Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het geloof: gave en activiteit

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het geloof: gave en activiteit

Ds. P. Mulder: Er zijn vormen van geloof die het ware geloof niet zijn

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Al meer dan tien jaar preekt ds. Mulder over de Twaalf Artikelen. Via de catechismus-preken komen ze in zijn gemeente elk jaar aan de orde. " Het is een zuivere, zeer kernachtige weergave van waar het in het geloof om gaat. Maar alleen door het ware, zaligmakende geloof kunnen we deze belijdenis met het hart naspreken. Dat is het geloof waarnaar we moeten staan. Dat is het geloof dat de Heilige Geest in het hart plant."

Wat zijn ze oud! De eerste schriftelijke versie ervan stamt uit de vijfde eeuw en is gevonden in Zuid-Frankrijk. Maar waarschijnlijk bestonden de Twaalf Artikelen toen al een lange tijd. Van het ontstaan ervan weten we weinig. Aannemelijk is dat ze gegroeid zijn uit de doopformule van de christelijke gemeente in Rome. Mensen werden gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Wie lid wilde worden van de gemeente, moest daarbij een korte belijdenis uitspreken: ik geloof in God de Vader en in Jezus Christus Zijn Zoon en in de Heilige Geest. Langzamerhand is die zeer korte belijdenis uitgegroeid tot de Twaalf Artikelen zoals wij die nu kennen.

Overal ter wereld

Wat zijn ze universeel! Niet voor niets worden ze wel aangeduid als de artikelen van ons 'algemeen, onbetwijfeld christelijk geloof". Algemeen en onbetwijfeld. Zoals ze in de eerste eeuwen van het christendom opgezegd of voorgelezen werden, zo worden ze dat in de 21ste eeuw nog. Overal ter wereld. In de rooms-katholieke kerk, in de armeens-apostolische kerk, bij de kopten, bij de lutheranen en in de Gereformeerde Gemeenten. Bij ons zelfs elke zondag. Wat zijn ze mooi! Ds. P. Mulder mag er al lange tijd elk jaar over preken. "Het is heel begrijpelijk dat ze in het formulier van het Heilig Avondmaal terugkomen en in de Heidelbergse Catechismus uitvoerig aan bod komen. Ze geven zuiver en kernachtig weer waar het in het geloof om gaat."

Bemediteren

De predikant van Dordrecht is ervan overtuigd dat "een kind van God dat in de vastheid van het geloof mag staan, de Twaalf Artikelen wel eens biddend opzegt. Dan zegt zo iemand in verwondering: Heere, mag ik dat allemaal geloven? "

Dat betekent niet dat elk artikel altijd even veel kracht doet op de ziel. "De ene keer mag iemand misschien sterk Gods vaderlijke zorg in het dagelijks leven ervaren en ligt het artikel van het eeuwige leven wat verder weg. Een andere keer is het vooral het werk van de Heilige Geest dat hem raakt. Hoe dit ook zij, ik geloof dat het zeer voordelig voor het geestelijk leven kan zijn regelmatig de Twaalf Artikelen zin voorzin te bemediteren. Zo benadert ook de Heidelbergse Catechismus deze geloofsleer: wat troost ü - om maar een voorbeeld te noemen-de wederkomst van Christus? "

De twaalf artikelen worden door heel veel kerken onderschreven. Zou erop basis daarvan niet veel meer eenheid mogelijk zijn?

"Soms wel, maar vaak ook niet. Bij de nadere uitleg van deze geloofsleer treden helaas nog veel verschillen aan de dag.

Daar komt bij datje de Twaalf Artikelen persoonlijk moet beleven. Het kan misschien eenvoudig lijken om te zeggen: Ik geloof in Jezus Christus, Gods eniggeboren Zoon. Maar weeg die woorden nu eens stuk voor' stuk. Jezus: dat betekent Zaligmaker. Een Zaligmaker is iemand die verlost van het grootste kwaad en brengt tot het hoogste goed. Wie vanuit zijn hart zegt: 'Ik geloof in Jezus Christus', weet dus bevindelijk iets

van zonde en genade, van nood en verlossing, van uitzien en vervulling. Die verwacht niets meer van zijn eigen werken. Voor hem is Christus onmisbaar geworden. Dat is nogal wat.

Zo bezien brengen de Twaalf Artikelen ook scheiding. Zelfs binnen de gemeente. Niet voor niets begint de Heidelbergse Catechismus de behandeling van de Twaalf Artikelen met de vraag: wat is een waar geloof? "

Is het wel zo nuttig over verschillende soorten van geloof te praten? Geloof dat niet waar is, is toch geen geloof?

"Ik hecht er sterk aan daaraan vastte houden. Niet alleen de Catechismus doet het, maar ook de Bijbel zelf. 'De duivelen geloven het ook en zij sidderen', merkt Jakobus op. Het is dus mogelijk in zekere zin te geloven, zonder dat dit het zaligmakende, oprechte geloof is. Als we de Evangeliën lezen, zien we dat Jezus Zelf voortdurend onderscheid maakt. Er zijn mensen die de Heere oprecht kennen en dienen en er zijn mensen bij wie dat niet zo is. Dat kunnen huichelaars zijn, die zichzelf van hun bedrog bewust zijn. Het kunnen ook mensen zijn met naar eigen beleving oprechte bedoelingen, die desondanks dwalen.

