Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. P. Wittewrongel en de plichten van de man -1-

Bekijk het origineel

Ds. P. Wittewrongel en de plichten van de man -1-

Een voorproef van de nieuwe uitgave van het gehele werk van ds. P. Wittewrongel.

23 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer u dit onder ogen krijgt, is waarschijnlijk het eerste deel van de nieuwe uitgave van de Oeconomia Christiana of Christelijke huishouding van ds. P. Wittewrongel reeds verschenen of bijna verschenen. Dit betreft een uitgave in het hedendaags Nederlands. Het is de bedoeling dat er uiteindelijk vijf delen verschijnen die het gehele oorspronkelijke werk omvatten. Tot Deo volente 30 juni aanstaande hebt u nog de mogelijkheid om voordelig op deze serie in te tekenen. Zie meer hierover in het hierna afgedrukte kader.

Uit de nieuwe, herspelde versie van de tekst hebben we in de twee voorgaande nummers van 'In het Spoor' afgedrukt wat ds. Wittewrongel geschreven heeft over de plichten van de vrouw ten opzichte van de man. Nu willen we verdeeld over twee nummers afdrukken wat hij over de plichten van de man ten opzichte van de vrouw geschreven heeft. De plichten van de man vat ds. Wittewrongel in één woord samen: liefde of liefhebben. Eerst somt hij dan de redenen op waarom het noodzakelijk is dat de man zijn echtgenote liefheeft (1), daarna beschrijft hij de billijkheid daarvan (2), om vervolgens aan de hand van een door de apostel Paulus gegeven voorschrift krachtig op het liefhebben door de man van zijn vrouw aan te dringen (3). Wat ds. Wittewrongel over deze punten geschreven heeft, is hieronder afgedrukt. In het boek zijn deze terug te vinden in hoofdstuk 19 en 20.

De volgende keer Deo volente hopen we hem nog eenmaal aan het woord te laten over drie bijzondere plichten van de man. Plichten waardoor de man in het bijzonder zijn liefde jegens zijn vrouw moet laten zien, te weten:

- hoe hij als het hoofd van de vrouw met wijsheid bij haar moet wonen en de welstand van haar ziel vóór alle dingen moet bevorderen (hfdst. 21);

- hoe hij in zijn gehele omgang moet laten blijken dat hij zijn huisvrouw in achting en in waarde houdt (hfdst. 22);

- hoe inzonderheid alle handelingen van hem ten opzichte van zijn huisvrouw niet bitter, maar vriendelijk moeten zijn (hfdst. 23).

Na de plichten van de man behandelt ds. Wittewrongel in zijn boek de plichten van de ouders. Ook dat gedeelte is zeer leerzaam. Het is niet voor niets dat Wittewrongels boek een standaardwerk op het gebied van de gereformeerde gezinsopvoeding wordt genoemd. Een boek dat in deze tijd van crisis in de opvoeding eigenlijk in geen enkele boekenkast mag ontbreken. De Heere mocht de heruitgave van en deze publicaties uit zijn boek nog tot zegen doen zijn voor ons en onze kinderen.

Redactie

Onderricht voor de man

Evenals de vrouw haar plicht heeft moeten weten, is daarin ook een bijzondere noodzakelijkheid dat ook aan de man in hetgeen hij aan zijn kant te betrachten heeft, onderricht2 zal gedaan worden. Immers omdat hij een voorbeeld voor zijn vrouw, ja, haar tot een leidsman wezen moet, wordt in het bijzonder van hem vereist dat hij bij zijn vrouw zal wonen met verstand (1 Petr. 3:7). Hoe uitnemender zijn plaats is in het gezin, hoe meer wijsheid hij nodig heeft. Want als hij in zijn plicht tekort zou schieten, dan zou God de Heere veel meer door hem onteerd worden en het gezin zou meer schade lijden.

Want terwijl een vrouw - hoe kwalijk zij zich ook zou aanstellen - nog enigszins door de autoriteit van de man in 't gareel3 zou gehouden kunnen worden, is de man die thuis geen autoriteit boven de zijne erkent, in zijn goddeloosheid niet zo gemakkelijk in te binden. Daarom is het vóór alle dingen nodig dat de man zijn plichten zal kennen en dat wij ook hem, zowel als de vrouw, wat nader aanspreken en voor ogen stellen wat hij te doen heeft.

