Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vruchten op de  prediking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vruchten op de prediking

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als zij nu van de opstanding der doden hoorden, spotten sommigen daarmede; en sommigen zeiden: ij zullen u wederom hiervan horen. En alzo is Paulus uit het midden van hen weggegaan. Doch sommige mannen hingen hem aan, en geloofden... (Handelingen 17:32-34)

In Handelingen 17 lezen we van de prediking van de apostel Paulus op de Areopagus te Athene. Voor het Griekse intellect van die dagen, de filosofen, de redenaars, heeft hij het Evangelie van Jezus Christus mogen verkondigen. Nee, hij schaamde zich dat eenvoudige Evangelie van vrije genade niet. Deze alleszins godsdienst/ge Grieken heeft hij mogen wijzen op een God Die hun onbekend was. Met alles wat ze wisten, waren ze in deze onwetende. Hij heeft hun God mogen verklaren als de Schepper van de hemel en de aarde, in Wie we leven en ons bewegen, ja, Wiens geslacht we ook zijn.

In zijn prediking sluit Paulus helemaal aan bij de denkwijze van zijn hoorders. Dit valt ons op als hij zegt: Gelijk ook enigen van uw poëten gezegd hebben. Zo was de apostel de Joden een Jood en de Grieken een Griek, opdat hij ze maar mocht winnen voor de dienst van Koning Jezus.

Hij heeft hun voorgehouden de strenge eis van Gods recht, verkondigende alle mensen alom dat zij zich bekeren. Want de dag is aanstaande waarop God de aardbodem rechtvaardig zal oordelen, en dat door een Man, Die Hij daartoe geordineerd heeft, verzekering daan/an doende aan allen, dewijl Hij Hem uit de doden opgewekt heeft. Geloof maar gerust, dat Paulus als de Christusprediker bij uitnemendheid, naast de Vader de Zoon verkondigd heeft, namelijk de Christus, Die gekruisigd en gestorven is om de zonden van Zijn uitverkoren gemeente. Gelukkige dienaar van het goddelijke Woord die de heilgeheimen in Christus van eeuwigheid tot eeuwigheid mag verklaren!

Maar die prediking is niet vrijblijvend! Gods knechten zuchten weieens met jesaja: HEERE, wie heeft onze prediking geloofd? Want Gods Woord vraagt om een antwoord, en dat antwoord zal toch een keer gegeven moeten worden. Want dat Woord zal nooit ledig wederkeren, maar doen hetgeen God behaagt.

Paulus omschrijft zijn hoorders daar in Athene in drie groepen.

De eerste waren spotters. Dat waren ze vóór de verkondiging van het Woord en dat bleven ze ook na de verkondiging. Waarom spotten die mensen dan? Omdat ze voelden dat het de Waarheid is. Het is vaak een zwak van mensen, als ze geen weerwoord hebben, dat ze gaan spotten. Soms venijnig spotten, zodat de ogen glinsteren van haat. En dat alles vanwege de nederlaag. Ben jij óók zo'n spotter? Denk erom, dat er Eén zal lachen in je verderf en spotten als je vreze komt! Er was ook een tweede groep van mensen daar op de Areopagus, dat waren de hoorders. Ze zeiden: Wij zullen u wederom hiervan horen. Zo zijn helaas de meeste kerkgangers. O zeker... trouwe kerkgangers. Ze zouden niet graag een keertje overslaan. Het zijn mensen die horen en die nog wel graag horen ook, vooral de schriftuurlijk-bevindelijke waarheid. Ze willen wel iedere zondag horen. Wij zullen u wederom hiervan horen. Maar met dit alles gebeurt er precies helemaal niets. En hoe komt dat? Omdat het hoorders des Woords zijn en géén daders.

Wat erg: horen en niét luisteren! Denk aan de eeuwigheid. Dan zal het precies omgekeerd zijn, dan zal Gód horen je gekerm uit de rampzaligheid, maar niet luisteren. Dan is bet voor eeuwig te laat.

Er staat zo: En alzo is Paulus uit het midden van hen weggegaan. En mèt Paulus wijkt het Evangelie uit Athene. Dan wordt het licht op de kandelaar gedoofd.

We mogen nog leven, daarom, zoek toch de Heere voordat het te laat is! Nu is het Woord nog in het midden van ons. Bedenk dat God een Waarmaker is van Zijn Woord!

Tenslotte blijkt de prediking in Athene toch niet geheel onvruchtbaar te zijn, want er staat: doch sommige mannen hingen hem aan, en geloofden. Die mensen zijn dus bekeerd mogen worden onder de prediking van wet en Evangelie, recht en genade. Voor hen is het Woord geworden een reuk des levens ten leven. Zij hebben het met al hun wijsheid van God mogen verliezen. Ontdekt aan hun dwaasheid en blindheid smeekten ze: HEERE, ai maak mij Uwe wegen door Uw Woord en Geest bekend. Ze hingen Paulus aan. Waarom? Omdat ze door Gods Woord aan hem verbonden waren. Ze zijn door Woord en Geest krachtdadig en onwederstandelijk geroepen uit de dood tot het leven. Ze kleefden de apostel aan omdat ze niet meer buiten die prediking konden, ja, omdat ze niet meer buiten de God van dat Woord konden.

En geloofden. O, hoe zalig als het ongeloof middels de prediking mag verdreven worden, en er een onvoorwaardelijk buigen mag zijn voor Gods Woord. Dan is het Woord een kracht Gods tot zaligheid. Dat Woord, hetwelk enerzijds ontdekt, maar ook anderzijds vertroost. En wat legt dat een banden; liefdebanden aan God en Zijn Woord, maar ook aan Zijn dienst en Zijn volk. En in al hun droefheid is Gods Woord hen tot troost, omdat hun in de wegen van recht en gerechtigheid, door genade, daarin Christus wordt verklaard en geopenbaard.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 april 1998

Daniel | 32 Pagina's

Vruchten op de  prediking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 april 1998

Daniel | 32 Pagina's