Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De heilige oorlog (17)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De heilige oorlog (17)

Het overleg in de binnenkamer

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na de inname van stad Mensziel door Diábolus en zijn mannen vervolgt John Bunyan het verhaal. Hij vertelt over de voorbereidingen die gemaakt worden door Koning El-Schaddaï en Zijn Zoon om de stad te heroveren.

De val van Mensziel bekendgemaakt

Niet lang nadat Diábolus de stad tot zijn bezitting heeft gemaakt, krijgt Koning El-Schaddaï te horen wat er allemaal plaatsgevonden heeft. Het wordt Hem tot in de kleinste bijzonderheden meegedeeld. De bode vult aan dat Diábolus de burgers had geoefend in het hanteren van wapens en daarmee de burgers weerbaar had gemaakt. De gebeurtenissen maken zeer grote indruk op de Koning en Zijn dienaren. Het is bijzonder om te zien hoeveel smart, droefheid en verslagenheid er getoond wordt. Dat geldt ook voor de Koning en Zijn Zoon, hoewel Zij Beiden de gebeurtenissen al lang van te voren voorzien hebben. En Zij wisten niet alleen dat dit zou gebeuren, maar hadden ook al alles besproken wat nodig was om de stad weer in oude staat te herstellen, zonder dat met anderen te delen. De Koning zegt dat het Hem smart aan Zijn hart. Iedereen voelt welke diepe liefde en wat voor groot medelijden bij Hem en Zijn Zoon is te vinden.

De verlossing van Mensziel bekendgemaakt

Nadat de bode zijn verhaal heeft gedaan, zonderen El-Schaddaï en Zijn Zoon Immanuël Zich af in Hun binnenkamer. Het was dezelfde kamer waar vroeger al besproken was dat de stad verlost zou worden. En dat zou op zó’n bijzondere wijze gaan, dat het voor de Koning en Zijn Zoon tot eeuwige roem en heerlijkheid zou zijn.

Bunyan beschrijft de Zoon van El-Schaddaï als Iemand Die vol liefde is en veel medelijden toont voor hen die bedroefd zijn, maar daartegenover een dodelijke haat koestert tegen Zijn vijand Diábolus. Tijdens het overleg geeft de Zoon aan Zijn Vader de hand der belofte dat Hij als dienstknecht van Zijn Vader alles in het werk zal stellen om de stad te heroveren. De kern van het raadsbesluit is dat de Zoon op een bepaalde tijd een reis zal gaan maken door het Heelal. Hij zal dan in een weg van gerechtigheid en waarheid de basis leggen voor een volkomen verlossing uit de macht van Diábolus. Dat zal Hij doen door voor de zonden en dwaasheden van de stad te boeten (dat is: te betalen). Bovendien wordt besloten dat Immanuël oorlog zal voeren tegen Diábolus en door Zijn kracht deze vijand zal verdrijven uit de stad, die vervolgens weer tot een woonplaats van El-Schaddaï gemaakt zal worden.

Van dit overleg wordt door de opperste Secretaris een verslag gemaakt, en dit wordt samen met de genomen besluiten bekendgemaakt tot in alle hoeken van het koninkrijk van het heelal. Bunyan geeft er een samenvatting van: ‘Laat allen, die het aangaat, nu weten, dat de Zoon van El-Schaddaï, de grote Koning, door een verbond met Zijn Vader Zich verplicht heeft Zijn Mensziel weer in bezit te nemen. Ja, uit kracht van Zijn grenzeloze liefde wil Hij de stad zelfs in een veel gelukzaliger toestand brengen dan waarin zij ooit verkeerd heeft voordat Diábolus haar veroverde.’

Het raadsbesluit van eeuwigheid

Als er sprake is van oorlog tussen twee partijen, gaat dat normaal gesproken als volgt: de ene partij valt aan, de ander verdedigt zich, waarna de aanvaller weer een volgende actie uitvoert. Het is niet mogelijk van te voren te bedenken hoe de strijd zal verlopen.