Liefhebben

Zoals de algemene plicht die van de vrouw geëist wordt, onderwerping en gepaste onderdanigheid is, zo is het dat al hetgeen God de Heere van de man in Zijn heilig Woord eist, samengevat wordt in één woord: liefde. Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, zegt de apostel (Ef. 5:25). Tot viermaal toe wordt door dezelfde apostel deze plicht van hen geëist: in Éfeze 5 vers 25, 28 en 33 en in Kolossenzen 3 vers 19: Gij mannen, hebt uw vrouwen lief, en wordt niet verbitterd tegen haar. God, Die de man zijn vrouw gegeven heeft, gebiedt hem haar lief te hebben. Wij hebben hiervan een voortreffelijk voorbeeld in de heilige patriarch Izak, van wie wij lezen: Hij nam Rebekka, en zij werd hem ter vrouw, en hij had haar lief (Gen. 24:67). Op zeer goede gronden wordt dit zo menigmaal van de mannen geëist omdat de noodzakelijkheid van deze plicht (1.1) en de billijkheid ervan (1.2) zeer gemakkelijk aan te wijzen zijn.

1. De noodzakelijkheid

Het is nodig dat de man zijn vrouw liefheeft om de volgende redenen:

a. Omdat met dit ene woord al de plichten die de ene mens tegenover de andere, ja, de man tegenover zijn God - en veel meer dan tegenover zijn huisvrouw - schuldig is, omvat worden. De man moet de vrouw liefhebben, wil het in het huisgezin goed gaan. Dit is het unum necessarium; dat is: 'het enige wat nodig is', wat het al is in een huwelijk. Laat de vrouw alles hebben, huis en hof, sieraad en kleding, spijs en drank, en alles wat een man haar geven kan. Als hij haar niet liefheeft, is alles niets in haar ogen; te midden van al die voordelen zal zij zich ongelukkig voelen.


TEKEN NU IN EN TEL UW VOORDEEL!

De Landelijke Stichting ter bevordering van de Staatkundig Gereformeerde beginselen is druk bezig met het heruitgeven van het inhoudsvolle en omvangrijke werk van ds. P. Wittewrongel, genaamd 'Oeconomia Christiana of Christelijke huishouding'. Tot voor kort was dit zo lezenswaardige werk van ruim 2000 pagina's alleen (beperkt) in de zogenaamde oude druk verkrijgbaar, wat voor velen een hoge drempel vormt om het te lezen. Daarom heeft de Landelijke Stichting besloten dit werk opnieuw uit te geven in het hedendaags Nederlands. In herspelde vorm zal deze serie uit vijf boeken van circa 600 pagina's gaan bestaan. Het is de bedoeling dat daarvan op Deo volente zaterdag 11 mei 2013 tijdens de jaarvergadering het eerste deel gepresenteerd wordt. Stevig ingebonden en voorzien van een harde kaft. Naar verwachting zal elk volgend deel telkens een halfjaar tot een jaar later verschijnen, zodat de gehele serie bij leven en welzijn binnen 4 jaar compleet zal zijn. Het betreft een eenmalige uitgave (ISBN 9789077530115). De vijf delen worden alleen per serie verkocht voor een prijs van € 249,- ofwel € 49,80 per deel. Wij bieden u echter nog tot 30 juni 2013 de gelegenheid om op de complete serie in te tekenen voor een prijs van slechts € 199,-, ofwel € 39,80 per deel. Uw voordeel is dan maar liefst € 50,-! Bovendien behoeft u het bedrag van € 199,- niet ineens te betalen, maar in 5 termijnen; na het verschijnen van ieder deel betaalt u € 39,80 (alle delen worden zonder portokosten aan u verzonden). Laat deze laatste intekenmogelijkheid dan ook niet aan u voorbijgaan! De boeken zullen alleen bij de administratie van de Landelijke Stichting verkrijgbaar zijn en dus niet via de boekhandel verkocht worden, daar het anders niet mogelijk is om de prijs zo laag te houden. Om in te tekenen op de volledige serie kunt u - bij voorkeur - mailen naar: inhetspoor@kliksafe.nl, of bellen naar: 0418-671790 (bgg: 0416-693844). Graag in alle gevallen uw volledige adres en uw telefoonnummer doorgeven alsmede het aantal series van vijf boeken dat u wenst te ontvangen. Tevens willen wij u vragen om familieleden, vrienden, kennissen, scholen, schoolbibliotheken en Christelijke of kerkelijke leesbibliotheken op deze intekenmogelijkheid te attenderen om zo gezamenlijk deze zeer waardevolle uitgave mogelijk te maken.

