Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Pelgrimsreis is voor Oud en Jong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Pelgrimsreis is voor Oud en Jong

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

5.

Hoe lang heeft de Pelgrim verkeerd in de poel Moedeloosheid? Op deze vraag heb ik geen antwoord kunnen vinden. En daar is ook geen tijd voor bepaald in de Schrift. Maar dit staat wel vast, dat de tijd in de poel Moedeloosheid voor deze mensen nooit kort is. Het is alsof er geen eind aan komt. Bij de verschrikking van een nachtelijke duisternis, wordt het hart nog meer bezwaard door de stilte der eenzaamheid.

Maar laten we nu eerst dit vaststellen, dat het nooit profijtelijk is, lang te spreken over moedeloosheid.

Helper vraagt naar de oorzaak van de moedeloosheid. En daar hem vanuit de Schrift de weg was gewezen, was hij in gehoorzaamheid aan de Heere aan deze plaats gekomen. Heel goed, want deze weg is al van oude tijden af de enige weg om de toekomende toorn te ontvlieden en de eeuwige zaligheid te verkrijgen.

Gelukkig, de oorzaak der moedeloosheid is niet in ongehoorzaamheid. Want niets mishaagt de Heere meer dan dat. Wij hebben altijd biddende te strijden tegen de oude kwaal van moedwillige ongehoorzaamheid.

Maar nu weet Helper meteen, wat de oorzaak is van zijn vallen in de poel Moedeloosheid. Het blijkt uit de vraag: Maar waarom hebt ge niet op die stenen gelet? Daar is verzuim gepleegd.

De Pelgrim wist, dat hij had te letten op de stenen van Gods ontfermende liefde. Daarin is de grond der hoop, de pleitgrond des gebeds.

Hieraan had Plooibaar geen behoefte. Hij dacht de hemel met zijn willen en lopen te verkrijgen. In hem is het duidelijk bewezen, dat het niet is desgenen die wil, noch desgenen die loopt. Wij moeten leren leven uit Gods ontfermende liefde.

Het leven der genade is van stap tot stap een leven uit de beloften van het Evangelie. Het is de Moeder, waaruit al de kinderen van de beloften zijn voortgekomen. Een Moeder, die haar kinderen niet alleen baart, maar ook voedt en opvoedt voor de dingen der eeuwigheid.

Door niet te letten op de stenen van Gods beloften komt men in moedeloosheid. Daar is geen andere bron, waaruit men moed en kracht kan putten om de reis naar het land des Heeren te maken, dan in de beloften van het Evangelie.

Hier worden de beloften stenen genaamd, want in elke belofte schittert de Rotssteen, Wiens werk volkomen is.

Het gaat in ons hart en leven om de vervulling van Gods beloften, zodat men er door aan de troon der genade gebonden wordt. Wie genoeg heeft aan het bezit van de beloften, en niet de vervulling zoekt, komt om.

De Pelgrim had op de stenen van Gods beloften kunnen letten, want de kracht van de vervulling was hem bekend. Met een innig gevoel, met de bewogenheid des geloofs sprak hij van de dingen der eeuwigheid.

Naar Gods beloften was de wet der liefde in zijn hart geschreven door de Heilige Geest, zodat hij de Heere hartelijk lief had. En uit kracht daarvan was het zijn keus, de Heere te vrezen.

Al wenende en bevende kwam hij tot de Heere met de bede: Wat moet ik doen? En door de prediking van Evangelist kreeg hij antwoord op zijn bede: Wat moet ik doen om zalig te worden? En zie, de belofte: Bidt en u zal gegeven worden, is in hem vervuld.

Wij hebben te letten op de vervulling van Gods beloften. De Heere zegt: Zoekt, en gij zult vinden. Maar in het zoeken naar de enge poort was de Pelgrim wel echt werkzaam, maar niet altijd op een rechte wijze. Door op te gaan met zijn gevoel in de beschouwing van geestelijke en eeuwige dingen, heeft hij het verzuimd met de nodige ernst te letten op de stenen, die van zo grote betekenis zijn. M aar met deze bestraffing heeft Helper de hulpbehoevende man niet verstoten. Met de liefde van zijn hart gaf hij hem de rechterhand der gemeenschap, en zie, hij werd getrokken uit de modder der moedeloosheid om zijn weg te vervolgen naar de enge poort. Helper is een man, die zich verstandig weet te gedragen jegens een ellendige. De Heere heeft hem in Zijn dienst gesteld, om bedroefden te troosten en zwakken te sterken.

„Maar waarom — zo sprak de Pelgrim — wordt deze modderpoel niet droog gemaakt, opdat de arme reizigers veilig zouden kunnen gaan over de vlakte naar de poort, die de Heere gebouwd heeft?”

Als het mogelijk was zou dat voor deze reizigers wel gemakkelijk wezen. Maar door de reizigers, die over deze vlakte gaan, is deze poel ontstaan. Het zijn in een meerdere of mindere mate allemaal doodbrakende mensen, die hun hart vol dood en verderf, hier uitstorten. Zij walgen van zichzelf. Dit woord: „En gij zult van uzelf een walging hebben over al uw boosheden, die gij gedaan hebt”, behoort ook tot de vervulling van Gods beloften.

Elke reiziger naar de enge poort stort op deze vlakte al de boosheid en goddeloosheid van zijn hart en leven uit voor het aangezicht des Heeren, en dat verenigt zich tot een poel van moedeloosheid. Zelfs de stenen van Gods beloften, die hier gelegd zijn, worden er soms nog door bemodderd, zodat de reizigers die wat beneveld zijn en te weinig letten op de stenen, er in stappen. Daarom hebben wij dit woord: „Het is en blijft de poel Moedeloosheid” ter harte te nemen.

In de beloften van het Evangelie is de enige bron van moed en kracht. Wij hebben te zoeken in het Boek des Heeren naar een belofte voor ons hart en leven. En dat maakt ons recht arm en hulpbehoevend. De belofte van het licht zegt, dat wij duisternis zijn. Die van het leven zegt, dat wij midden in de dood liggen. Belooft de Heere ons te zijn tot een woning, dan geeft Hij daarmee te kennen, dat wij dakloos zijn.

Maar daar is anderzijds een zoete verkwikking, een smaken van Gods goedertierenheid, in het gebruik van de beloften om haar vervulling te verkrijgen. Hieruit vloeit de innige gebondenheid des harten voort aan de troon der genade. ,

Laat ons nooit het bezit van Gods beloften houden voor het bezit van derzelver inhoud, want dat baart een bittere teleurstelling.

Het volk, dat omgekomen is in de woestijn, is omgekomen omdat het de vervulling van de beloften niet zocht bij de Heere, al werd dat nog zo krachtig door Jozua en Kaleb gepredikt. Uitgetrokken in het geloof, zijn velen toch nog omgekomen door het ongeloof. En dat hebben wij ter harte te nemen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 1966

Bewaar het pand | 4 Pagina's

De Pelgrimsreis is voor Oud en Jong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 1966

Bewaar het pand | 4 Pagina's