Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Alternatieve geneeswijzen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Alternatieve geneeswijzen

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nevenstroom naast hoofdstroom

In de Nederlandse gezondheidszorg bestaat een redelijk uniforme wijze van denken over de oorzaak van ziekten en de behandeling ervan. De kennis van ziektepatronen en behandehnethoden is geconcentreerd binnen de groep van universitair opgeleide artsen en onderzoekers. Deze groep is sterk natuurwetenschappelijk geschoold. Ziekten zijn primair het gevolg van verstoringen in de scheikundige en natuurkundige structuur van ons lichaam. Zelfs psychische ziekten zijn grotendeels terug te voeren op verstoringen van deze aard. De behandelmethoden zijn daarop gericht. We kunnen de chemische structuur van ons lichaam beïnvloeden (door medicijnen) of de fysische structuur veranderen (bijvoorbeeld door operaties en bestralingen). Dit kunnen we somatotherapieën noemen: therapieën die direct ingrijpen op het fysisch (stoffelijk) aspect van ons mens-zijn. Binnen deze universitaire, 'reguliere' geneeskunst kennen we ook psychotherapieën. Door gesprekken te voeren met patiënten kunnen we invloed uitoefenen op bepaalde ziekteverschijnselen en de wijze waarop mensen ziekte beleven en ermee omgaan.
Naast deze hoofdstroom kennen we een nevenstroom: de alternatieve geneeswijzen. Het meervoud is terecht. Het gaat niet om één enkele andere denkwijze in de gezondheidszorg, maar een spectrum van alternatieve methoden en denkconcepten. De alternatieve geneeswijzen worden ook vaak niet-universitair genoemd (ze zijn niet of nauwelijks opgenomen in de scholing van artsen en onderzoekers) of complementair (= aanvullend). De laatste aanduiding heeft betrekking op het feit dat de meeste mensen in Nederland in eerste instantie kiezen voor een reguliere behandeling. Pas in tweede instantie, als de reguliere geneeskunst geen of onvoldoende effect (meer) heeft, wordt gekozen voor een alternatieve benadering.

Het palet alternatieve geneeswijzen

Veel alternatieve geneeswijzen zijn al oud. Het gaat dan bijvoorbeeld om het overgebleven deel van de volksgeneeskunst, zoals het gebruik van allerlei kruiden of het hanteren van allerlei leefregels. Soms zijn alternatieve geneeswijzen afkomstig van kritische artsen, zoals Hahnemann, die rond 1800 de homeopathie ontwikkelde, en de Vlaardingse huisarts Moerman, die in de jaren vijftig van de vorige eeuw het Moermandieet ontwikkelde. Andere alternatieve geneeswijzen zijn verbonden met magie en levensovertuiging, zoals het magnetisme en de antroposofische geneeskunst. Alternatieve geneeswijzen brengen ons in contact met andere culturen, zoals de acupunctuur, een zeer oude Chinese wijze van behandelen van patiënten. Bij veel alternatieve geneeswijzen gaat het niet alleen om andere geneesmethoden, maar ook om geheel andere ideeën met betrekking tot de opbouw van het lichaam en de herstelmechanismen van ziekten. Zo kent de acupunctuur 'meridianen', lijnen in de huid die energiepunten met elkaar verbinden en zegt de iriscopist dat het regenboogvlies een afspiegeling is van het gehele lichaam. Vrij breed gedragen is ook de idee dat een middel of methode het lichaam aanzet tot zelfherstel. Een homeopathisch middel is eigenlijk niet zozeer een geneesmiddel, maar een stimulans om de mens zichzelf te laten herstellen.