Het bestuur


b. De man kan ook geen plicht tegenover zijn huisvrouw naar behoren betrachten als hij haar niet liefheeft. Dat al uw dingen in de liefde geschieden, zegt Paulus (1 Kor. 16:14). De man mag in genen dele deze plicht vergeten. Want hoewel wij hiervüür ook over de liefde gesproken hebben als de algemene band tussen man en vrouw, die door een zeer nauwe innerlijke liefde aan elkaar verbonden moeten worden, is dit toch een plicht die een man tegenover zijn huisvrouw op een bijzondere wijze waar te nemen heeft. En wel zodanig dat hij in alles deze liefde moet laten zien tegenover de huisvrouw van zijn schoot: in zijn gezicht, in zijn woorden, in al zijn omgang, alles moet met liefde gezouten en aangenaam gemaakt worden. Hij moet deze liefde tonen in zijn bevelen, bestraffingen en onderwijzingen, hetzij hij zijn autoriteit en mannelijk respect wil laten gelden of vertrouwelijke omgang met zijn huisvrouw wil hebben; als zij alleen of in gezelschap zijn, op alle tijden en in alles. Zoals het zout het eerst en het laatst op tafel moet zijn en het minst mag gespaard worden, zo moet ook de liefde het eerste en laatste zijn in het hart van de man. Zij moet met alles waarin hij met zijn vrouw van doen heeft, gepaard gaan. Want zoals al de raderen in een uurwerk stilstaan, zodra het grote rad dat al de anderen beweegt, niet voortgaat, zo zullen al de plichten vervallen of ten minste niet zoals het behoort betracht worden waar de liefde is uitgesloten en geen werking vertoont.

c. De man zou ook zeer spoedig zijn gezag4 over de vrouw kunnen misbruiken, haar smadelijk kunnen bejegenen, te klein willen houden, als er geen innerlijke liefde in zijn hart geplant is. Van nature zijn wij allen opgeblazen en te zeer geneigd om onze macht te ver uit te strekken, ja, dikwijls in geweld en enkel tirannie te veranderen. Dat blijkt maar al te duidelijk in vele goddeloze mannen, die in plaats dat zij hun vrouwen van harte zouden liefhebben, tirannen over hen worden.

d. Omdat de vrouwen, die vanwege hun broze natuur de zwakste vaten zijn, ook hun mannen in veel dingen zouden kunnen beledigen5 en hen vertoornen. Zo zou er, indien er geen liefde in de boezem en het hart van de man woont, weinig vrede in het huisgezin en tussen hen beiden te verwachten zijn. Daarom wordt deze liefde ook noodzakelijk aan de kant van de man geëist. Want zij wordt niet gemakkelijk verbitterd; zij bedekt alle dingen, ook een menigte van overtredingen (1 Kor. 13:5, 7).

Indien een man deze noodzakelijkheid niet zou kunnen zien, dan zullen wij niet meer tegen hem zeggen dan dat hij daarmee zeer duidelijk te kennen geeft dat er weinig of geen liefde Gods in hem woont. Want als de redenering van de heilige Johannes goed is als hij dit besluit maakt: Indien iemand zegt: Ik heb God lief; en haat zijn broeder, die is een leugenaar; want die zijn broeder niet liefheeft, dien hij gezien heeft, hoe kan hij God liefhebben, Dien hij niet gezien heeft? (1 Joh. 4:20), dan mogen wij dit met veel meer recht besluiten ten opzichte van de man. Want als hij zijn vrouw niet liefheeft, die hem door God in Zijn gunst is gegeven en die hem zo nastaat, hoe kan hij dan zeggen dat hij God liefheeft?

