Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De geboorte van CHRISTUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geboorte van CHRISTUS

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

En zij baarde haar eerstgeboren Zoon en wond Hem in doeken en leide Hem neder in de kribbe, omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg. "' Luc. 2:7.

Wederom komt over de lengten en breedten der aarde de kerk samen om het heugelijke feit van de komst van de Zone Gods in de wereld te herdenken. In vele gezinnen zal dat kostelijk evangelie gelezen worden, als naar gewoonte, omdat de dag van het Kerstfeest weer is aangebroken. Eigenaardig, maar de wereld doet er zelf aan mee, om Kerstfeest te vieren. Duizenden bomen zijn weer omgehakt en in kerken en scholen, maar ook in huizen tijdelijk neergezet, ja zelfs op de straten en in de gebouwen van publiek vermaak is de kerstboom te vinden. Hebben dan allerwege de mensen zoveel met Christus op, en is men zo met Zijn komst in de wereld verblijd, dat men zelfs op die dagen geschenken geeft aan elkander? Och neen, geliefden, het is alles maar uiterlijk vertoon, en in dat alles openbaart men, dat men het allerminste besef heeft van dat volheerlijke heilsfeit. Het Koninkrijk Gods komt niet met uiterlijk gelaat, maar zo sprak de Mond der Waarheid zelf: 't is binnen in ulieden. O, wat is de wereld arm en dwaas. Zij hebben pret bij een versierde kerstboom en schik wanneer er een kerstkrans op tafel staat, om straks opgegeten te worden. O, laat het onder ons toch niet zo zijn. 't Is niet anders dan de openbaring van het moderne heidendom van onze dagen, wat wij allerwege kunnen aanschouwen, en waaruit blijkt hoe groot het verval» is, hetwelk hoe langer hoe groter wordt, naarmate de wereld haar einde nadert.

In duizenden kerken wordt van Christus' geboorte gesproken, maar 't is alles zo leeg en hol. Op zijn best is het een blote historie, die meegedeeld wordt, maar de kern der zaak, waar het eigenlijk over gaat, die wordt niet aangeraakt. En onder ons? Och, laten wij het maar eerlijk bekennen, het is een kerkdag, die ieder jaar op dezelfde dag terugkeert, maar verder ook niet. Het laat de arme mens koud, omdat in zijn hart voor die dierbare en gezegende Persoon nimmer plaats gemaakt is door de Heilige Geest. Voor Jozef en Maria was geen plaats in de herberg. O bedenkt het toch, en leest het eens met aandacht: dat er voor henlieden geen plaats was. Menigmaal wordt het zo verteld, in scholen, in Zondagsscholen en kerken, alsof die herberg zo vol was, dat er geen kamer meer vrij was vanwege de veelheid der bezoekers. Maar zo staat het in de waarheid niet. Jozef en Maria vreesden God. Zij waren beiden uit het huis en geslacht van "David. Maar bovenal, zij waren uit God geboren. En Maria was de begenadigde, de gezegende onder de vrouwen. Zij was de maagd, die naar de belofte in Jes. 7:14 zwanger zou worden en een Zoon zou baren. Wiens Naam Immanuel zou zijn. Zij was overschaduwd van de Heilige Geest en droeg de Heere Jezus onder haar hart. Hij zou komen om de werken des Satans te verbreken, het beloofde vrouwenzaad. En zie, nu weet de duivel niet alles, maar hij weet toch veel. Alles, alles heeft hij in het werk gesteld om die geboorte in die herberg te verhinderen. Wanneer dat in die plaats zou geschieden, wat zou die geboorte spoedig bekend zijn. Maar och, God heeft geen mensen nodig, dat zal na die geboorte van Christus wel duidelijk blijken. Een engel uit de hemel zal die geboorte verkondigen.

