Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bejaarden voelen zich niet „weggestopt in een tehuis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bejaarden voelen zich niet „weggestopt in een tehuis

20 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nederland vergrijst. Het aantal bejaarden groeit en het aantal geboorten blijft afnemen. Er zijn te weinig opvangmogelijkheden voor ouderen, de bejaardenhuizen zijn vol en het toelatingsbeleid wordt daardoor steeds strakker. We lijken er een nieuw probleem bij te hebben: het bejaardenprobleem. Allerlei instanties, commissies en hog functionarissen spreken zich hierover uit. Hun mening haalt vaak de krant. In deze reportage laten we nu de bejaarden zelf eesn aan het woord.<br />

Hoewel de bejaarden bijna twaalf procent van de bevolking vormen wordt hun stem weinig gehoord. Ze vormen een geïsoleerde groep, waarover vaak vreemde denkbeelden bestaan. Vooral kinderen hebben de wonderiijkste voorstellingen van oude mensen. Dat bleek wel toen Het Jeugd Rode Kruis kinderen ansichtkaarten aan bejaarden liet sturen. Ze begonnen hun boodschap veelal met de wens,, van harte beterschap". Anderen bedachten vol medeleven ,,u zult wel eenzaam zijn" of stelden zelf al vast,, u kunt niet lopen".

Om hier verandering in te brengen heeft de Federatie voor Bejaardenbeleid in samenwerking met Het Jeugd Rode Kruis de lessenreeks ,,Wat heet oud" samengesteld. Op 30 oktober jl. werd het eerste exemplaar aangeboden aan staatssecretaris Van Leyenhorst van Onderwijs.

Spookbeeld
Ook op ander gebied staan de bejaarden in de belangstelling. Volgens berekeningen zal ons land in het jaar 2030 drie miljoen mensen boven de vijfenzestig jaar tellen. Het spreekt voor zich dat dit nogal wat financiële consequenties heeft. Het aantal jeugdigen zal echter anderhalf miljoen lager liggen dan nu, zodat er meer sprake is van een verschuiving in de besteding van de overheidsgelden dan van een stijging van de uitgaven. De Federatie voor Bejaardenbeleid is dan ook van mening dat het spookbeeld over de vergrijzing niet reëel is.
Vanzelfsprekend zullen er wel voorzieningen getroffen moeten worden nu de gemiddelde leeftijd nog steeds stijgt en het aantal bejaarden toeneemt. De vraag die dan naar voren komt is: moet het aantal bejaardenhuizen worden uitgebreid of moeten bejaarden weer in gaan wonen bij familie? Voor veel oude mensen heeft het woord bejaardenhuis een angstaanjagende klank. Anderen voelen zich er prima thuis en zouden niet graag hun benen bij familie onder de tafel steken. Alles heeft zo z' n voor- en nadelen. Dat bleek wel tijdens een gesprek met een aantal bewoners van het verzorgingscentrum ,,Open Vensters" te Ameide. Ze wilden hierover wel wat opmerkingen kwijt, al kwam er meer ter sprake, onder andere natuurlijk de jeugd van tegenwoordig.

Moeilijk
De bewoners die aan het woord komen zijn allen lid van de bewonerscommissie van ,,Open Vensters" en daardoor goed op de hoogte van het reilen en zeilen in heel het tehuis.
De heer F. J. Rademaker (77) woont sinds vier jaar in dit huis. Zelf komt hij uit Gorkum, ,,maarm'n vrouw kwam hier uit Ameide, vandaar. Of ik het naar m'n zin heb? De omstandigheden zijn niet anders, maar over 't algemeen is het hier goed. Wat eten en drinken betreft, het ene glijdt beter over je lippen as 't andere, maar da's thuis ook zo. Maar ik heb in een weeshuis gezeten, dan leer je wel eten." Verliesje niet veelprivacii, vrijheid in zo'n huis?
„ik zal het eerlijk zeggen," vertelt mevrouw A. Roodhorst-van Mourik (70), ,, het is hier goed, dat voorop, maar het is héél moeilijk. Je bent hier zelfstandig, we leven in een hele goeie gemeenschap, maar je moet wel véél achteriaten en dat moet je leren." Mevrouw Roodhorst is nu drie en een halfjaar in, ,Open Vensters", samen met haar man, die zij zelf niet meer alleen kan verzorgen. ,,Het tweedejaar is makkelijker dan het eerste. Je moet kunnen geven en nemen. Wij passen ons goed aan, maar we blijven zelfstandig. Je verliest wel een stukje échte vrijheid. Mijn man is bijvoorbeeld een intens duivenliefhebber, ik ben d'r trouwens zelf ook gek mee, en die duiven moesten we achterlaten."