Maar zoals deze liefde nodig is, zo is die evenzeer:

2. Billijk en betamelijk

De natuur, de rede en de religie zullen de man veelszins tot het liefhebben van zijn vrouw verplichten:

- De natuur, daar zijn huisvrouw zijn vlees is. Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, zegt de apostel (Ef. 5:29); dat zou tegen de natuur strijden.

- De rede. De vrouw bewijst liefde aan haar man en naar het spreekwoord: Magnes amoris amor; dat is: De liefde is een magneet6 van de liefde. Haar zorg, haar inspanning, haar dadelijke en lijdelijke onderdanigheid verdienen dubbel deze wederliefde.

- De religie. Want God heeft hem deze vrouw gegeven en daarop berust het Goddelijk bevel propter hoc, dat is: dáárom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten, en zijn vrouw aankleven (Gen. 2:24; Matth. 19:5). Met zijn hart moet hij aan zijn vrouw kleven. Hij moet haar liefhebben. Hij Die hem een zodanige vrouw gegeven heeft, gebiedt het hem, ja gebiedt het dikwijls: Diligite uxores; dat is: 'Heb uw vrouw lief.' Kortom, als de apostel zegt dat zij zijn vlees is, vormt dat voor hem voldoende reden dat een man zijn vrouw behoort lief te hebben. Zij is uit de man genomen, uit zijn eigen zijde, waar het hart is, de ware zetel van de liefde. Sumpta est de viro; dat is: Zij is uit de man genomen; niet van de voet, opdat hij haar niet als voetveeg zou beschouwen; niet van het hoofd, opdat zij hem niet zou verachten; maar uit zijn zijde, opdat de twee naaste buren haar zouden liefhebben en omhelzen: als eerste het hart en vervolgens de armen. Zo heeft de Heere Christus in het Hooglied van Zijn bruid gezegd hoe zij omhelsd wordt volgens haar wens: Zijn linkerhand zij onder mijn hoofd, en Zijn rechterhand omhelze mij (Hoogl. 2:6; 8:3). En opdat ook de ziel van de man (die in het hart zijn voornaamste zetel heeft) gehecht zou zijn aan zijn huisvrouw, zoals de ziel van Sichem kleefde aan Dina (Gen. 34:3). En opdat hij de ziel van zijn naaste zou liefhebben als zijn eigen ziel, volgens de regel van de wet Gods (Lev 19:18; Matth. 22:39; Mark. 12:31; Rom. 13:9 enz.). Want wie kan iemand nader wezen dan zijn eigen vrouw, die zo nauw met hem verenigd is en zijn gezellin en de huisvrouw zijns verbonds is? (Mal. 2:14). Mijn broer is mij dierbaar en zeer lief, en soms is een goede vriend meer waard dan een broer. Maar de vrouw is het allebei voor haar man. Zo noemde ook Christus Zijn bruid amica mea, soror mea, dat is: 'Mijn vriendin, Mijn zuster', zoals zij dikwijls in het Hooglied genoemd wordt. Ja, pulchra mea, dilecta mea, dat is: 'Mijn schone, Mijn liefste, Mijn beminde.' De profeet noemt zijn huisvrouw de lust zijner ogen, in wie hij zich gedurig kon verheugen. Maar veel nauwer verbindt het de apostel als hij zegt dat zij één vlees met hem is, zijn eigen vlees. Nu is toch ons vlees, zeggen de armen, sprekend over de rijken (Neh. 5:5), als het vlees onzer broederen. En op dat fundament vermaant u de profeet dat gij u voor uw vlees niet verbergt (Jes. 58:7).

