Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Petrus Dathemus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Petrus Dathemus

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(12.)

In het vorige artikel schreven we, dat Datheen een schriftelijke verklaring gaf aan de afgevaardigden der Synode. Die verklaring luidde als volgt:

„Genade en vrede door Christus Jezus.

Eerwaardige mannen broeders, waarde ambtgenoten! De afgezant der Synode, te 's-Gravenhage gehouden, Johannes Gerobulus, getrouw dienaar der kerk te Vlis-singen, voorzien van uw credentiebrief, alsook de heer Pezelius, zeer beroemd godgeleerde, zijn behouden tot mij gekomen en hebben, niet door toeval, maar door de bijzondere voorzienigheid Gods, tot reisgenoot verkregen de heer Menso Alting, 'n broeder, bij mij zeer geliefd, wier aankomst mij hoewel geheel onverwachts toch zeer aangenaam is, ja hoogstaangenaam is geweest. Ik heb het gevoelen der eerwaarde Synode verstaan errhaar toegenegen welwillendheid mijwaarts duidelijk bemerkt en ben ten hoogste dankbaar voor de broederlijke belangstelling, die zij jegens mij heeft gelieven aan de dag te leggen. Ik heb de heren broederen open en oprecht geantwoord, dat ik, enigermate bekoord door de schitterende beloften van die onheilige en onreine Chunradus (van wiens omgang mijn ziel gruwt!), en beledigd en verbitterd door die onheuse behandeling, waarmede mij sommigen van het hof te Utrecht onbillijk hebben bejegend, in het begin enige

dingen te ruw gezegd en geschreven heb; en dat ik, door de zucht naar ik weet niet wat verborgen leer en ontstoken door de inblazing van die bedrieger, de lezing heb verlangd van sommige boeken, die ik nooit had gezien en die ik, nadat ik ze met het uiterste der lippen geproefd had — daar ik in die windselen van woorden niets sappigs of degelijks vond — versmaad, ja verfoeid heb. Doch eindelijk niet slechts door aanhoudende en dodelijke ziekten neergedrukt, maar zelfs ook de laatste ure elk ogenblik verwachtende, ja verlangende, heb ik al wat in mijn ziel aan weifeling, bitterheid of wrok is geweest geheel terzijde gesteld en heb ik, door de genade des Heiligen Geestes, mijn ziel zó gesterkt in die godsdienst, welke ik tot hiertoe beleden heb, dat de hoop daarbij (met afkeuring en veroordeling van de godslasteringen en dwalingen der David-Joristen, Libertijnen, Enthusiasten, Wederdopers en alle andere secten) naar de belijdenisschriften der orthodoxe kerk, door de gunst van de algoede en allerhoogste God, tot aan mijn laatste ademtocht te blijven volharden en daarin dagelijks vorderingen te maken. Waarom ik echter, met verzaking mijner vorige roeping, tegen mijn wil - een ander levensberoep gekozen heb, zal de heer Gerobulus U breedvoeriger uiteenzetten: dat dit nl. niet geschied is door enigerlei verachting van het predikambt, maar wegens gebrek aan de nodige middelen om te leven en opdat ik niemand tot last zou zijn. Ik ben trouwens indachtig aan het apostolisch woord: het is zaliger te geven, dan te ontvangen. Intussen was het mij hoogst aangenaam, dat de broeders, gedachtig aan mijn bekrompen omstandigheden en langdurige tegenspoeden, mij een vriendelijke tegemoetkoming mildelijk hebben aangeboden.

Maar wijl in deze uiterste gedruktheid der kerk talloze vromen in de hoogste nood verkeren, zal het beter zijn thans dit bedrag ten hunner behoeve bijeen te brengen, hetwelke ik echter niet versmaden zal, zo God mij in mijn kwijnende ouderdom, of liever uittering, door huiselijk gebrek zou willen beproeven. Meer te schrijven gedoogt niet de tijd en mijn zwakheid. Al het overige beveel ik aan de trouw van de heer Gerobulus en aan de oprechtheid der uitstekende mannen Pezelius en Menso aan, terwijl ik alleen dit verzoek, dat de broeders zich hiervan levendig overtuigd willen houden, dat ik, zo God mij de nodige krachten opnieuw zal geschonken hebben, met vreugde, tot vroegere arbeid terug zal keren. God, de Vader van onze Heere Jezus Christus, verrijke U allen met Zijn gaven en ontferme Zich over Zijn zeer bedrukte kerk. Amen. In haast, 22 Juli 1586.

