Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De diaken en de sociale wetgeving

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De diaken en de sociale wetgeving

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De diaken die in het jaar onzes Heren 1977 zijn weg zoekt in de gemeente, „op-dat” — naar art. 30 van onze N.G.B. — „armen en bedrukten geholpen en ge-troost worden, naardat zij van node hebben”, zou zich, zo kan ik mij voorstellen, af kunnen vragen of de staat hem niet uit handen heeft genomen wat hem van Gods wege was toevertrouwd, namelijk de dienstverlening aan materieel arme en behoeftige broeders en zusters. De werkelijkheid is immers zo, dat de samenleving waarin wij leven schier stijf staat van allerlei sociale zekerheden, zodat de klassieke inhoud van de begrippen „arm” en „behoeftig” niet meer gekend wordt? Het is toch bekend dat de sociale wetgeving in Nederland zo ver is doorgevoerd, dat voor bijna alle bijzondere materiële noden langs wettelijke regelingen een voorziening gevonden kan worden? Inderdaad! Maar dit betekent niet, dat daardoor het ambtelijk werk noodwendig verschraald is, maar wel dat de noodbeleving met betrekking tot materiële zaken zich in eigentijdse vorm manifesteert. Het ambtelijk bijstaan van broeders en zusters die deze bijstand behoeven, vraagt in bepaalde situaties van de diaken enige kennis van eigentijdse noodbeleving èn mogelijkheden en kunde in het helpen putten uit de juiste hulpbronnen. Hulpbronnen die via bepaalde wettelijk vastgelegde regelingen kunnen worden benut.

Een volledige uiteenzetting te geven van de hulpbronnen die samen het pakket van sociale wetten vormen is in dit kader niet mogelijk. Wel kan het nuttig zijn de bestaande regelingen hier nog eens te noemen en daarna op een aantal aspecten te wijzen die voor het diaconaal funetioneren van belang kunnen zijn.

In de eerste plaats kunnen dan genoemd worden de algemene, dus voor iedere burger geldende regelingen. Dit zijn: de Algemene Ouderdomswet, de Algemene Weduwen- en Wezenwet, de Algemene Kinderbijslagwet (voor derde en volgende kinderen), de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet. In feite zrjn dit dus volksverzekeringen.

Naast deze voor elke burger geldende voorzieningen kennen we de wettelijke voorzieningen voor werknemers, zoals de Ziektewet, de Wet op de Arbeidsongeschikheidsverzekering, de Ziekenfondswet (geldt tot een bepaald salarisniveau), de Werkloosheidswet en de Kinderbijslagwet voor Loontrekkenden. Tenslotte kan nog worden genoemd de Kinderbijslagwet voor kleine zelfstandigen (voor het eerste en tweede kind).

Een beknopt en praktisch goed te hanteren overzicht, waarin tevens de uitvoerings- en beroepsorganen worden aangegeven, is verkrijgbaar bij de uitgeverij Kluwer te Deventer.

Naast de sociale verzekeringswetgeving kennen we dan nog de Algemene Bijstandswet. Men zou zich kunnen afvragen, of bij het al zo rijkelijke assortiment van voorzieningen deze wet nog nodig is. Het antwoord moet m.i. luiden: ja, want er blijven nog materiële noden die via de eerstgenoemde voorzieningen niet gelenigd kunnen worden. Hier volgen enkele voorbeelden.

— Een ondernemer kan door ziekte of tegenslag in zijn bedrijf dringend behoefte aan geld hebben om daarmee deze bron van bestaan van de ondergang te redden.

— Iemand die een beroepsopleiding heeft voltooid kan geen werk krijgen en heeft daardoor geen levensonderhoud.

— Ouders moeten een kind met zeer ernstige opvoedingsmoeilijkheden in een internaat onderbrengen en missen daarvoor het geld.

Deze voorbeelden zijn slechts een kleine greep uit vele mogelijke situaties waarin financiële hulp geboden is en waarin de sociale verzekeringswetgeving niet voorziet.

In het algemeen kan men stellen, dat de Algemene Bijstandswet voorziet in financiële behoeften van mensen, die in omstandigheden verkeren waarin zij de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan zelf niet kunnen dragen.

Ondanks de vele mogelijkheden die er, zoals we zagen, zijn ter voorziening in materiële behoeften, kan toch in bepaalde situaties financiële hulp via de diaconie geboden zijn. Behalve diaconale aandacht voor de nood-beleving, die gepaard kan gaan aan ziekte, invaliditeit, het verlies van een echtgenoot, kan het noodzakelijk zijn financiële hulp te bieden. De oorzaak kan gelegen zijn in stoornissen bij het toepassen van regelingen, waardoor een gezin plotseling voor een bepaalde période zonder inkomen is. Onbekendheid met bepaalde mogelijkheden kan een gezin in een netelige positie brengen. Belanghebbenden kunnen ook fouten gemaakt hebben, waardoor een tijdige voorziening in financiële middelen ontbreekt. Het lijkt mij noodzakelijk, dat de diaken waakzaam blijft ten aanzien van de mogelijkheid, dat een gezin, al is het soms maar voor zeer korte tijd, in materieel opzicht geholpen moet worden. Ook de gezinnen die aangewezen zijn op een minimum inkomen zijn relatief kwetsbaar en mogen niet aan diaconale aandacht ontsnappen. In bepaalde gevallen kan de diaken wellicht ook hulp bieden aan broeders of zusters om van een bepaalde wettelijke voorziening op de juiste wijze gebruik te maken. Hulp verlenen bij het opstellen van een verzoek of beroepsschriften kan belangrijk zijn. De diaken schrome ook niet om zelf consult te vragen bij een uitvoeringsorgaan of een instelling voor maatschappelijk werk. Een beroepskracht op het terrein van de maatschappelijke dienstverlening zal wellicht in bepaalde gevallen waardevolle aanwijzingen kunnen geven, die de taak van de diaken verlichten.

Het algemeen maatschappelijk werk kan ook de weg wijzen naar vormen van gespecialiseerde hulpverlening, waar de diaken zich zo nodig kan laten adviseren omtrent gezinnen of personen met specifieke problemen.

De vele mogelijkheden die onze samenleving biedt ter leniging van materiële en niet materiële noden behoeven en mogen geen verschraling van het ambt te betekenen. Integendeel! Het benutten van de mogelijkheden die in onze samenleving tot het verlenen van sociale hulpverlening gegeven zijn, ook de mogelijkheden voor het ontvangen van advies, kan een hulpmiddel betekenen bij het geven van gestalte aan het diaconaat in deze tijd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1977

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

De diaken en de sociale wetgeving

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1977

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's