Die nauwe verbintenis7 tussen man en vrouw - waarover hiervóvór breder gesproken is -, is de enige grond van de ware liefde. Er kan geen nauwere band bedacht worden dan dat man en vrouw één zijn, zoals twee springaders die hun wateren laten vloeien in één stroom en rivier, zodat die niet van elkaar onderscheiden kunnen worden. En zoals die twee takken waarover de HEERE sprak bij Ezechiël: Doe gij ze dan naderen, het een tot het ander, tot een enig hout; en zij zullen tot één worden in uw hand (Ezech. 37:17).

3. Uitvoeriger raad geven

Wij moeten de mannen ook wat uitvoeriger raad geven in deze noodzakelijke en billijke plicht der liefde, namelijk: welke raad de mannen in Gods heilig Woord gegeven wordt om hun liefde op de juiste wijze in te richten8 en daartoe opgewekt te worden.

Het beste voorschrift

Geen beter voorschrift kunnen wij hun tot een regel voorstellen dan wat de apostel aanwijst: Dat de mannen hun vrouwen zullen liefhebben, zoals Christus Zijn gemeente liefgehad heeft (a) en zoals zij zichzelf liefhebben (b). Hij geeft dus aan hen tweeërlei voorschrift:

a. Hun vrouwen liefhebben zoals Christus de gemeente liefheeft.

Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk Christus de gemeente liefgehad heeft en Zichzelven voor haar heeft overgegeven (Ef. 5:25). Die liefde van onze Zaligmaker, zoals die in verscheidene zaken zeer voorbeeldig geweest is, kan tot een voortreffelijk voorschrift zijn om op dezelfde wijze onze vrouwen lief te hebben, te weten:

- De Heere Christus heeft Zijn Kerk eerst liefgehad; Hij heeft Zijn liefde eerst geopenbaard; wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft, zegt Johannes in zijn algemene zendbrief (1 Joh. 4:19). De bruid in het Hooglied zei daarom: Uw uitnemende liefde is beter dan wijn. Uw oliën zijn goed tot reuk, Uw Naam is een olie die uitgestort wordt; daarom hebben U de maagden lief (Hoogl. 1:2-3).

- Zijn liefde omtrent Zijn Kerk was oprecht, omdat Hij haar liefgehad heeft, niet enkel en alleen met woorden, maar ook metterdaad en in waarheid, zodat Hij Zichzelven voor haar overgegeven heeft (Ef. 5:25).

- Het is een vrije liefde geweest. Er is geen gestalte of schoonheid in Zijn Kerk geweest waardoor Hij bewogen zou zijn geworden om haar zo lief te hebben (Deut. 7:7-8, Ezech. 16:6).

- Een reine en zuivere liefde, want Hij is daardoor bewogen geworden om Zijn Kerk te heiligen (Ef. 5:26-27).

- De grootste liefde die iemand aan een ander zou kunnen betonen; want zo zegt de Zaligmaker Zelf daarvan: Niemand heeft meerder liefde dan deze, dat iemand zijn leven zet voor zijn vrienden (Joh. 15:13).

- Een altijddurende liefde, want alzo Hij de Zijnen, die in de wereld waren, liefgehad had, zo heeft Hij hen liefgehad tot het einde, staat er geschreven (Joh. 13:1). En Ik zal u Mij ondertrouwen in eeuwigheid, zegt de Heere (Hos. 2:18).

Kan een man zich wel een zuiverder en volkomener patroon voor ogen stellen? Op dezelfde wijze moet hij ook trachten zijn vrouw lief te hebben; haar voor te gaan in deze plicht van de liefde als haar leidsman, ja, haar hoofd. Het moet ook niet alleen maar9 een uiterlijke vormelijkheid10 van liefde zijn, maar hij moet zijn vrouw liefhebben met het hart; ook al was het zelfs zo dat er niets in zijn vrouw was waardoor hij bewogen zou worden om haar lief te hebben, alleen al omdat het zijn vrouw is en deze hem door God de Heere als zijn deel toegevoegd is, moet hij haar liefhebben.


...alleen al omdat het zijn vrouw is en deze hem door God de Heere als zijn deel toegevoegd is, moet hij haar liefhebben!


