moeilijker periode van haar nog maar zo korte bestaan tegemoet.

Leusden Drs. H. Lenselink.

Drs. H. Lenselink.

^) Internationale Spectator april 1988

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 1991

De Banier | 20 Pagina's

Buiten onze grenzen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 1991

De Banier | 20 Pagina's