Zo kan het heel nuttig zijn om, wat onder ons al eeuwen gebruikelijk is, een zogenaamd historisch geloof te onderscheiden. Dat geloof beaamt tot op zekere hoogte de waarheden uit de Schrift, maar mist de persoonlijke innerlijke doorleving ervan. We mogen dit geloof niet verachtend aan de kant schuiven, maar het is niet voldoende tot de zaligheid.

Daarnaast zijn er nog andere vormen van geloof die het ware niet zijn. Het is de taak van predikanten en ambtsdragers daarop te wijzen. Het is de verantwoordelijkheid van gemeenteleden, ook van jongeren, om bij zichzelf te onderzoeken of zij het echte geloof wel bezitten. Elke tijd heeft zijn eigen gevaren, elke tijd heeft vormen van geloof die ten onrechte voor het ware gehouden worden."

Wat is het belangrijkste gevaar van onze tijd?

"Onze tijd kent verschillende gevaren. Een ervan is het materialisme. Mensen achten de dingen van deze tijd: rijkdom, aanzien, een groot huis, een mooie auto, regelmatig en ver op vakantie gaan, belangrijker dan de dingen van de eeuwigheid. Dat is een zielsverwoestend gevaar.

Een ander gevaar is de dode lijdelijkheid. Je komt het in onze gemeenten tegen, onder ouderen en jongeren, dat men terecht benadrukt dat alleen God de zaligheid kan schenken, maar die waarheid vervolgens misbruikt om zelf onbekommerd voort te kunnen leven. Maar als het over het geloof gaat, is ook een groot gevaar dat mensen zich tevreden stellen met een oppervlakkig geloof. Dat men zich het heil toerekent zonder dat men de drie stukken persoonlijk, bevindelijk doorleefd heeft. Dan wordt zo gemakkelijk gezegd dat het allemaal toch zo eenvoudig in de Bijbel staat. Je moet gewoon geloven. Maar de Bijbel is niet oppervlakkig of simpel. De Schrift is wel eerlijk. Niemand kan tot Mij komen tenzij de Vader die Mij gezonden heeft hem trekke. Over die waarheid hoor je soms te weinig."

Komen die eerste twee gevaren, materialisme en dode lijdelijkheid, in onze gemeenten niet méér voor dan het oppervlakkige geloof?

"Misschien zijn er inderdaad wel meer mensen die aan die eerste twee punten mank gaan. Maar het gevaar van een oppervlakkig geloof is wel een erg indringende bedreiging. Ook voor jongeren.

Daar komt nog iets bij. Juist in een tijd die op geestelijk gebied arm is, kan een oppervlakkig geloof zo aantrekkelijk lijken. Daarom temeer mag ons aller gebed wel zijn: Heere, schenk ons toch dat ware geloof. En als dat geloof er zijn mag: wilt U het krachtiger maken."

Wat is het ware geloof?

" Daarover is in de loop der eeuwen door de kerk al veel gezegd, in — Jl Hebreeën 11 vinden we een mooie omschrijving: Het geloof nu is een vaste grond der dingen die men hoopt en een bewijs der zaken die men niet ziet. Ook de Catechismus geeft in vraag 21 een mooie definitie: Een vast vertrouwen dat mij vergeving der zonden van God geschonken is om de verdienste van Christus.

Hierbij zou ik enkele opmerkingen willen maken. Ten eerste dat het geloof door de Heere gewerkt wordt. Ook de zaligmakende overtuiging 'O God, wees mij zondaar genadig', komt niet uit onze natuur voort, maar is een werk van de Heilige Geest. De catechismus geeft, in de samenvatting in het eerste antwoord, eerst de hoofdzaken van de kennis der ellende weer. Dat wordt ook in het geloof door Woord en Geest geleerd. Ook al is er dan nog geen heldere geloofskennis van de Heere Jezus.

Een tweede punt van belang is, dat als dat wonder van de wedergeboorte eenmaal heeft plaatsgevonden, het niet zonder werkzaamheden, zonder vruchten kan blijven. Als een pas geboren kind niet gaat ademen, niet gaat huilen, is er iets fundamenteel mis. De wedergeboorte uit zich in berouw, in het zoeken naar omgang met de Heere, in het vragen om vergeving, in een verlangen heilig voor God te willen leven.

Ten derde is het goed te beseffen dat de kern van het zaligmakend geloof gericht is op vergeving en het herstel in de gemeenschap met God. Maar toch is het ware geloof niet altijd en alleen daarmee werkzaam. Gods kinderen hebben ook wel geloofswerkzaamheden over dingen van het gewone leven, Gods zorg bij ziekte, over het zielenheil van kinderen, ten aanzien van het welzijn van de kerk."

Hoe kun je er zeker van zijn datje het ware geloof hebt?