En de eigenaars van die herberg willen Jozef en Maria geen plaats geven. O neen, het kleinste plaatsje kan voor hen niet ingeruimd worden. Een bewijs, dat voor Christus in de wereld, maar-ook in ons hart geen plaats is. Niets anders dan bittere vijandschap vervult ons hart tegenover Hem. De mens heeft in het Paradijs met God afgedaan en in zijn bittere hart wil hij volharden om zonder God te leven en zonder God te sterven. Van nature doet hij toch niet anders dan God verwerpen en alles in het werk §tellen, om zijn hart voor Christus te sluiten. Droeve openbaring van de mens die God niet vreest. Pilatus riep eenmaal: „Wat moet ik met Jezus doen? " En inderdaad, de arme, dwaze mens weet het ook niet. Hij is zonder God op de wereld en heeft geen kennis van zijn diep-rampzalige staat, tenzij dat God hem ontdekt. Geen plaats voor Christus, voor de Borg des Verbonds. Voor Die Gezegende Persoon riep Paulus uit: „Doch Gode zij denk, voor Zijne onuitsprekelijke gave" , (2 Cor. 9 : 15). En in Joh, 3 : 16 lezen wij: , , Alzoo lieft heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eeniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe." Wij doen niet anders, al is het voor velen een harde waarheid, dan ons hart sluiten voor Christus, als die enige Naam onder de hemel gegeven tot zaligheid. Het is maar één van beiden: Christus aannemen of Christus verwerpen. Er is geen middenweg. De Heere Jezus sprak zelf tot de Joden: Gij wilt tot Mij niet komen, opdat gij het leven hebt in Mijnen Naam. Dus die mensen in onze dagen, die hun mond vol hebben van het aannemen van Jezus, die moeten wij als bevoorrecht beschouwen? Och neen, gij weet wel beter. Al^ dat oppervlakkig aannemen van Christus zal op een eeuwige teleursteUing uitlopen. Gods overtuigde en ontdekte volk leert het, dat er geen plaats voor Christus is in onze harten, , tenzij Gods Geest die krachtdadig en onwederstandelijk werkt, er plaats voor maakt. Het moet buiten hope zijn en wij moeten onszelven als een verlorene voor God leren kennen, zal er ooit een benodigen van die Persoon zijn.

En niemand kan toch een ding aannemen, tenzij het hem uit de hemel gegeven zij. Gods uitverkoren volk wordt tot aannemen van Christus verwaardigd. Zovelen Hem aangenomen hebben heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods genaamd te worden. Macht gegeven dat wil dan zeggen: „recht gegeven". Een Goddelijk recht uit kracht van het eeuwige welbehagen, op grond van de verdiensten Christi, door de Heilige Geest. Na de verbreking van het Verbond der Werken, heeft God van de hemel uit souvereine genade, uit Zijn eeuwig welbehagen het Verbond der Genade bekend gemaakt, Christus beloofd aan Adam en Eva, toen zij alles hadden afgesneden. Christus is in Zijn strijd en overwinning beloofd in de moederbelofte. Al de profeten van de oude dag, niemand uitge-zonderd, hebben van de komst van de Messias geprofeteerd; de een al kostelijker dan de ander. En als dan Maleachi, de laatste-der profeten. Zijn komst voorbereidt in zijn profetie, dan zouden wij denken.... morgen heeft het al plaats. Maar.... dan zwijgt de stem der profetie vierhonderd jaren en.... wordt het. zo donker op de wereld, in de kerk, en in het hart, dat gij zoudt zeggen, het is afgesneden. Maar dan, in die donkere nacht, wordt de belofte vervuld. En zo geschiedt het ook in het leven en in de harten van al Gods gunstgenoten, wanneer Christus in hen geboren wordt. Het gaat door een weg van algehele onmjbgelijkheid. Alles, alles, zelfs Keizer Augustus wordt door God gebruikt, om Gods Raad te volvoeren, 't Is alles gehoorzaam op Gods wenken. In Bethlehem, in dat broodhuis, daalt dat levende Brood van de hemel, dat de wereld het leven geeft. O, hoe laag bukt die eeuwige Zone Gods. Troon en kroon verliet Hij, om in een beestenstal geboren te worden. Welk een vernedering: onbeschrijfelijk en ondoorgrondelijk. Gij weet de genade van onze Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil arm werd, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden (2 Cor. 8:9).-

