Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De geloofsleer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geloofsleer

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het genadeverbond

(1)

We hebben gezien dat het werkverbond door de zondeval niet opgeheven is, maar dat het voor de mens zijn kracht verloren heeft om daardoor zalig te worden.

De zaligheid zou dus onmogelijk geworden zijn, indien God ook daarin niet voorzien had door het verbond der genade.

Wat het genadeverbond inhoudt is op voortreffelijke wijze omschreven door onze vaderen in de kanttekeningen van de S.V. wanneer ze zeggen: "Alzo wordt genoemd het verbond der genade, in hetwelk God Zijn volk belooft de vergeving der zonden en de rechtvaardigheid door het geloof in Christus, mitsgaders ook de vernieuwing door den Heiligen Geest, Wiens kracht zich in de prediking des evangelies aan de harten der uitverkorenen openbaart, gelijk beloofd wordt; waarom ook het Evangelie een dienst des Geestes en des levens en der rechtvaardigheid wordt genoemd." Als het gaat over de besluiten, dan spreekt men in de dogmatiek over de Raad des Vredes, het Verbond der Verlossing of het Genadeverbond van eeuwigheid. Maar dit mag wezenlijk nooit los gemaakt of onderscheiden worden van de uitvoering. In dit besluit is onderhandeld tussen twee partijen. De Vader trad op als Vertegenwoordiger van de Drieëenheid, en moest het geschonden goddelijk recht handhaven. Christus vertegenwoordigde de uitverkorenen.

Het genadeverbond ziet dus op de verzoende en herstelde betrekking door Christus tussen God en de uitverkorenen.

Evenals bij de voorgaande stof moeten we ook hier onderscheid maken tussen de besluiten aangaande het genadeverbond en de uitwerking ervan in de tijd.

Het blijkt dus dat hier, in de orde van de besluiten, de verkiezing aan dit besluit vooraf is gegaan. Daarom staan de uitverkorenen in twee betrekkingen tot Christus.

1. Wegens hun verkiezing, alvoor er sprake is van de val.

2. Door het genadeverbond, waarin Christus hen, als zondaren, vertegenwoordigt.

Het genadeverbond is dus een middel tot uitvoering van Gods verkiezing.

Verhouding werkverbond en genadeverbond

We maken dus onderscheid tussen twee verbonden:1. Het werkverbond, waarin alle mensen begrepen zijn als nakomelingen van Adam, het hoofd van het werkverbond. De naam duidt erop, dat de mens door eigen werken, n.l. het gehoorzamen aan Gods verbondseisen, de zaligheid kon verdienen.

2. Het genadeverbond, waarin alle uitverkorenen begrepen zijn in Christus, het Hoofd van het genadeverbond. De naam duidt erop, dat de mens zonder eigen werken zalig wordt op grond van Christus' verdienste d.i. uit genade.

Tussen beide verbonden bestaan zowel overeenkomsten als verschillen. De overeenkomsten zijn:

- Beide verbonden gaan uit van de Drieënige God.

- Bij beide verbonden was er geen noodzaak van God.

- Beide verbonden gaan over de mens en zijn zaligheid.

- In beide verbonden is een Verbondshoofd.

- Ze strekken beide tot Gods eer. De verschillen zijn:

- In het werkverbond is God de Schepper, in het genadeverbond de Vader van degenen, die in Christus verlost worden.

- In het werkverbond gaat het over eigen gehoorzaamheid als grond van de zaligheid, in het genadeverbond vormt Christus met Zijn gehoorzaamheid de grondslag van de zaligheid.

- Het werkverbond gaat over alle mensen, door natuurlijke geboorte, het genadeverbond alleen over de uitverkorenen, door wedergeboorte.

- Het werkverbond kon door de mens verbroken worden, het genadeverbond niet.

- Het werkverbond was gebonden aan voorwaarden, het genadeverbond is onvoorwaardelijk.

De uitvoering van het genadeverbond

Het is Christus geweest. Die voldaan heeft aan alle voorwaarden van het genadeverbond en zo worden alle beloften van het genadeverbond vanuit Hem vervuld. Maar dat betekent dan, dat door Christus de weldaden van het genadeverbond, alleen de uitverkorenen ten goede komen.

Komt God dan niet met de eis van geloof en bekering tot ieder, die het Evangelie hoort? Ongetwijfeld, maar, alhoewel dit de mens verantwoordelijk stelt en niet te verontschuldigen maakt, betekent dit niet dat de mens nu ook bij machte Is om zelf deze eisen in te willigen. Wie dit meent, maakt van het genadeverbond een verkapt werkverbond. Immers dan zou de mens zelf ook nog een bijdrage leveren. De mens wordt dan ook niet zalig om het geloof, maar door het geloof

Waar nu God daadwerkelijk deze door Christus verdiende weldaden toepast, daar wordt de mens door wedergeboorte gebracht in het genadeverbond. Christus alleen heeft dit geloof verdiend en past het door de Heilige Geest toe in de harten dergenen, voor wie Hij het verdiend heeft. Van dit geloof zeggen de D.L.R. dat het wordt medegedeeld, ingegeven en ingestort.

De dode zondaar moet dus eerst levend gemaakt worden om de aanbieding van het Evangelie te kunnen verstaan.

Zomin als Christus Middelaar en Borg is geworden voor de niet-uitverkorenen, zomin doet Hij hen delen in Zijn weldaden. Degenen, die niet wedergeboren zijn, verkeren wel onder de uiterlijke bediening van het genadeverbond: het Woord en de sakramenten. Hierdoor wordt hen gepreekt de vloek van het werkverbond en de genade van het genadeverbond. We maken zo onderscheid tussen een uitwendige en inwendige bediening van het genadeverbond.

Uitwendig door Woord en sakrament; inwendig door de zaligmakende werking van de Heilige Geest. De bediening van het verbond brengt de uitverkorenen in het wezen van het verbond, maar vergroot tevens de beschuldiging tegen de overigen, omdat de zaligheid hen gepreekt is, en zij om onwil en eigen schuld verloren gaan. In tegenstelling tot het werkverbond kunnen de uitverkorenen nooit het genadeverbond verbreken, want het is vast in het Hoofd Christus, Die niet zoals Adam verviel tot ongehoorzaamheid, maar tot het einde gehoorzaamde.

Stolwijk,

ds. CA. van Dieren.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 augustus 1993

De Saambinder | 12 Pagina's

De geloofsleer

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 augustus 1993

De Saambinder | 12 Pagina's