Deze liefde behoort ook een kuise en reine liefde te zijn. Hij moet zijn liefde alleen op zijn vrouw zetten en zich in haar liefde vermaken. Maar dan zo dat zij niet met onkuise en onreine bewegingen hun zielen en lichamen verontreinigen, omdat het huwelijk onder allen eerlijk is, en het bed onbevlekt (Hebr. 13:4). Deze liefde moet zo groot zijn dat, als het de nood eisen zou, de man ook zijn leven voor zijn huisvrouw zou stellen. Want als het door Johannes zelfs als een algemene plicht gesteld wordt dat wij ook schuldigzijn voor de broeders het leven te stellen (1 Joh. 3:16), dan zal dit inzonderheid tussen man en vrouw gelden.

David wenste ook voor zijn zoon Absalom te sterven. De man moet immers zijn huisvrouw liefhebben als zijn eigen leven. Hij moet ook de behouder van haar lichaam wezen, zoals Christus door Zijn leven te verliezen de Behouder is geweest van Zijn geestelijk lichaam, de gemeente (Ef. 5:23).

Wij willen daarmee niet de lichtvaardigheid van zulke mensen prijzen die om de minste beuzelingen de zaken van hun vrouwen zó tot de hunne maken dat zij zich onnodig in gevecht begeven en dikwijls een bloedschuld over hun zielen en hun huis brengen. Maar wel dat als de noodzakelijkheid dit eist, het leven van zijn huisvrouw hem zo dierbaar behoort te zijn als dat van hemzelf.

Ten slotte moet het niet zo gemakkelijk af en aan zijn met deze liefde, het moet een onsterfelijke en onverbrekelijke liefde zijn, die alleen door de dood verbroken mag worden.

b. Hun vrouwen liefhebben zoals zichzelf.

De mannen moeten hun vrouwen zo liefhebben als zij zichzelf liefhebben. Zo dan ook gijlieden, elk in het bijzonder, een iegelijk hebbe zijn eigen vrouw alzo lief als zichzelven (Ef. 5:33). En: Alzo zijn de mannen schuldig hun eigen vrouwen lief te hebben gelijk hun eigen lichamen. Die zijn eigen vrouw liefheeft, die heeft zichzelven lief (Ef. 5:28). Niet tevergeefs wordt dit voorbeeld ook door Paulus voorgesteld. Immers veel mannen kunnen zo onwetend zijn dat ze er weinig besef van hebben hoe de Heere Christus Zijn gemeente liefgehad heeft. Anderen zouden, doordat zij daarin een te grote volmaaktheid zien, de moed kunnen verliezen om dat Voorbeeld te kunnen navolgen en zo in de plicht van de liefde kunnen vertragen. Daarom heeft hij hen willen vermanen dat zij hun vrouwen zouden liefhebben als zichzelf. Niemand kan er onwetend van zijn hoe hij zichzelf liefheeft en een zodanige liefde moeten wij voor onze vrouwen koesteren11, net zo oprecht en ongeveinsd, zo standvastig, zo vrij, zo teer als de liefde is die wij voor onszelf koesteren. En zo blijmoedig als wij de liefde ten opzichte van onszelf betrachten, zo moet ook de liefde van de man tot zijn vrouw zijn; die moet ten enenmale zo ingericht worden om tegen haar te kunnen zeggen wat Boaz tegen Ruth zei: En nu, mijn dochter, vrees niet; al wat gij gezegd hebt, zal ik u doen; want de ganse stad mijns volks weet, dat gij een deugdelijke vrouw zijt (Ruth 3:11).

Krachtige motieven en beweegredenen

Zoals de voorgestelde voorbeelden, zowel van onze Zaligmaker Christus als van onszelf, zo'n gepast12 voorschrift geven waarnaar de man in de betrachtingen van deze plicht der liefde ten opzichte van zijn huisvrouw zich te richten heeft, zo gebruikt de apostel die om hem te leren dat in de overlegging van deze voorbeelden ook krachtige motieven en beweegredenen kunnen zijn om des te meer tot de liefde van zijn huisvrouw ontstoken te worden. Want wat kon de apostel van meerdere kracht de mannen voordragen dan dat hij:

a. Op het fundament van die nauwe band waardoor de man en de vrouw verenigd, ja, één vlees zijn, de liefde die zij voor zichzelf koesteren, tot een voorbeeld stelt en daarbij tot dit besluit komt: Alzo zijn de mannen schuldig hun eigen vrouwen lief te hebben gelijk hun eigen lichamen. Die zijn eigen vrouw liefheeft, die heeft zichzelven lief (Ef. 5:28). Zodoende moet hij die zijn vrouw niet zou liefhebben, erger geoordeeld worden dan een ongelovige, een heiden, ja, dan de onredelijke beesten zelf, en zij berokkenen zichzelf daarin het grootste nadeel. Zij die hun vrouwen niet liefhebben, betonen niet alleen dat zij zichzelf niet liefhebben, maar brengen zichzelf ook menigmaal in grote smarten en ellenden. Want al de nadelen13 die hun vrouwen door tekortkoming14 in de liefde van hun mannen overkomen, die treffen ook henzelf.

b. Het voorbeeld van onze Zaligmaker krachtig aanbeveelt15. Want een sterkere beweegreden kan niemand voorgesteld worden. Als Paulus de Hebreeën wil vermanen om volstandig en met lijdzaamheid te lopen de loopbaan die hun voorgesteld was (Hebr. 12:1), wil hij dat ze inzonderheid zouden zien op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, Dewelke voor de vreugde die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen en schande veracht, en is gezeten aan de rechterhand van den troon Gods (Hebr. 12:2). Zo wil de apostel hier de mannen daardoor opwekken om hun vrouwen lief te hebben dat hij hun het voorbeeld van de Zaligmaker Zelf voor ogen stelt: Gij mannen, zegt hij, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de gemeente liefgehad heeft (Ef. 5:25).

Als dit voorbeeld de mannen niet tot liefde voor hun vrouwen kan bewegen, dan weet ik niet wat het wel zal kunnen doen. Want de Zaligmaker, de Heere Jezus Christus (Die zo waardig is in Zichzelf dat Hij de banier draagt boven tienduizend, volgens Hooglied 5:10, zoals de bruid op die plaats haar Bruidegom zo hoog komt te stellen) heeft Zijn gemeente liefgehad, terwijl die in zichzelf zo veracht, zo walgelijk was in de ogen Gods dat Hij door de profeet Ezechiël haar liet aanzeggen: Alzo zegt de Heere HEERE tot Jeruzalem: Uw handelingen en uw geboorten zijn uit het land der Kanaänieten; uw vader was een Amoriet, en uw moeder een Hethitische. En aangaande uw geboorten: ten dage als gij geboren waart, werd uw navel niet afgesneden; en gij waart niet met water gewassen toen Ik u aanschouwde; gij waart ook geenszins met zout gewreven, noch in windelen gewonden (Ezech. 16:3-4), zodat de Zone Gods weinig voordeel van zulk een bruid zou hebben kunnen trekken. Maar als Hij, zeg ik, die toch heeft willen aanzien en op deze wijze heeft willen aanspreken (vers 6): Als Ik bij u voorbijging, zo zag Ik u, vertreden zijnde in uw bloed, en Ik zeide tot u in uw bloed: Leef; ja, Ik zeide tot u in uw bloed: Leef wat voor reden kan een man dan voorwenden dat hij zwarigheid zou maken om zijn vrouw lief te hebben, die zo gelijk aan hem is - tussen hen is zo'n groot verschil niet - en van wie hij nog zoveel goeds, zoveel dienst en troost genieten kan?


VAN BEIDEN WORDT VEEL GEËST!

Gij vrouwen, weest uw eigen mannen onderdanig, (...) gelijk de gemeente Christus onderdanig is. (...) Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zichzelven voor haar heeft overgegeven (Ef. 5:22, 24 en 25). Ds. M. Henry: "De plicht van de echtgenoten (...) is hun vrouwen lief te hebben (vers 25), want zonder dat zouden zij hun gezag en meerderheid misbruiken. (...) De liefde van Christus tot de gemeente wordt [hun] ten voorbeeld gesteld, welke liefde oprecht, rein, vurig en standvastig is, en dat niettegenstaande al de onvolkomenheden en gebreken waaraan de gemeente schuldig staat. De grootte van deze liefde voor de gemeente bleek daaruit dat Hij voor haar in de dood ging.