Uitkomst
De heer G. Lakerveld (77) heeft helemaal geen problemen gehad met zijn overgang naar,, het huis". ,,Ik ben er nu vier jaar, maar 't is hier buitengewoon, dat durf ik gerust te zeggen. De vrijheid die ik thuis had heb ik hier ook. Ik woonde op een bejaardenflat hierbij, maar ik wasm'n vrouw kwijt en ik t> F. J. Rademaker A. Roodhorst kon het alleen niet redden, dat kunt u wel begrijpen. Nee, ik kon niet bij familie, maar als die mogelijkheid er wel was, geloof ik niet dat ik het gedaan zou hebben! Ik heb altijd gezegd: ik hoop m'n benen nooit bij een ander onder de tafel te steken! . . . Dit is een uitkomst voor mij!"
Het vierde lid van de bewonerscommissie, mevrouw J. Streefkerk-Schotman (78), geeft als reden waarom ze hier gekomen is; ,,Eigenlijk omdat ik ongelukkig was. 't Ging thuis niet meer. Mijn dochter zorgde goed, maar 's avonds was ik toch alleen. Nu ben ik al vijfjaar hier. 't Was eerst niet zo prettig, maar ja, je groeit erin. Nee, ik zou niet bij de kinderen in gewild hebben. Je zit met de jongelui he, die hebben graag muziek aan" ~ beschermend brengt ze de handen naar de oren ,,baaa! En je kan er niks van zeggen. Hier ben je bij je eigen, je kan doen watje wil."

Wagen vol
Vervolgens vertelt mevrouw D. van Maaswaai (76) over haar gang naar Ameide.,, Ik had in De Bilt een groot huis en ik had een tamelijk druk leven. Toen heb ik een keer hevig kou gevat, gevolgd door longontsteking en een hartaanval. Van de dokter moest ik toen naar een andere woning zoeken. Nou, ik was een beetje bekend In Ameide en ik hoorde dat daar een bejaardenhuis gebouwd werd, dus toen heb ik een formulier ingevuld en ik kreeg bericht dat ik kon komen. Ik was een van de eersten.
Hoe die overgang voor mij was? Die had ik al uitgevochten voor ik hier kwam. Je moet dingen afstaan, wel, ik had een nichtje dat ging trouwen, die heeft een wagen vol van me gehad. Ik heb me hier goed kunnen aanpassen. Ik verdwaalde in het begin wel, maar m'n vriendin hielp me. Door het rustige leven hier ben ik opgeknapt en ik wilde er eigenlijk wel uit maar dat gaf zo veel moeilijkheden en tegenstand van de familie."
Evenals mevrouw Roodhorst is mevrouw B. P. den Ouden-van Vuuren (77) hier voor haar man., ,En ik heb er nooit spijt van gehad," zegt ze maar meteen. ,,We konden bij m'n dochter komen, dan hadden we ook een eigen woonkamertje gehad en bedden, maar ik had er geen oren naar. Ze hadden geen kinderen, maar ik had het gevoel: je moet vrij blijven. Mijn man had er wel oren naar, maar ik zei, nee, dat doet ik niet. Zodoende zitten we nu hier en' t is ons prfma bevallen. Als ze zeiden ,,je kunt naar een eigen woning" zou ik zeggen: ik denk er niet over. Ik heb hier een stuk gezelligheid, mijn man en een vriendin, het eten en drinken is goed en je hebt net zo veel vrijïgheid alsje wil. Al wil je 's nachts om drie uur thuis komen, nou ja dat gebeurt natuurlijk niet. . ."

