Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OVER DE LEVENSDUUR

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OVER DE LEVENSDUUR

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(5)

Nu aan de hand van de bespreking van het proefschrift van dr. W. den Toom de zelfmoord ter sprake is gekomen, is daarmee tegelijkertijd een welkome gelegenheid geboden om in te gaan op een sympathiek schrijven van een abonnee aan ds. H. Visser, dat deze mij ter inzage gaf. Deze abonnee worstelt met aangrijpende vragen rond enkele gevallen van zelfmoord die zich in zijn onmiddellijke omgeving hebben voorgedaan. Vragen die des te meer klemmen en benauwen omdat het hier personen betrof van wie algemeen geloofd werd dat zij geestelijk leven kenden en die daar zelf ook meer dan eens getuigenis van hadden afgelegd. Maar van wie tegelijkertijd gold dat zij door psychische storingen en perioden van ernstige zwaarmoedigheid werden geplaagd.

De lezer begrijpt al welke vraag hier vooral naar voren komt. Is er voor zulke mensen, die toch hoe dan ook de hancl aan zichzelf geslagen hebben, behoud? Leert de Bijbel met zovele woorden en onweersprekelijk dat een zelfmoordenaar voor eeuwig verloren is?

De briefschrijver meent zelf dat de Bijbel hierover een sluier laat liggen, met hoe donkere kleuren het levenseinde van Judas, Saul of Achitofel ook geschilderd mag zijn. Wordt er niet vaak gemakkelijk en bikkelhard geoordeeld. „Als ze er een duizendste gedeelte van hadden meegemaakt, er zou geen woord van veroordeling meer over hun lippen komen." Het is trouwens zo — zo stelt de briefschrijver — ook wel mogelijk bepaalde aanwijzingen in de Bijbel te vinden dat ook mensen die tot zo'n wanhoopsdaad kwamen behouden kunnen zijn. Te denken valt bijvoorbeeld aan het woord van Christus: En vreest niet voor degenen, die het lichaam doden, en de ziel niet kunnen doden; maar vreest veel meer Hem, Die beide ziel en lichaam kan verderven in de hel' (Matth. 10 : 28).

Het gaat dan niet om de voor de hand liggende, direkte en letterlijke betekenis, maar om een toepassing van dit woord in meer afgeleide zin. De satan en de machten van de duisternis kunnen tenslotte zó ver gaan dat ze een mens de dood in jagen. Maar ze kunnen niemand de eeuwige verlorenheid injagen. Daarover blijft alleen God Rechter die beslist. Vanuit deze overwegingen naar de aard der liefde oordelend over hen met wie hij zo'n goed en geestelijk kontakt heeft gehad, komt onze briefschrijver tot de uitspraak: "Voor mij zelf, en het is bij de Heere bekend, mag ik... geloven, daar wij een God van wonderen hebben, dat het góed met hen is.'

Ik vond het aangenaam deze brief te lezen ook al werden er bijzonder aangrijpende zaken in behandeld. Wat treffen we toch vaak een geest van hardvochtigheid aan onder het mom van rechtzinnigheid en getrouwheid aan de waarheid. Sommigen lijken zelfs in een geval van zelfmoord met graagte van de gelegenheid gebruik te maken om een ongelukkig mens te oordelen en te veroordelen. Nergens is in de Bijbel een uitspraak te vinden waarin zoiets zou staan als 'een ieder wie zelfmoord pleegt, is voor eeuwig verloren'. De verschillende voorbeelden uit de Schrift maken duidelijk dat 'de' zelfmoord niet bestaat. Elk geval en iedere situatie staat op zichzelf.

Verschillende achtergronden

Ik wil die laatste uitspraak nader illustreren aan de hand van de verschillende bijbelse voorbeelden. In zijn boekje 'Afspraak met de doodgedachten over ethische cn suïcide' geeft prof. dr. G. Th. Rothuizen een overzicht van allen die in de bijbel worden genoemd als mensen die op één of andere wijze zelf de hand hebben gehad in hun sterven: bimelech (Richt. 9 : 50—54), Simson (Richt. 16 : 23 — 31), Saul (1 Sam. 31 : 2—6, Achitofel (2 Sam. 17 : 23 , Zimri (1 Kon. 16 : 18v), Judas (Matth. 27 : 3 — 5). Wanneer we deze voorbeelden één voor één nagaan, is het volgende opmerkelijk:

a) de Bijbel geeft niet of nauwelijks com-

mentaar op deze gevallen. Aan de beschrijving van het tragische levenseinde wordt niet nog eens een extra veroordeling van de zelfmoordenaar toegevoegd. Wel is het soms impliciet (onuitgesproken) duidelijk dat deze dood behoort bij een verkeerde en duistere weg die reeds eerder was ingeslagen (Saul!);

b) het is duidelijk dat de genoemde personen en situaties niet over één kam geschoren kunnen worden. Ik zou de geloofsheld Simson niet graag een zelfmoordenaar willen noemen. In verschillende gevallen hangt de zelfmoord samen met de smaad en de schande die men wenst te ontgaan: de schande van gedood te zijn door een vrouwenhand (Abimelech!) of als raadsheer in zijn wijsheid te zijn miskend (Achitofel!). Wij kunnen dat diepgewortelde besef van schaamte, dat eigenaardige eergevoel van de mens die leeft in de oosterse cultuurkring (typisch een 'shame-culture') niet helemaal navoelen. De schande maakt voor de onteerde mens het leven ondraaglijk. Zo koos hij voor de in dit geval minst oneerbare dood en sloeg de hand aan zichzelf. Een heel aparte plaats neemt Judas in. In de heilsgeschiedenis staat hij op een schrikbarend eenzame positie: hij heeft de Zoon des mensen verraden en overgeleverd! Het is dan ook zeker onjuist te denken — zoals ik dat laatst in het pastoraat tegenkwam — dat een zelfmoordenaar een judas is, om dan ook volstrekt te wanhopen aan diens eeuwig behoud.

c) In de traditie van de christelijke kerk zijn al te harde en absolute uitspraken gedaan over het eeuwig lot van de zelfmoordenaar. Uitspraken die in de Schrift geen of onvoldoende steun vinden. Met die traditie zullen we moeten breken en behoedzamer, terughoudender spreken (of nog liever: zwijgen!) Maar er is evenmin grond in de Schrift om uitdrukkelijke positieve uitspraken te doen over het behoud van de zelfmoordenaar en nog veel minder om de zelfmoord op zichzelf genuanceerd te gaan beoordelen als een in sommige gevallen verantwoorde 'oplossing'.

Sommigen laten zelfs een nog radicaler geluid horen. Bijvoorbeeld Jean Améry in zijn boek 'De hand aan zichzelf slaan. Verhandeling over de vrijwillige dood'. Améry sluit zich nauw aan bij de gedachten van de duitse wijsgeer Friedrich Nietzsche, die gezegd heeft: 'de natuurlijke dood is de dood onder de meest verachtelijke omstandigheden, een dood op een, verkeerd tijdstip; de dood van een lafaard. Men zou, uit liefde tothet leven, de dood op een andere manier moeten willen, vrij, bewust, waarbij voor het toeval geen plaats is en waarbij men er niet door overvallen wtsrdt\ Hier wil de sterke, mondige, zelfbewuste mens niet alleen het leven in eigen hand hebben, maar ook de dood naar zijn hand zetten. Onder 'de rechten van de mens' zou dan ook niet mogen ontbreken 'de vrijheid tot de vrijwillige dood'. Améry betoogt dat de mogelijkheid van zelfmoord iets specifiek menselijks is: een dier kent de zelfmoord niet. Daarin heeft hij zeker gelijk, maar ten onrechte trekt hij vervolgens de slotsom dat die mogelijkheid alleen reeds daarom een wettige is. Zeer treffend en nuchter schrijft de duitse theoloog dr. Helmut Thielicke: 'De bijbelse geschiedenis van de zondeval is op dit punt een heilzaam, ontnuchterend medicijn: niet de walvissen, de bomen en de sterren hebben zich van de Schepper afgekeerd. Alleen de mens heeft dit gedaan. Daarom kan ik niet inzien waarom het constateren dat de suïcide slechts de mens mogelijk is, ook tegelijkertijd de legitimatie ervan zou betekenen'. (Wie mag sterven? , blz. 86).

Ik ga nu op deze vraagstukken niet verder in. U kunt er meer over lezen in een publicatie van drs. K. Exalto die binnenkort verschijnt: 'Geen hand aan uzelf. Gedachten over zelfmoord'. (Reformatiereeks). Wellicht kom ik na verschijnen van dit boekje nog op dit onderwerp terug.

V.

J. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 oktober 1981

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

OVER DE LEVENSDUUR

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 oktober 1981

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's