Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mijn volk is uitgeroeid omdat het zonder kennis is (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mijn volk is uitgeroeid omdat het zonder kennis is (1)

Bijbelstudie over Hosea 4 : 1-10

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lees eerst Hosea 4 met name vers 1-10.

In Hosea 4 begint een nieuw gedeelte. Hosea luidt dit in met de woorden: „Hoort des Heeren Woord, gij kinderen van Israël". Vanaf dit hoofdstuk horen we niets meer over Hosea's eigen ongelukkige huwelijksleven. Niet dat de toon verandert, want deze blijft scherp om de gekrenkte en gesmade liefde van God tot Zijn trouweloze volk te laten doorklinken. In de eerste verzen spreekt de profeet nog namens God, maar al spoedig wordt de Heere Zelf sprekend ingevoerd (vs. 5).

Een Rechter, die Zijn eigen volk aanklaagt (vs. 1-3)

Het beeld verspringt in hoofdstuk 4. Niet Hosea twist met zijn vrouw Gomer (2 : 1), maar God dient een aanklacht in tegen Zijn eigen volk. We bevinden ons in de rechtzaal, waar de Heere een twistzaak voert tegen Israël. Drie dingen mist God bij Zijn volk: rouw, weldadigheid en kennis. Dat zijn de zedelijke fundamenten van de samenleving. Betrouwbaarheid in de intermenselijke verhoudingen, liefde en welwillendheid om het goede te doen en kennis van God. Dat laatste is het belangrijkste. Het wordt nog eens herhaald in vers 6.

Het gaat daarbij niet om een „verstandelijke kennis", maar om de diepe persoonlijke verhouding met God, het kennen met het hart, zoals man en vrouw elkaar kennen in liefde. En waar die persoonlijke intieme verhouding tot God ontbreekt, waar die zaligmakende kennis van God niet is, daar kennen ze alleen nog maar Zijn naam, maar in feite stellen ze Hem op een lijn met de Baäls. En zo zegt God in dit hoofdstuk: „Mijn volk kent Mij niet, en daarom gaan ze verloren".

Het is duidelijk wat er gebeurt als die bevindelijke kennis van God ontbreekt. Dan is er geen liefde jegens de armen en de zwakken in de samenleving. Dan kun je net zomin van Israël opaan als Hosea van Gomer opaan kan. Dan wordt Gods naam misbruikt en gelasterd. En waar die zonde tegen de eerste tafel van de wet heerst, daar wordt ook tegen de tweede tafel gezondigd: de verhouding tot de naaste. Dan komen er van die vreselijke doorbrekende zonden: doden, stelen en overspelen (vs. 2). Naarmate de kennis van de Heere verdwijnt, verdwijnt ook de betrouwbaarheid en liefde en gaan haat en geweld het beeld van de samenleving bepalen. En ik denk dat daaruit ook alle afval en geesteloosheid van onze tijd te verklaren is. Meer dan ooit is nu nodig, dat er weer kennis komt, kennis van Gods geboden en het persoonlijke kennen van God door Zijn Woord en Geest.

Israël wordt om haar zonden geteisterd door grote droogte (vs. 3). De hele natuur wordt gehuld in een somber grauw rouwgewaad. Het veld verliest zijn bonte bloemenpracht en alle schepselen hebben zwaar te lijden onder de schuld van het volk. De dieren kwijnen weg en zelfs de vissen in de rivieren en meren zullen uitsterven omdat de waterbronnen opdrogen.

Wie is toch de schuld van dit alles? God zegt: „Niemand twiste noch bestraffe iemand". Daar zitten ze allemaal inde beklaagdenbank: de koningen, de profeten en de priesters. En de een kijkt naar de ander. Maar God zegt: u hoeft de vinger niet uit te steken, want niemand gaat vrijuit. Toch ligt de wortel van het kwaad bij de priesters. En dan moeten wij niet denken aan de „echte" priesters uit de tempel in Jeruzalem, maar aan de afgodenpriesters in de heiligdommen van Dan en Bethel, die wel in naam de Heere dienden, maar in werkelijkheid de eigenwillige kalverendienst. Welnu, zegt God, Ik zal heel dat priestergeslacht (uw moeder) met wortel en tak uitroeien. En ook die valse profeten, die het volk en zijn goddeloze koningen maar naar de mond praten.