Bunyan maakt duidelijk dat het er bij de geestelijke strijd die hij verbeeldt anders aan toegaat. De satan zet de aanval in, maar weet niet welke acties zijn Tegenstander zal ondernemen. De alwetende God echter heeft al van eeuwigheid voorzien wat de satan zou doen, en weet ook hoe deze heilige oorlog verder zal verlopen en eindigen. En Hij heeft het niet alleen alles voorzien, maar het is ook onderdeel van Zijn raadsbesluiten van eeuwigheid. Om dit duidelijk te maken maakt Bunyan gebruik van het beeld van het overleg in de binnenkamer. De Drie-enige God heeft met Zichzelf beraadslaagd. Toen is bepaald dat de Zoon Zijn volk zou verlossen. … door het dierbaar bloed van Christus, als van een onbestraffelijk en onbevlekt Lam; Dewelke wel voorgekend is geweest voor de grondlegging der wereld (zie 1 Petr. 1:19, 20).

De val besloten

Ook de val in het paradijs is dus van eeuwigheid besloten. Met eerbied gezegd: God is niet overvallen door de val! Dat is een verborgenheid, die voor een natuurlijk mens niet te bevatten is, en daarom vaak tot onbegrip leidt. Er kunnen vragen komen, zoals: Had God niet anders kunnen besluiten? Had Hij de val van de engelen niet kunnen voorkomen, zodat de satan geen gelegenheid had gehad onze voorouders te bedriegen? Had Hij er niet voor kunnen zorgen dat Adam en Eva standvastig waren gebleven, zodat zij en hun nageslacht het eeuwige leven hadden verkregen? Deze vragen mogen we niet zomaar wegredeneren met antwoorden zoals: God doet wat Hij wil, Hij regeert, we mogen geen vragen stellen over Zijn verborgen wil. Dat is uiteraard allemaal waar. Maar daarmee kunnen we elkaar in verwarring brengen, met het idee dat God een onbewogen en harde God is. Dat zorgt voor een gevaarlijke vorm van lijdelijkheid, zodat gedacht wordt dat het allemaal niet uitmaakt hoe we leven. Anderzijds is het niet eenvoudig om antwoorden te geven op bovengenoemde vragen. In het korte bestek van dit artikel is dat ook niet mogelijk. ‘De Heere heeft de zonde niet lijdelijk toegelaten, maar haar gewild, hoewel Hij ze haat, opdat Hij Zich in gerechtigheid en barmhartigheid zou verheerlijken.’1 In zijn samenvatting van het raadsbesluit schrijft Bunyan, en het is belangrijk dat we dat in het oog houden: het is grenzeloze verbondsliefde, waarbij Gods Zoon Zich ertoe verplicht heeft de ziel van de mens te redden. In deze weg kan de gevallen mens immers tot een gelukzaliger toestand komen dan wanneer de val niet had plaatsgevonden. Wanneer de mens niet was gevallen, had Gods Zoon nooit Zijn uitnemende liefde kunnen bewijzen door Zichzelf te vernederen, zodat verloren zondaren levend gemaakt en opgericht zouden kunnen worden. De engelen hadden dan nooit kunnen zingen: Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. De Heere Jezus had dan nooit kunnen uitroepen: Het is volbracht! De mens heeft de vrije wil gehad om staande te blijven, maar heeft een andere keus gemaakt. En juist tegen deze zwarte achtergrond van de diepe val kan de kleur van het reinigende bloed van Christus des te heerlijker schitteren.

De Heere geve dezelfde verwondering als die de dichter van Psalm 33 mocht ervaren (vs. 1-3 en 10-11): Gij rechtvaardigen, zingt vrolijk in den HEERE; lof betaamt den oprechten. Looft den HEERE met de harp; psalmzingt Hem met de luit en het tiensnarig instrument. Zingt Hem een nieuw lied; speelt wel met vrolijk geschal. … De HEERE vernietigt den raad der heidenen, Hij breekt de gedachten der volken. Maar de raad des HEEREN bestaat in eeuwigheid; de gedachten Zijns harten van geslacht tot geslacht.

Noot

1. Dr. C. Steenblok, De gereformeerde dogmatiek, 2002, Stichting zuivere waarheid GGiN Gouda (vr. en antw. 836).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 januari 2019

De Wachter Sions | 12 Pagina's

De heilige oorlog (17)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 januari 2019

De Wachter Sions | 12 Pagina's