Merk op: Gelijk de onderwerping van de gemeente aan Christus de vrouw tot voorbeeld gesteld wordt, zo wordt de liefde van Christus voor Zijn gemeente de man tot maatstaf gegeven. En waar zulke voorbeelden aan beiden gegeven worden, en daardoor van beiden zoveel geëit wordt, heeft geen van beiden reden om zich over de verhouding te beklagen. De liefde die God van de echtgenoot voor diens vrouw eist, mag aanspraak maken op onderdanigheid aan haar man, die Hij van haar vordert. En de onderdanigheid aan de vrouw voorgeschreven, is een overvloedige vergoeding van de liefde die God wil dat haar echtgenoot haar zal toedragen."

-Ds. M. Henry, Verklaring van het Nieuwe Testament, dl. 3, Kampen 1995, p. 373, 374 (herspeld)-


Als iemand met aandacht op dit voorbeeld letten wil, zal er door niemand iets voorgewend kunnen worden om zijn gebrek aan liefde te verontschuldigen16: noch de geringe positie van hun vrouwen of hun onwaardigheid noch de rechtvaardige reden van belediging17 die zij hun mannen kunnen geven, noch het weinige voordeel en de geringe hulp die zij van hen krijgen. Maar hij zal tot de slotsom komen dat als onze Zaligmaker daarop had willen staan en op zulke gronden zo met ons zou handelen, wij dan nog onder Zijn ongenade lagen en in onze onreinheid zouden hebben moeten vergaan.

Aansporen

Het voorbeeld van zo'n grote Zaligmaker moet ons een aansporing geven om onze vrouwen lief te hebben. En dat zoveel te meer omdat de mannen in zo hoge mate daartoe verplicht worden. Zij hebben daarom er goed op toe te zien dat zij nooit nalaten hun vrouwen lief te hebben, ja, dat zij hun eerste liefde nooit verlaten; die schijnt dikwijls in het begin sterk genoeg te branden, zoals de Heere daarop gezien heeft, toen Hij door de profeet Jeremía Zijn volk hun gruwelijke en geheel onredelijke ondankbaarheid voor ogen wilde stellen en zei: Ga en roep voor de oren van Jeruzalem, zeggende: Zo zegt de HEERE: Ik gedenk der weldadigheid uwer jeugd, der liefde uwer ondertrouw, toen gij Mij nawandeldet in de woestijn, in onbezaaid land (Jer. 2:2). De brandende liefde, die in het eerste begin van het huwelijk zo heet schijnt te zijn, mag niet zomaar zo lauw of koud worden. Deze liefde die de man heeft tot zijn vrouw, behoort gelijk te wezen aan de liefde die de ouders hebben tot hun kinderen; die neemt eerder toe dan af, die vermeerdert eerder dan dat ze vermindert. Hoe langer de ouders hun kinderen hebben, hoe liever zij die krijgen.

Maar het is niet genoeg om zo in het algemeen de mannen aangewezen te hebben dat zij hun vrouwen lief moeten hebben; de bijzondere liefdesplichten moeten hun ook wat nader voor ogen gesteld worden."

(wordt Deo volente vervolgd).

Noten:

1) Zie: In het Spoor, decembernummer 2012, p. 229-236 en februarinummer 2013, p. 3-12

2) bericht

3) in order

4) superioriteyt

5) offensie geven

6) seyl-steen; ook: kompas

7) unie; ook: harmonie, verbond, vereniging

8) te reguleren; ook: zich dienomtrent te gedragen

9) simpelick

10) complement

11) toe-dragen

12) bequamen

13) schaden

14) mankement

15) aendringt; ook: onder de aandacht brengt

16) excuseren

17) offensie

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 2013

In het spoor | 60 Pagina's

Ds. P. Wittewrongel en de plichten van de man -1-

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 2013

In het spoor | 60 Pagina's