Huis opeten
Wat zijn de financiële consequenties uan "in het huis gaan"?
Van Maaswaal: ,,Zo lang je geld hebt betaal je zelf de kostprijs en die is niet mis, 2000 gulden."
Rademaker: ,,0m precies te zijn tweeduizend tien per maand voor een alleenstaande."
Van Maaswaai: ,,Ik ben nog zelfverzorger - geen zelfbetaler, ik ben allang door m'n centen heen maar ik regel m'n administratie nog zelf, als ik geld nodig heb ga ik zelf naar de bank en zo." Zouden veel mensen voor de financiële gevolgen terugschrikken en daarom niet in een bejaardentehuis willen?
Lakerveld: ,,Nou, ik vind het niet erg om m'n huissie op te eten, ik heb geen kinderen, ik hoefde nergens voor te zorgen, ik zei, ik ga m'n centen opeten, afgelopen, daar heb ik niks geen moeite mee. Helemaal niet!"
Rademaker:,, Ik heb een ' persoonlijk standpunt; ik vind het niet eeriijk. Je bent zuinig geweest, hebt gespaard, en wie niet gespaard heeft is beter af, die krijgt pensiongeld van de bijstand en zakgeld van de gemeente en dat betaalt de gemeenschap. Maar Rademaker zit hier en die betaalt zelf en die krijgt geen zakgeld, dat vind ik onrechtvaardig. Wij behoren net zo goed zakgeld te krijgen als degenen die geen centen hebben."
Streefkerk: ,,Naviereneen halfjaar was m'n geld op, maar dat vond ik wel raar hoor."
Van Maaswaai: ,,Je moet de overgang verwerken he?"
Streefkerk: ,,Een ander merkt er niks van, maar zelf weetje het wel!" Rademaker: ,, Rademaker krijgt pensioen van Fokker, en van dat ik bij de Schelde gewerkt heb en van de metaalbond, dat passen ze aan bij m'n AOW en het tekort moet ik zelf bijpassen. Wie dat niet heeft is beter af, dan past de gemeente bij bij de kale AOW."

Inbreng
Kunt u als bewonerscommissie hiertegen niets doen?
Rademaker: „De bewonerscommissie is intern, die is alleen voor kleine akkefiefjes en problemen; we doen niets naar buiten toe.
Van Maaswaal: „Nou, alleriei dingen die veranderen worden in de vergadering besproken, we hebben zelf inbreng. Meneer Nagtegaal (de directeur) komt met plannen en die worden behandeld. Verder krijgen we alledei brieven uit Den Haag, die we moeten lezen en bestuderen, nee, ik vind dat we heel goed op de hoogte gehouden worden van alles wat er rond ons gebeurt en over ons gezegd wordt. De bejaarden worden wel weinig gehoord. De bejaarden moeten naar buiten treden; niet dat we te klagen hebben over de tehuizen en de verzorging maar ze moeten ons niet in een hoek stoppen en zeggen: zo die zitten opgeborgen. Wij hebben toch een .inbreng??"
Brengt u de mening van uw tehuis wel eens naar buiten?
Van Maaswaal: ,,Dat gebeurt niet veel, er komt weinig van terecht. Maar dat wordt wel meer van ons gevraagd, wij moeten meer naar buiten treden, maar hóe, dat is nog wat aarzelend, bijvoorbeeld via een bejaardenbond of anders.''
Hoe denkt u over bejaardenbonden?
Lakerveld: ,,Ik ben lid van een bejaardenbond, maar 't heeft geen nut, voor mijn hoeft het niet. Waarom ik dan lid ben? Om de krant te lezen, om 'tbij te houden." Wat doet die bond precies?
Lakerveld: ,,Nou dat weet ik niet hoor!"
Rademaker: ,,D'rkomt een verandering in de financiering, alles moet nou over de gemeente gaan in plaats van via het huis. Maar dat is een verandering die duurder is en daar hebben wij geen inbreng in! Wij kunnen wel protesteren maar er gebeurt niks; de minister zegt: zó moet het gebeuren. De bejaardenbond laat alleen zien wat er in een bejaardenhuis mankeert, voor de rest heeft 't voor mij geen betekenis. Ik ben dus ook geen lid. Of ze nou christelijk heten of katholiek of neutraal dat blijft hetzelfde, in hun blaadjes gaat het over precies hetzelfde onderwerp.