Werking van geneesmethoden

In de reguliere geneeskunde werken we vooral met twee soorten kennis. In de eerste plaats hebben we inzicht in het functioneren van ons lichaam bij gezondheid en ziekte. We weten precies hoe een insulinemolecuul er uitziet, hoe het zich verbindt aan een cel en wat het doet in de cel. We kunnen op de computer een insulinemolecuul ontwerpen waarvan we redelijk zeker weten dat als mensen het inademen (!), het molecuul toch de gewenste werking heeft (tot nu toe moet insuline ingespoten worden). Maar lang niet alles is bekend, ook niet van reguliere geneesmethoden. Van veel methoden weten we wel dat ze effect hebben, maar niet (precies) hoe dat effect tot stand komt. Die kennis is veelal afkomstig van effectonderzoek. Je vergelijkt het toepassen van een nieuwe geneesmethode met het niet-toepassen ervan of met het toepassen van een al langer bestaande methode. Om dit onderzoek goed te kunnen doen heb je twee patiëntengroepen nodig, waarbij die groepen goed met elkaar te vergelijken zijn (en de patiënten dus dezelfde aandoening hebben!). De ideale proefopzet is dat de patiënten én de behandelende arts niet weten welke behandeling wordt toegepast. Bij geneesmiddelenonderzoek wordt dit gerealiseerd door de ene groep een placebo te geven: een schijngeneesmiddel. Noch de patiënten, noch de arts, maar alleen de onderzoeker (die geen contact heeft met de patiënten) weet welke patiënten het echte, uit te testen geneesmiddel krijgen en welke patiënten het placebo.

Onderzoek naar alternatieve geneeswijze

Van alle alternatieve geneeswijzen kan gezegd worden dat we het werkingsmechanisme niet kennen. Zouden we het werkingsmechanisme wel kennen, dan is de methode eigenlijk per definitie niet meer alternatief. Bij sommige alternatieve methoden is effectonderzoek gedaan. Zo is bekend van sommige homeopathische middelen dat ze een groter effect hebben dan een placebo. Maar veel wetenschappers zijn er hierdoor nog niet van overtuigd dat homeopathische middelen werkelijk wat 'doen'. Daarvoor worden de volgende redenen aangevoerd:
• De onderzoeksopzet is zo dat de waarde van het resultaat beperkt is. De positieve uitslag wordt door het toeval bepaald en niet door een werkelijk causaal verband tussen de werking van het middel en het optreden van het effect.
• Dat sterk verdunde homeopathische middelen een werking kunnen hebben moet op basis van onze kennis van de scheikunde worden afgewezen.
• Als homeopathische middelen een werking hebben, zou alleen binnen de homeopathie het fenomeen optreden dat verdunnen tot gevolg heeft dat de werking van het middel blijft of sterker wordt. Immers, overal elders in onze ervaringswereld is het zo dat het verdunnen van een stof/oplossing het gevolg heeft dat de werking ervan minder wordt. Een auto rijdt wel op benzine, maar niet op sterk verdunde benzine. Als de koffie te sterk smaakt, verdunnen we de koffie. We zouden vreemd opkijken als de smaak daarna sterker zou worden. Als je te weinig paracetamol slikt, ervaar je geen pijnstillend effect.