Die priesters doen precies het tegenovergestelde van wat je van hen zou mogen verwachten. Het is hun taak om het volk te

onderwijzen in Gods wet. De kennis van God en Zijn rechten moeten ze verkondigen en Zijn beloften en eisen voorhouden. Maar dat hebben ze niet gedaan. Daarin zijn ze nalatig geweest. Ze hebben hun ambt schromelijk verwaarloosd.

En zodoende zijn zij verantwoordelijk voor de zedeverwildering onder het volk. Want als een volk geen kennis meer heeft van Gods Woord en wet als het richtsnoer voor geloof en levenswandel. snelt het zijn ondergang tegemoet. En zo gaat het volk dus verloren, omdat het geen kennis heeft. De priesters zelf hebben zo het volk in de afgrond gestort. Ze hebben het volk niet weggeroepen van hun zondige wegen. En het volk vond dat natuurlijk wel best! Van die mannen mocht je tenminste nog eens iets. De priesters stegen zelfs in hun achting. En zo werd de zonde vermeerderd (vs. 7).

Zonde eten ! (vs. 8-10)

Hosea zinspeelt hier op het zondoffer. Het vlees daarvan mochten de priesters eten. Maar als Hosea nu hier niet de zondoffers (dat was niet verkeerd) maar de zonde verwijt, voel je wel aan hoe ontzaglijk scherp deze beschuldiging is. De priesters denken bij zichzelf: we hopen maar dat de mensen veel zonde doen, want hoe meer zonden, des te meer zondoffers, en dat is voor ons een welkome bron van inkomsten. Ze „verlangen naar de ongerechtigheid van het volk". Ze hunkeren naar dat offervlees, dat lugubere salaris. Ze zouden zich er dood aan smullen. En zo spekken zij hun beurs met wat een ander naar de afgrond voert. „Vuil gewin" noemt de Bijbel dat. Tussen haakjes, hoe spreek jij over de zonden van anderen? Roep je ook ach en wee, terwijl je er heimelijk van geniet? Doe je wel eens mee met dat geroddel over anderen? „Heb je 't gehoord van die en die? " Wie zo spreekt, bewijst geen kennis van God te hebben, want dan ben je over de zonde van anderen bedroefd.

Vers 10 besluit eigenlijk met de wortelzonde van de priesters en van het volk: „Zij hebben nagelaten de Heere in acht te nemen". Ze hebben niet gevraagd naar Gods wil en niet gezocht naar Zijn eer. Zo priester, zo volk, zegt de Heere. Dat is ook wel toepasselijk op ons in 1987. Het zou interessant zijn om ons persoonlijk en gemeentelijk leven eens door te lichten vanuit Hosea 4. En dan geldt het ook meestal omgekeerd: Zo het volk, zo de priester.

Wat een verantwoordelijke positie hebben ambtsdragers in de gemeente. God zal het bloed van hen, die aan hun zorgen zijn toevertrouwd, van hun hand eisen.

Gespreksvragen

1. Welk vers spreekt over de zonden van nalatigheid en welk vers over de zonden van bedrijf? Ligt daar een verband tussen? Zo ja, welk? Maak de in vers 2 genoemde zonden eens konkreet vanuit onze tijd! Wat is het geneesmiddel daartegen?

2. Zeg met eigen woorden de betekenis van vers 6a. Over welke kennis gaat het daar? Geef eens wat voorbeelden van dit soort kennis! Maak het verband duidelijk tussen het, , uitgeroeid worden" en het , , zonder kennis zijn"! Wie zijn eigenlijk de hoofdschuldigen aan de zonden van het volk? Waarom? Wat betekent de uitdrukking: , , Zo priester, zo volk"? Geef daar eens een paar voorbeelden van!

3. Wat bedoelt vers 2 met bloedschulden? Kwamen we dit al eerder tegen in Hosea? Op welke konkrete situatie zinspeelt Hosea hier? Zie 2 Koningen 15!

4. Vers 3 bewijst ons dat de schepping lijdt onder de zonde van de mens. Vgl. hierbij Amos 8 : 8, Hosea 2 : 17, Genesis 3:17 en Romeinen 8 : 20-23. Waarin blijkt die , , zuchtende schepping"? Heeft Christus ook de schepping verlost? Bewijs je antwoord uit de Bijbel!

5. Wat wordt bedoeld met het „eten van de zonde" in vers 8? Is dat nu nog mogelijk? Hoe moeten wij spreken over de zonden van anderen?

Vlissingen ds. C. G. Vreugdenhil

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 1987

Daniel | 22 Pagina's

Mijn volk is uitgeroeid omdat het zonder kennis is (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 1987

Daniel | 22 Pagina's