Uw ambtgenoot en broer in Christus „Petrus Dathenus."

Met deze brief verlieten de afgevaardigden Datheen, om zich naar Holland te begeven en daar verslag uit te brengen van hun bevindingen.

Zodra Ds. Pezelius in Bremen is teruggekeerd haast hij zich een uitvoerig verslag te maken, om dit aan de Synode te zenden. Tijdens de besprekingen met Datheen had hij al korte aantekeningen gemaakt, zodat zijn verslag vrij nauwkeurig kan worden opgesteld. Ja, hij geeft de Synode raad toch alles aan te wenden, wat mogelijk is om Datheen te behouden. Vooreerst adviseert hij, dat de Synode Datheen haar instemming met zijn rondborstige belijdenis zal te kennen geven, maar ook, dat de Synode zal trachten om Datheen tot enig werk in de gewijde dienst terug te roepen. Jammer, dat men deze raadgevingen nooit heeft opgevolgd. De brief van Pezelius kwam in Holland aan, toen de Synode juist enkele dagen van te voren was uiteengegaan. Datheen is dus door geen enkele synodale uitspraak weer in ere hersteld,

Datheen heeft onze vaderlandse bodem niet meer betreden. Met het oog op zijn wankele gezondheid kon hij ook niet'veel arbeid meer verrichten. Om in zijn noodzakelijk levensonderhoud te kunnen voorzien, blijft hij de praktijk van geneesheer uitoefenen. Hij moet dit wel doen, want financieel was hij zeer achteruitgegaan. Op zijn oude dag mocht Datheen nog weer gaan zwerven. De Lutherse overheid verbood de Calvinisten langer in de stad Staden te blijven. Ook Datheen vertrekt en begeeft zich naar Dantzig. Doch ook hier geen rust, ja, hij mag zelfs niet eens in de stad overnachten. (De magistraat was opgestookt door de Wederdopers, die Datheen van oproermakerij beschuldigden.)

In één der voorsteden van Dantzig kan de oude man overnachten. De volgende dag begeeft hij zich dan naar Elbing, in Oost-Pruisen. Hier heeft hij in rust en zeer bemind en geacht, zowel bij de Overheid als bij de bevolking, het laatste jaar zijns levens doorgebracht. 17 Maart 1588 is hij gestorven en mocht hij ingaan in de rust, die er overblijft voor het volk van God.

Na een leven vol moeiten en teleurstellingen is Datheen tenslotte in een vergeten stadje in Duitsland overleden. Niettegenstaande dat is hij toch voor de kerk in Nederland van grote betekenis geweest. Dr. Ruys schrijft in zijn dissertatie:

„Ongetwijfeld ligt Datheen's voornaamste beteke-„nis op kerkelijk gebied. In de moeilijkste tijden heeft „hij de Gereformeerde kerken in Nederland en daarbuiten onschatbare diensten bewezen. Stoer van be-„ginsel als hij was, dacht hij aan geen wijken, al wist „hij zich ook van velen verlaten, „En wat Datheen's betekenis als schrijver betreft, „deze lag vooral hierin, dat hij aan de Gereformeerde „kerken een Psalmberijming en een vertaling van de „Heidelbergse Catechismus geschonken heeft. Bovendien heeft hij zich in zijn dagen een ijverig verdediger betoond van de beginselen der Reformatie, „bepaaldelijk zoals deze door Calvijn waren uitge-„werkt."

Inderdaad, Datheen was een stoer Calvinist en een fel bestrijder van de vijanden van Christus' kerk. Even als elk mens, had ook Datheen zijn gebreken en heeft hij fouten gemaakt.

Daarvoor behoeven de ogen niet te worden gesloten. Maar ondanks zijn tekortkomingen is Datheen een man geweest, voor wiens persoon en arbeid we waardering dienen te hebben. In onze vaderlandse kerkhistorie is hij ongetwijfeld één der belangrijkste personen geweest. Niet om Datheen te verheerlijken, maar door God rijkelijk met genade en gaven begiftigd, is hij in Gods hand een instrument geweest, om Zijn kerk op aarde te leiden en op te bouwen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 december 1952

Daniel | 8 Pagina's

Petrus Dathemus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 december 1952

Daniel | 8 Pagina's