Christelijk
Mede door de verbeterde gezondheidszorg komen er steeds meer oude mensen. Is dat echt een probleem of wordt dat opgeblazen?
Den Ouden: ,,Hoe meer bejaarden, hoe meer er gedokt moet worden. Via de krant moetje goed op de hoogte blijven van wat er gebeurd."
Rademaker: ,,De kranten schrijven te weinig over de bejaarden, die worden in een hoek gedrukt. . . jaa, dat IS zo, ze denken die ouwen van dagen zoeken het wel uit. Vroeger had je veel diaconiehuizen, dat was bar slecht, hoor, al was het van de kerk. Die mensen zaten op een houtje te bijten, bar slecht. Wat eten en drinken betrof ook, al was 't van de kerk, 't was bar slecht.
Van Maaswaal:,, Dit is een interkerkelijk huis, ik ben hier heel tevreden over (instemmend gemompel).
Roodhorst: ,, Ik zou niet in een neutraal huis willen, ik blijf liever hier. Wie nergens aan wil doen, nou ja die is zelfstandig, maar je bent toch een grote gemeenschap en die is hier goed.''
Van Maaswaal: ,,Christelijke mensen wonen liever in een christelijk tehuis. Minstens 90% van de bewoners hier zijn christelijke mensen." Wat houdt het in de praktijk in dat dit een christelijk huis is?
VanMaaswaal: ,,ledere zondagmorgen wordt er een kerkdienst gehouden en de hervormden blijven echt niet thuis voor een gereformeerde dominee of andersom. Donderdagmiddag hebben we ons kerkuurtje, ook door verschillende predikanten en een keer in de veertien dagen hebben we bijbeluurtje, dat is erg leerzaam, ik zou het niet graag missen."
Roodhorst: ,,En maandagmiddag hebben we zang, dan zingen we een uur^e psalmen en gezangen.''
Streefkerk: ,,Na de maaltijd leest een van de meisjes van het personeel uit de Bijbel en uit het dagboekje ,,voor hrioff! en hart"."
Van Maaswaal: ,,Er is nu een voorstel dat de in het boekje aangegeven psalm ook die dag gedraaid wordt. Dat gaat per 1 januari in. Alle activiteiten worden zo veel mogelijk in de christelijke sfeer gehouden," Is het verstandig meer bejaardenhuizen te bouwen nu er meer bejaarden komen of moet de thuiszorg uitgebreid worden?
Streefkerk: ,,Ikben niet zo welbespraakt, maar je kunt ze beter in een tehuis opnemen. En wie thuis wil blijven ... tja, daar moet een oplossing voor gezocht worden." Meer bejaardenhuizen dus?
Lakerveld: ,, Ja, dat weet ik ook niet, dat kan 'k nie zeggen."
Van Maaswaal: ,, Wie per se niet in een bejaardenhuis wil, ik zou zeggen, als 't enigszins kan probeer ze in 't huisje te houden met hulp van vrijwilligers, en pas de huisjes aan, daar ben ik erg voor." Streefkerk: ,,Ja, maar je hebt dag en nacht hulp nodig!"
VanMaaswaal: ,,Nou, ik las in het bejaardenkrantje over een alarmsysteem, dan heb je een armbandje met een knopje om, als je hulp nodig hebt druk je op 't knopje."
Den Ouden: ,,D'r zijn ook eigenwijze mensen, die niet willen."

