Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET EERSTE CONTACT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET EERSTE CONTACT

Geen vriendelijk onthaal.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Om een goed begrip te hebben van de grote strijd, die Nommensen moest voeren, moeten we even iets van het volk, dat in zo'n grote duisternis zat, vermelden.

Vrij en vrank leefden de Batakkers in hun mooie, vruchtbare land, aan alle kanten door bergen omringd. Wie zou het wagen dat land te betreden? De dappere en strijdlustige bewoners zouden vechten op leven en dood. Het prachtige land was een natuurlijke vesting, waar geen indringer een schijn van kans had te komen. En toch, de Batakkers waren niet vrij. Hoe kan ooit ware vrijheid en vergenoeging te krijgen zijn in dienst van satan? Het blinde heidendom kan niet vrij zijn: het is geboeid met duivelse ketenen; het leeft voortdurend in grote vrees, vrees voor cle goden en geesten. De dapperste mannen, clie geen mens vrezen, zijn doodsbang en leven bij de voortduur in onnoemelijke angst. Zo ook cle Batakkers. Als ze cle woorden datoe en sibaso horen, clan weten ze niet waar ze het moesten zoeken,

De datoe is een zeer geleerd man. Hij kan toveren en kent allerlei middeltjes, die een ander niet weet.

De sibaso is iemand, die in aanraking komt met cle geesten. Op elke vraag weet hij het juiste antwoord.

Wee de Batakker, die niet cloet wat cle datoe en sibaso zeggen! Deze gevreesde mannen kunnen met cle bewoners doen wat ze willen. Het is terstond maar: „De wraak der goden zal je treffen."

In kloven en bij watervallen hebben natuurgeesten hun verblijf en ieder clie daar langs komit, moet een offer brengen, want anders zijn clie geesten je niet welgezind. Dat hebben de duivelkunstenaars hun medemensen wijs gemaakt. En geloof maar dat ieder iets neerlegt op cle plaats waar cle natuurgeesten zijn!

Nog veel erger dingen zouden te zeggen zijn, maar we weten nu wel, hoe fel de strijd zal gaan, clie Nommensen te strijden heeft.

Zie cle zendeling nu gaan met de twee Batakjongensl Met een hakmes moet een pad gebaand door het oerwoud. Langs diepe ravijnen loopt de weg en door snelle stromen moet gewaad, terwijl muskieten en andere insecten hen lastig vallen. Maar cle moedige mannen geven het niet op: Batakland moet bereikt worden.

Na een vreselijke lange en moeilijke tocht.... daar ligt ineens een schone vallei vóór hen. Het is de vlakte van Silincloeng, door twee brede stromen bevloeid. En zie, daar is cle eerste nederzetting. Nieuwsgierig komen de inboorlingen naderbij. Ze moeten er het hunne van hebben. Nommensen laat ze stil beginnen. Wanneer ze zijn uitgekeken, beginnen ze te spreken „Wat moet je hier doen? " Ik wil jullie gelukkig maken, " is het antwoord van cle zendeling.

„Dat is niet nodig, want ze zijn gelukkig. Ga maar gauw weg."

Weggaan, claar denkt Nommensen geen ogenblik aan. Hij heeft zijn doel nu bereikt en hij zal er blijven, wat het ook moge kosten. Een vriendelijk onthaal is het niet, maar kon hij ook iets anders verwachten? De Batakkers merken dat cle blanke man net cloet of hij er altijd zal wonen en dat is niet naar hun zin. Die man moet er uit. Ze zullen hem bang maken. „Als je niet weg gaat, komen cle mensen van het noorden en die zullen je onthoofden, " klinkt hun dreigende taal.

Nommensen glimlacht slechts en geeft geen teken van bangheid. Het maakt de inboorlingen woedend.

„We zullen je benen afhakken en dan smijten we je in de rivier, " wordt hem toegeroepen.

Kalm antwoordt cle blanke: „Van alles wat je zegt meen je niets."

„We eten je op als je niet weg trekt, " roepen anderen weer. Niet cle minste indruk maken cle woorden op Nommensen. Dat is voor cle Batakkers iets bizonders. Ze worden op hun beurt bang. Ze zeggen: „De geest van cle blanke is sterker als cle onze."

Ze kunnen clie man niet klein krijgen. Na enige tijd komt er een aanzienlijk dorpshoofd aan te pas en nu duurt het niet zo lang of cle zendeling krijgt permissie om te blijven waar hij is. Als Nommensen dat hoort, gaat hij terstond terug naar Sipirok om zijn koffers met kleren en boeken.

Ziezo, hij is onder de Batakkers en hij zal er blijven. Zijn vurige begeerte om daar te werken is vervuld. Maar nu zal pas het eigenlijke werk moeten aanvangen. Hoe zal hij dat aanleggen? Eerst een huis bouwen. Dat gaat niet gemakkelijk, want hij mag geen hout uit het bos hebben. Op alle mogelijke manieren wordt de zendeling tegen gewerkt. Gelukkig heeft Nommensen veel geduld en een groot geloof. Was dat niet zo geweest, dan zou hij al lang op de terugreis zijn geweest. Maar nu, nu voelt hij zich al meer en meer tot het volk aangetrokken. Hij wordt ontroerd als hij de grote vijandschap gewaar wordt en verzucht: „O Cod, geef mij kracht om deze mensen voor U te winnen."

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 1955

Daniel | 8 Pagina's

HET EERSTE CONTACT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 1955

Daniel | 8 Pagina's