" De zekerheid van de zaligheid ligt ten diepste alleen in het gelovig gebruik maken van Christus. Iedere keer als het geloof echt beoefend mag worden, is er zekerheid. De vaste zekerheid is er bij beginnende gelovigen meestal niet. Zij beoefenen het vaste vertrouwen waar de Catechismus van spreekt vaak maar kort of in zwakke mate. Het kan zijn dat iemand vast gelooft dat Christus hem kan helpen. Maar hij is er niet zeker van of Jezus het ook doen wil. Dat was bijvoorbeeld het geval bij de Kananese vrouw. We noemen dat een toevluchtnemend geloof. Overigens moeten we dat toevluchtnemend geloof niet verachten. Het is groot als we dat echt mogen beoefenen. Wel mogen en moeten we staan naar verzekering. Om zekerheid in het geloofsleven te krijgen, zijn geloofsoefeningen noodzakelijk. In de praktijk van alle dag en op de leerschool van Woord en Geest worden we erachter gebracht dat we vol zonden zijn, ja aan al Gods geboden schuldig staan. Al het onze, al onze goede werken, al onze gestalten moeten eraan om te leren dat alleen Christus redden kan. Hij is de enige grond der zaligheid. Als een verloren, uitgewerkte zondaar in het geloof tot Hem mag komen, ontstaat zekerheid. Het geloof steunt dan op het Woord en op de belofte, het vertrouwt God, ook in de aanbieding van Christus. In de geloofsoefeningen leren de gelovigen met alle verlorenheid en zorgen tot de Heere Jezus toevlucht nemen en alle geestelijke goed van Hem te verwachten. Ze worden daarin soms bijzonder werkzaam gemaakt met het Woord of meteen bijzondere belofte. Daartoe mag de prediking dienstbaar zijn."

Toch lijkt die zekerheid van het geloof onder ons wel eens zeldzaam...

" Daarom moeten we niet alleen bidden of de Heere onbekeerden bekeren wil, maar ook of Hij Zijn kinderen verder wil leiden op de weg.

Dat doet Hij gelukkig ook. Dan denk ik bijvoorbeeld aan iemand voor wie het allemaal steeds onmogelijker werd. Voorheen waren er goede tijden geweest waarin best veel van de Heere ontvangen werd. Ook toevlucht tot de Heere Jezus genomen mocht worden. Maar nu, vanwege de hemelhoge schuld bleef er alleen veroordeling over. Het werd ingeleefd: Uw doen is rein Uw oordeel gans rechtvaardig. Wat was het wondergroot toen de Heere de prediking wilde gebruiken om de volle vrede met God in Christus te doen kennen. Toen mocht met vrijmoedigheid gesproken worden over Gods ontferming en Christus' liefde. En over het persoonlijk deel hebben daaraan.

Zo wil de Heere nog wel eens verder leiden op de weg en een vaste gang in het geloofsleven schenken, een vastheid die men vroeger miste."

Sommigen, ook jongeren, weten wel van een verandering in hun leven, maar tobben met de vraag of ze nu zelf begonnen zijn of dat de Heere begonnen is...

" Dat is op zichzelf geen verkeerde vraag. Uiteindelijk kun je alleen gerust zijn als je het zelf uit Zijn mond hebt gehoord. Niet door een hoorbare stem, maar wel door het Woord dat aan je hart wordt toegepast. Daarom is dicht bij het Woord leven van groot belang. Met het voortdurende gebed: zendt Heere Uw licht en waarheid neder. In het begin ervaren we meer wat we missen dan dat we denken een gelovige te zijn. Er is vooral de hartelijke droefheid naar God over de zonde. Er is immers ook zo'n grote kloof tussen de Heere en ons. Maar het is de liefde die verbindt en verbreekt. Als iemand die er buiten staat, gaan we de Heere van harte zoeken.

Iemand die werkelijk iets ziet van de lelijkheid van zijn zonde, van het zielsverwoestende en Godonterende ervan, zal niet snel zeggen: nu ken ik het wel diep genoeg, nu weet ik er voldoende van. Die zal steeds blijven vragen: Doorgrond me en ken mijn hart, o Heer'. En: Zie of bij mij een schadelijke weg is en leidt mij op de eeuwige weg. Maar die zal ook begerig worden naar de Heere en de verlossingen die er in de Heere Jezus zijn."

Hoe zou u de hoogte van het geloof aanduiden?

De hoogste stand in het geloof is er dan als de gelovige enerzijds niets is in eigen oog voor God. Totaal verloren en onbekwaam tot enig goed. Terwijl hij tegelijk mag geloven dat de Heere hem in Christus genadig is. Dan is er diepe verootmoediging en tevens grote verwondering. Waarom hebt U omgezien naar zo'n mens als ik ben. En: wat hebt U er voor over gehad dat U Uw Zoon gaf ook voor mij. Dan wordt hier wel eens gezongen: Mijn God ik zal U eeuwig loven, omdat Gij het hebt gedaan.

Gouda, A. de Jong

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 2002

Daniel | 30 Pagina's

Het geloof: gave en activiteit

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 2002

Daniel | 30 Pagina's