Effectverklaringen

In veel gevallen zal het toepassen van een alternatieve geneesmethode wel enig effect hebben. Als dat niet het geval zou zijn, zouden patiënten en behandelaars ontevreden zijn. En dat lijkt niet het geval. Er zijn nogal wat plausibele verklaringen voor het feit dat alternatieve geneeswijzen een effect hebben of lijken te hebben. Verklaringen zijn:
• Het ziekteproces vertoont spontaan herstel. Veel ziekten gaan vanzelf over. Vaak zoeken we medische hulp als de ziekte op z'n ergst is of als het al weer beter gaat (wachttijd!). Als dan een (alternatieve) behandeling wordt toegepast, lijkt het alsof de genezing door die behandeling komt. In werkelijkheid is het een spontane genezing of verbetering.
• Veel mensen passen alternatieve geneeswijzen toe voor klachten waarvan de oorzaak onduidelijk is of die niet eens berusten op een ziekteproces. Ook klachten verdwijnen vaak vanzelf of verminderen in ernst. Hetzelfde mechanisme als boven beschreven treedt op.
• Als een alternatieve geneeswijze wordt toegepast, wordt nogal eens een reguliere behandeling gestaakt (dat kan overigens een zeer onverstandige beslissing zijn!). Reguliere behandelingen hebben (negatieve) bijwerkingen. Door het staken ervan, verdwijnen die ongewenste bijwerkingen. Het positieve resultaat wordt - onjuist - toegeschreven aan het gebruik van het alternatieve middel.
• Veel alternatieve geneesmethoden hebben een sterk element van psychotherapie. Er wordt uitgebreid gesproken met de patiënt, de klachten worden voluit erkend en benoemd. Veel therapeuten besteden uitgebreid aandacht aan hun patiënten. Psychotherapie kan grote invloed hebben op het welzijn van mensen, inclusief hun lichamelijk conditie. De mens is immers één geheel. Maar het effect komt dan niet tot stand door het middel (acupunctuur, strijken, homeopathisch medicijn), maar door de gesprekken.
• Allerlei zaken beïnvloeden ons lichamelijk functioneren, ook placebo's. Mensen die placebo's gebruiken, krijgen allerlei bijwerkingen. Je kunt daarvan nog zeggen dat het subjectief is: het is een beleving. Maar mensen die placebo's gebruiken, gaan ook meer plassen. Dat is toch behoorlijk objectief. We kennen dat soort mechanismen uit eigen ervaring. Als vooral oudere mensen het Wilhehnus horen (ze hebben de oorlog nog meegemaakt!), springen de tranen hun in de ogen. Als je er goed over nadenkt, is het een wonderlijk mechanisme. Je hoort een bepaalde melodie en in je lichaam gaat ineens iets anders werken. Ervaringen hebben kennelijk een directe invloed op ons lichaam. We weten uit onderzoekingen dat dergelijke mechanismen ook meer onbewust kuimen optreden en dat het effect minder onmiddellijk kan zijn dan bij de tranen in onze ogen. Niet altijd zijn we ons direct bewust van het feit dat we verliefd zijn op iemand, maar de lichamelijke effecten zijn er dan toch ook wel degelijk! Denk ook maar eens aan de lange-termijngevolgen op ons lichaam van stress. Alternatieve geneeswijzen hebben een groot placebo-effect, waarschijnlijk groter dan reguliere geneeswijzen. Het gaat niet (alleen) om het middel of de methode zelf, maar om het feit dat er iets gebeurt waaraan we betekenis toekennen.

Bij alle bovengenoemde verklaringen doet het er eigenlijk niet zoveel toe welke methode er toepast wordt. Zowel bij een dieet als bij een homeopathisch middel of acupunctuur of strijken kunnen deze effecten optreden. Dat verklaart wellicht waarom er zoveel alternatieve geneeswijzen zijn. Ze helpen allemaal wel. Overigens treden de genoemde effecten ook op bij het gebruik van reguliere methoden. Van sommige operaties is bekend dat ze een behoorlijk groot psychologisch effect hebben, meer dan dat ze nu werkelijk de situatie in het lichaam veranderen.

Kunnen alternatieve geneeswijzen occult zijn?

We gebruiken in christelijke kring het woord occult om aan te duiden dat iets een uiting is van het kwade, van de duivel. Omdat sommige alternatieve geneeswijzen verbonden zijn aan onchristelijke denkbeelden (zoals magnetisme aan spiritisme; acupunctuur aan kosmische krachten) ligt het voor de hand dat ze door sommigen occult genoemd worden. Nu is het niet gemakkelijke het occulte precies aan te wijzen. We geloven in de duivel, maar we kunnen de duivel niet voor de ander zichtbaar maken. De duivel is geen aards-objectiveerbare realiteit. In het perspectief van Gods Koninkrijk is de duivel degene die zorgt voor chaos, voor wanorde en verwarring. Hij leidt mensen tot zonde en verhindert dat mensen tot hun bestemming komen. Als mensen zonder God tot rust komen, is dat een schijngestalte van rust en niet de rust die gevonden wordt in het Koninkrijk van God.
Het duivelse kan niet direct gekoppeld worden aan een voorwerp, een ding zoals een geneesmiddel. Het aards-materiële is geen geest in zichzelf. We behoeven ons niet af te vragen of in een tabletje paracetamol een goede of kwade geest huist. Wel kunnen sommige mensen - meer dan anderen - onder invloed staan van een kwade geest. Ook kunnen voorwerpen ons, meer of minder bewust, in contact brengen met die personen. Als een therapeut leeft en werkt vanuit een verwarrende wereld (zoals het spiritisme), gebruik maakt van persoonlijke, moeilijk te objectiveren en daardoor verwarrende krachten, is er sprake van occultisme. Van deze 'gaven' mogen we geen gebruik maken. Gezien vanaf de andere zijde: als een patiënt verwarring en geloofsafbraak ervaart door de contacten met een therapeut, moet dat contact verbroken worden. Dat geldt ook voor de situatie waarin de patiënt zich steeds meer afhankelijk gaat voelen van de therapeut. Het vertrouwen op de mens komt dan in de plaats van het vertrouwen op God. In dergelijke situaties maakt het niet eens zoveel uit of de behandelaar regulier of alternatief werkt.
We kunnen als mensen zo gericht zijn op onze ziekte en de genezing daarvan, dat we de overige aspecten van ons bestaan uit het oog verliezen. Als we ons lichamelijk beter voelen, maar psychisch en in ons geloofsleven er op achteruit gaan, is dat niet de heling en gezondmaking die ons in de Bijbel wordt voorgesteld en beloofd. Daar hebben we zelf overigens lang niet altijd erg in. Het is daarom goed daarin elkaar te helpen en aan te scherpen.

