Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buiteuland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buiteuland

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Engeland. Dr. Guiness Rogers over de geünieerde congregationalistische kerk.

Sedert eenige jaren willen enkele leiders der Congregationalisten, hunne kerk leiden in het spoor van het collegiale kerkrecht. Het schijnt, dat het op zich zelve staan der kerken moeilijkheden oplevert, die men uit den weg wil ruimen door het vormen van een geünieerde congregationalistische kerk.

Gelijk bekend is, stammen de congregationalisten af van de Independenten. Deze leerden, dat elke gemeente onafhankelijk en zelfstandig moest wezen, en noch gelijk de kerk van Rome aan een zichtbaar hoofd, noch gelijk de Presbyterianen aan eene Synode onderworpen behoorden te zijn. Sommige Independenten dreven het denkbeeld van gelijkheid zoo ver, dat zij verlangen, dat er ook gelijkheid van vermogen onder de belijders van den Christus zou bestaan.

Nu willen vele Independenten, het historisch ontstaan hunner kerk verloochenende, eene geünieerde congregationalistische kerk vormen, waarvan de verschillende gemeenten dan de onderdeelen uitmaken.

Dat hiertegen velen zich verzetten, is begrijpelijk. Onder de tegenstanders van het plan van het comité, dat door de Congregationalistische Unie daarvoor benoemd is, waardoor de Congregationalisten voortaan één Kerkgenootschap zouden gaan vormen terwijl de Gemeenten daarvan de onderdeelen zouden zijn, behoort de bekende Dr. Gbiness Rogers, die in de dagen van den Staatsman Gladstoneeen zijner invloedrijkste staatkundige vrienden was. Deze Dr. Guiness Rogers heeft zich tot onze vreugde vierkant gesteld tegenover het plan van het comité. Toen een vertegenwoordiger van het weekblad Tke Examiner Dr. Rogers kwam interviwen liet hij zich aldus uit:

„Ik kan niet inzien hoe het mogelijk is, dat er een geünieerd Congregationalistische Kerk bestaan kan, al kunnen er geünieerde Congregationalistische kerken wezen. ... Ik zie niet in, dat eene kerk eene kerk kan zijn en tegelijker tijd een deel van de kerk. Men stelt voor om de verschillende kerken hare zelfregeering te laten behouden. Maar ik begrijp niet, hoe de kerken het recht om zich zelve te regeeren, zullen kunnen handhaven, wanneer zij geen kerken zijn. Indien zij slechts een deel van een groote kerk uitmaken, hebben zij geen recht op autonomie. Volgens mijne opvatting heeft de Unie alleen macht om eenig werk te doen, wanneer dit niet van de kerken zelve afvloeit.

Op de vraag of het comité niet eigenlijk eene poging deed om de Presbyteriaanschen Kerkvorm aan de Congregationalisten op te dringen, antwoordde de Doctor, dat het Presbyteriaansche kerkrecht veiligheidskleppen bezit, die de voorgestelde regeling niet zou hebben."

Uit alles bleek, dat Dr, Rogers met alle kracht de beginselen der Independenten wil handhaven. Wij verblijden ons daarin, omdat wij meenen, dat het standpunt dat de oude Independenten innamen, meer overeenkomt met Gods Woord, dan dat van de mannen van het comité, die van de Congregationalistische Kerken een genootschap met gemeenten als onderafdeelingen willen maken.

Het standpunt dat de Independenten innemen, kan goed worden gehandhaafd, wanneer de kerken den arbeid, haar toevertrouwd, alleen zonder samenwerking met andere kerken kunnen ten uitvoer brengen. Maar zoo spoedig die saamwerking noodig wordt, bijv. voor de zending, komen zij in de klem. Daarvoor zijn meerdere vergaderingen noodig, en daarvan wil de congregationalist niets weten. Om toch een gemeenschappelijken arbeid naar buiten mogelijk te maken, heeft men vereenigingen opgericlit, die geen kerkelijk karakter dragen, en die vereenigingen moeten dan de belangen, die de kerken gemeenschappelijk aangaan, behartigen. Daartoe moet men natuurlijk komen, als men van geen meerdere vergaderingen der kerken weten wil.

Aan het eind van het gehouden gesprek zeide Dr. G. Rogers nog, dat hij niet erg bang was voor de voorgestelde veranderingen. Geen kerk blijft toch een congregationalistische kerk, of zij tot de unie toetreedt of niet. Wanneer het haar in de unie niet bevalt, kan zij er zich van losmaken en hare positie als congregationalistische kerk handhaven.

Hierin kan Dr. G. Rogers gelijk hebben, wanneer er in Engeland geen rechtbanken gevonden worden, die het collegiale kerkrecht huldigen. Indien echter deze rechtbank beslist, dat wanneer eene kerk zich bij de unie aansluit, die kerk ook voortaan gebonden is aan de uitspraken van de algemeene vergedering der unie, dan kan eene kerk wel den band met de unie verbreken, doch met verlies van het kerkelijk goed.

Dat dit geen denkbeeldig gevaar is, blijkt uit het feit, dat de Schotsche rechtbank heeft uitgesproken, dat die gemeenten van de Vrije Schotsche Kerk, welke niet wilden medegaan met de vereeniging met de Presbyteriaansche kerk, daardoor hun recht op het kerkegoed moesten laten varen.

Overigens kan het ons niet anders dan verblijden, wanneer wij zien, dat iemand van de positie van Dr. G. Rogers openlijk opkomt tegen het streven van sommigen, om de Congregationalistische Kerken op te lossen in een genootschap. Of zijn oppositie de voorgenomen reorganisatie dier kerken zal verhinderen, is de vraag.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 januari 1902

De Heraut | 4 Pagina's

Buiteuland

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 januari 1902

De Heraut | 4 Pagina's