De jeugd
Hoewel de ouderen in het bejaardenhuis vrijwel uitsluitend met leeftijdsgenoten in contact komen hebben ze wel degelijk een mening over de jeugd van tegenwoordig.
Lakerveld: ,,De jeugd is nu heel anders. Ze durven veel meer te zeggen en ze lopen met heel wat geld in de zak,> dat hadden wij niet hoor. Ik verdiende drie gulden per dag en werkte van 's ochtends half vier tot 's avonds halfzeven. Al dat vandalisme tegenwoordig, de jeugd is ook slechter geworden, ja hoor! Maar hier in Ameide hebben we geen last van ze."
Roodhorst: ,,Wij vinden het hopeloos, ik vraag me af: kunnen ze nou niet anders? Ja, niet hier in' t dorp hoor, maar in' t algemeen. Vroeger was je om tien uur thuis, nou begint de avond om tien uur pas!"
Rademaker: ,,Tegenwoordig mogen ze alles. Vroeger . . . dit mocht niet en dat mocht niet. . . " Vroeger namen kinderen ouders in huis, nu gebeurt dat bijna niet meer. Heeft dat ook te maken met het veranderde jonge geslacht?
Roodhorst: ,,Ik denk dat het zo is: je wilt alle twéé je zeggenschap bewaren. Al is er een goede harmonie, je gaat niet meer bij je kinderen in. Eigenlijk zijn de oude mensen dus ook veranderd. Ik zou nooit in huis gaan bij m'n kinderen. Ik heb zelf m'n schoonouders in huis gehad, dat ging prima, maar ik zou het zelf nooit doen." Van Maaswaal: ,,Je vraagt je af: wat is de oorzaak dat de jeugd anders is. Wij waren ook niet zulke liefjes, maar we waren bang dat ze er thuis iets van zouden merken: je had ontzag voor de ouderen! Dat is nu weg, ze trekken zich niets van het gezag aan."
Rademaker: ,,Neem nou die kwestie van het zakgeld van de jongelui, vroeger waren we blij met twee kwartjes, nou krijgen ze een tiende en ze zijn nog niet tevreden!" 
Van Maaswaal: ,,Ja maar nou vergeet u te zeggen dat je vroeger voor een kwartje net zo veel kon kopen als nu zeg maar voor een rijksdaalder." Iedereen beaamt dit volmondig.
Den Ouden: ,, De jongeren hebben nu meer zeggenschap dan de ouderen. En hoe kijk ik daar tegenaan, ik vind dat goed. Wij putten altijd maar uit dien ouwen doos, maar dat kan niet meer. Ja, wij hebben wel meer levenservaring. . . maar ja, wij zakken af, dus onze mening wordt niet meer gevraagd. Maar, wij moeten gaan eten en nou heb ik ene vraag en dat heeft niks met u te maken maar ik las van de week in de krant dat een diaken ontslagen zou worden als in januari de televisie niet uit zijn huis was. En nou jullie antwoord erop, hij gaat geen beat zitten zingen, dat geloof je toch ook wel. Nou zou ik wel 'es willen weten hoe een hoop mensen daar over denken, 't heb niks met u te maken." Aangezien het inderdaad niets met ons onderwerp te maken heeft gaan we er maar niet op in. De anderen gaan nog even door over de kwestie ,,bij de kinderen intrekken".
Streefkerk: ,,De huizen zijn er niet meer op gebouwd.'' ledereen is het daarmee eens.
VanMaaswaal: „Ja, en de kinderen zullen het niet leuk vinden dat oma of opa erin komt."
Den Ouden: ,,En dan die tweeverdieners, daar ben ik het ook heel niet mee eens. De kinderen moeten in een crèche, dan kunnen er ook geen ouderen bij. En nergens is meer een slaapkamer beneden."
Van Maaswaal: ,,Er slapen geen kinderen meer op één kamer. Vroeger sliepen we met z' n drieën op zolder en nu moet ieder kind een eigen kamertje. Ze gaan ook niet meer om negen uur op bed."