Gebruiken of niet?

Wie van een alternatieve geneeswijze gebruik wil maken, moet een aantal dingen bedenken.
• In de gezondheidszorg komen veel problemen terecht die daar niet thuis horen. Dat geldt des te meer voor de wereld van de alternatieve geneeswijzen. Mensen met psychische problemen, geloofsproblemen, verdriet, eenzaamheidsproblematiek, problemen met de inrichting van het leven moeten adequate pastorale hulp krijgen en behoren niet aangewezen te zijn op de gezondheidszorg. Hier ligt een belangrijke taak voor de christelijke gemeente en niet voor de dokter of alternatieve therapeut.
• De reguliere geneeskunst kan niet alles, maar soms wel veel. Zo is het soms mogelijk een levensbedreigende situatie op te heffen. Wie daarvan geen gebruik maakt, is onverantwoord bezig.
• Wie toch gebruik wil maken van een alternatieve therapeut, moet goed letten op diens vakbekwaamheid. Die bekwaamheid is niet vanzelfsprekend. De overheid heeft geen register van erkende therapeuten. Dat register is er wel voor bijvoorbeeld artsen en gezondheidszorgpsychologen. Er zijn wel beroepsverenigingen van alternatief werkende therapeuten, die vaak lijsten publiceren met daarop de namen van de personen die een goede opleiding hebben gevolgd.
• Bij de keuze voor een alternatieve geneeswijze moet gelet worden op het methodisch karakter ervan. Niet voor niets spreken we over geneesmethoden. Een methode is inzichtelijk, kan beschreven worden, kenmerkt zich door heldere regels en is leerbaar en overdraagbaar. 'Strijken' en 'magnetiseren' zijn - al of niet reële - persoonlijke gaven, die niet voldoen aan de eisen die gesteld worden aan een methode.
• Naar mate een behandeling meer het karakter heeft van een psychotherapie, wordt de geloofsachtergrond van de therapeut belangrijk. Van een chirurg vinden we het belangrijker dat hij goed opereert dan dat hij een christen is.
Voor een huisarts ligt dat al anders. Bij de keuze van een psycholoog of psychiater spelen diens persoonlijke opvattingen en levensovertuiging vergaand mee. Bij een alternatieve behandeling is het belangrijk ook dit aspect in het oog te houden.
• Bij de beoordeling van een alternatieve geneeswijze mogen nuchter verstand en de leiding van Gods Geest hand in hand gaan. Voor alle beslissingen geldt dat we ze in Gods hand mogen leggen. Dat geldt zeker ook voor de keuze van een geneesmethode. Maar dat ontslaat ons niet van de verantwoordelijkheid ons verstand te gebruiken. Soms ligt de onzin en het kwakzalverig karakter van het werk van een 'therapeut' er zo dik bovenop, dat we alleen maar verbaasd kunnen zijn over het feit dat ze toch nog een bloeiende praktijk hebben. De mens wil bedrogen worden. De zieke mens is daarin nog eens extra kwetsbaar.

Dit artikel werd u aangeboden door: Driestar Educatief

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 november 2000

Driestar bundels | 164 Pagina's

Alternatieve geneeswijzen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 november 2000

Driestar bundels | 164 Pagina's