Ik ben een zeiler...
Ik ben een. zeiler op Uw mateloze zeeën, die aan < Uw> v erre, veil'ge kusten rustloos slaan; j/ll lokken allerzijds mij vele vreemde reeën, Gij hebt mijn koers bepaald; 'tgaal op Uw haven aan.
Ik ben een zeiler op de zee van Uw genade; Gij hebt mij ingescheept; Gij blijft altoos mijn doel. Gij zijt hel vast kompas, waarmee ik ga te rade, Gij zijl de milde wind. die 'k in mijn zeilen voel.
. /II sta ik zelf aan 'l stuur, ik weet 'IJ aan mijn zijde; Gij vormt mij lot Uw knecht, die op Uw wenken let. Sn werpt G'Uw stormwind los, 'k vertrouw op Uw geleide: geen storm vlaag overstemt voor 'IJ ooit mijn gebed!
(Bij wijlen mag 'k mijn schip in 'Uwe stilte sturen, waar ik mij zelf zo gans en al in U verlies, dat 'k slechts dit éne smeek: .fleer, mocht dit heil toch duren! - Viels, niets meer buiten 'U dal ik nu nog verkies!
Maar dan doet weer 'Uw wind mijn zeilen zaclitkans zwellen, en 'k schik mij, dienstbereid, weer naar Uw wenk en wil; de reis kort al meer op; de vaart gaat zich versnellen: wat G'ook beveelt, ojleer, dat ik 'l niet dwaas bedill'!
loopt straks de reis ten eind en nader ik de stranden, waar, dreigement des doods, Uw zwaarste zeeën staan, neem, trouwe JJoods, mij 't stuur dan uit de zwakke handen, en doe mij, stil-ver rukt., Uw haven binnengaan!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 januari 1999
Daniel | 32 Pagina's