Te goed
Mede door deze problemen willen vele ouderen niet meer bij de kinderen inwonen. Zelfstandigheid vinden ze heel belangrijk. Nu is die in het bejaardenhuis natuurlijk minder groot dan in de erbij behorende bejaardenflat, de ,,Marijkeflat" geheten. In een van die flats woont de 71 -jarige mevrouw M. de Groot-Bot. Zij is hier zes jaar geleden gekomen en heeft vier jaar in een,,kleine" flat gewoond. Sinds twee jaar bewoont ze nu een groter appartement. ,,Mijn man was overieden en toen was het huis te groot'', vertelt ze.,, Ik kon nergens een huis krijgen en toen hoorde ik hiervan. Ik vond het eerst wel wat raar, ik was 62 en ik dacht: nou kom ik in een bejaardenflat. Maar zo denk ik er nu niet meer over. Ik ben lang ziek geweest, toen at ik van het huis, ja, ik vind het een veilig idee. Ik heb er wel over gedacht om in,,Open Vensters" te gaan, maar ik denk dat ik er nu niet in kan, ik ben nog te goed."
Mevrouw De Groot heeft zelf geen kinderen maar ze heeft wel een duidelijke mening over het feit dat ouders niet meer bij kinderen inwonen. ,,Ze zeggen dat't tegenwoordig niet kan, die schoolgaande kinderen moeten allemaal een eigen kamertje hebben. Nou, ik vind het geen vooruitgang, die lerende jeugd. Vroeger sliep je met z' n twaalven op een zolder! Toen was het veel gezelliger. Ja, ze zijn blij dat vader en moeder in' t huis zitten. Zondags komen ze op bezoek, heel lief zwaaien, en ze houden wel van ze maar' t is toch wel makkelijk dat de ouders daar zitten."

Bar
,,Die oude mensen gaan er liever niet naar toe, ze vinden het zó erg! Maar Nagtegaal leeft echt voor die oudjes. Ja, ze worden veel ouder dan vroeger he, tachtig, vijfentachtig, negentig, 't Is gewoon bar. Ik oud? Nou ik weer opknap voel ik me helemaal niet oud. Maar ik zou beter in de kleinere flat hebben kunnen blijven, daar had ik een mooi uitzicht, 's Winters zit ik hier zo alleen, er komt haast geen visite en je zit zo hoog en't is zo stil. . . De overgang naar het bejaardenhuis zou voor mij niet moeilijk zijn, omdat ik hier al woon. Ik denk dat ik als ik ouder word het niet erg vind om daar te komen, ze zijn er altijd even aardig. Maar er moeten wel meer huizen komen voor blijvend invalide en demente bejaarden, anders is het bejaardenhuis alleen maar voor degebrekkigen." Geen spijt

Geen spijt
Er zijn echter ook veel bejaarden voor wie het een uitkomst is als ze bij een zoon of dochter onderdak vinden. Het spreekt voor zich dat dit voor beide partij en niet altijd even makkelijk is. ,,Toch hebben we er nooit spijt van gehad dat we mijn ouders en later mijn schoonmoeder verzorgd hebben", bekent mevrouw Nooriand uit Oud Alblas. ,, We hebben er echt de kracht voor mogen ontvangen. Dat is het belangrijkste. Anders komt de mens voorop, want in een mens z'n hart leeft meer hoogmoed dan ootmoed." De familie Nooriand trok bij de ouders van mevrouw Nooriand in toen haar vader aan zij n heup geopereerd moest worden.,,Moeder had namelijk MS' ', vertelt mevrouw Nooriand. ,, Vóór die tijd ging ik al veel bij haar werken, maar toen m'n vader naar het ziekenhuis ging moest er continue hulp komen." ,,
In het begin was het hier natuuriijk veel te klein", vertelt Noorland. We kwamen met vijf kinderen dus toen m'n schoonvader weer uit het ziekenhuis kwam woonden we hier met z'n negenen." Tot zijn ziekenhuisopname verzorgde de vader van mevrouw Noorland zijn vrouw grotendeels zelf, maar na de operatie mocht dit niet meer.,,Vandaar dat we toen gebleven zijn", vertelt mevrouw Nooriand. ,,Moederwaste gebrekkig voor een bejaardenhuis. Die zou naar een verpleeghuis moeten en daar was m'n vader niet welkom. M'n man heeft toen vergunning aangevraagd om hier een klein huisje aan te bouwen. Dat is gebeurd. Vader heeft nog meegeholpen met metselen, zittend op zijn stoel. Na het sterven van moeder is hij bij ons gebleven. Ik hield erg veel van mijn vader. Hij had geen gemakkelijk leven gehad en ik was blij dat we hem een onbezorgde oude dag konden geven. Hij was erg op de kinderen. Bartha is op zijn schoot groot geworden. De kinderen waren allemaal dol op hem."

Aftakeling
Noorland is van mening dat het voor kinderen goed is als ze met oude mensen opgroeien. ,,Ze leren al vroeg de moeiten van het leven kennen. Daar hebben ze echt niet onder geleden. Ze hebben opa langzaam zien aftakelen en toen hij overleed waren ze er allemaal bij. Ze praten nog altijd erg veelover hem. Het was natuurlijk wel eens moeilijk. Toen we eraan begonnen zei iedereen:,, Weet wat je doet". De eerste drie maanden sliep ik met de kinderen op zolder en m'n vrouw bij haar moeder. Die was bovendien door haar ziekte niet altijd even makkelijk. Mijn mening en die van opa botsten natuurlijk ook wel eens. Onze kinderen gingen allemaal naar school en dat vond hij onzin. Hij had een hekel aan ambtenaren en schoolmeesters.,,Hang ze op", zei hij altijd. Vooral als het regende vond hij het totaal overbodig dat ze naar school gingen." ,,De moeilijkste tijd was toen hij dement begon te worden'', vertelt mevrouw Nooriand. Hij vocht erg tegen zijn aftakeling. Toen hij het accepteerde werd het makkelijker. Het was soms wel moeilijk dat hij zo op mij was. Ik kon nauwelijks boodschappen gaan doen. Dan bleef hij voor het raam staan wachten tot ik weer thuis was. 's Avonds deden we veel spelletjes met hem. Vooral mens-erger-je-niet deed hij graag, tot vervelens toe. Ik las hem ook vaak voor uit de kinderbijbel. ,,

In die jaren heeft de familie erg veel meegeholpen. Daar hebben we veel steun aan gehad. Aan het eind van zijn leven was vader helemaal dement. Twee jaar geleden is hij overleden. Hij is zestien jaar bij ons in huis geweest. Na zijn dood hebben we mijn schoonmoeder eenjaar kunnen verzorgen. Vorigjaarisze gestorven. Een vrij leven hebben we eigenlijk nooit gehad, maar we zijn blij dat we het konden doen. Ik denk nu wel eens aan mijn moeder als ik naar mijn kinderen en kleinkinderen ga. Dat kon zij nooit. Dan kan ik goed begrijpen dat ze niet altijd zo makkelijk was. We hebben in al die jaren echt krachten gekregen. Niet dat wij het subliem gedaan hebben, echt niet. Maar we hebben er wel de hand van de Heere in mogen ervaren. Hem alleen de eer.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 november 1984

Terdege | 64 Pagina's

Bejaarden voelen zich niet „weggestopt in een tehuis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 november 1984

Terdege | 64 Pagina's