O medereiziger, erger er U toch niet aan, dat de Zone Gods geboren werd in een beestenstal. Asaf werd een groot beest voor God. En voor dezulken alleen is en wordt het zulk een eeuwig wonder. Was Hij geboren in het Paleis van Herodes, of in de kastelen van de Farizeeën en Schriftgeleerden, of in de herberg, er was nooit een weg of hope , geweest voor een schuldig, ellendig, verdoemelijk zondaar. Wanneer God onze ogen opent, dan worden wij de grootste der zondaren. Dan schreeuwen wij van binnen in ons hart: „Gij hebt geen heil bij God." Ja, van alle kanten roept de vijand van onze ziel en zaligheid, dat het nooit meer kan. O, die Satan tracht niet anders te doen dan ons van God af te trekken en de genade Gods in Christus te verdonkeren. En ook slaan wij dan een blik in onszelven, in ons eigen hart, dan ontzinkt alle hope en verwachting. Die arme mens ziet in zichzelf niet anders dan zonde en ellende. Maar nu is Christus geboren in een beestenstal, lager kon Hij niet bukken, om in onze beestenharten te komen wonen en die onreine harten te reinigen en te heiligen, te maken tot een woonstede Gods in de Geest. Die beestenstal verschaft toegang voor alle bedroefden, voor alle benauwden en voor allen, die een schuldeiser hebben. Voor zulken staat de deur open. Werden er op deze Kerstdag nog eens zulken gevonden, die daar in een hoek en aan een kant, op een zolder of in een kelder lagen, onder de last van hun schuld en zonde. O, wat is hier een eeuwige ruimte. Dat God nog eens moed aan moedelozen gaf en troost aan troostelozen.

En om dan als een getrokkene des Vaders en bewerkte door God de Heilige Geest in die beestenstal van Bethlehem te mogen ingaan, om die gezegende Middelaar te mogen vinden. Die Hem vindt, vindt toch het leven. Hij is een volkomen Zaligmaker en zal volkomen zalig maken allen, die door Hem tot God gaan. Hij is de Verwerver der zaligheid; wij kunnen er geen zucht aan toebrengen, maar Hij is ook de toepasser daarvan. O, dat wij door die doeken en windselen Zijn heerlijkheid mochten aanschouwen. Hij is de eniggeboren Zone Gods.

Daar in Bethlehems kribbe ligt de eeuwige Zone Gods. Hij is de waarachtige God en het eeuwige leven. Neen, Hij bracht onze natuur niet mede uit de hemel, maar nam die natuur aan uit de maagd Maria, opdat Hij de mensen in alles gelijk zou zijn, , uitgenomen de zonde. Hij moest waarachtig God zijn, daar niemand van Adams zonen en dochteren verlossing kon teweeg brengen. Hij was die Borg, die tot God kon naderen (Jes. 31 : 21).

Hij alleen was in staat om Gods getechtigheid voldoening te geven. Hij alleen kan Gods toorn stillen en Gods gramschap blussen. Hij kon alleen Satans kop vermorselen en de zonde ontkrachten. Hij was waarachtig mens: Waar mens met ziel en lichaam, omdat God aan geen andere natuur de zonde wilde straffen; en omdat wij in ziel en lichaam gezondigd hebben. Ziel en lichaam moesten ook verlost worden van vloek en toorn. Hij, die daar lag in de kribbe, was rechtvaardig mens; zonder erf- en zonder dadelijke zonde. Hij lag daar neder in doeken gewonden; de erf- en dadelijke schuld van Zijn Kerk, om die te verzoenen en voor eeuwig weg te nemen. Ja, Hij kwam in die diepe vernedering om Zijn volk tot God terug te brengen en hun te geven sieraad voor as, vreugde-olie voor treurigheid en het gewaad des lofs voor een benauwde geest. Die dierbare Middelaar heeft zo laag gebogen, om ons uit de diepte en uit de afgronden der hel op te halen en te brengen in de volzalige gemeenschap Gods. O, wat zouden wij Hem toch moeten erkennen, beminnen en liefhebben. Hij zou de hoogste plaats in onze harten moeten hebben. Al wat aan Hem is, is toch gans begeerlijk. Dat wij met de Bruid mochten zeggen: Zulk een is mijn liefste, ja zulk een is mijn vriend, gij dochters van Jeruzalem. Wat een kostelijk evangelie: , , God geopenbaard in het vlees!" Dat het nu eens waarlijk Kerstfeest mocht zijn of worden. O mens, hoevelen maaide God er weg in het bijna vervlogen jaar, die dat evangelie niet meer vernemen. In sommiger woning kwam de engel des doods, om van uw dierbare betrekkingen mee te nemen en te stellen voor het oordeel van de Grote Rechter van hemel en aarde. Voor enkelen was de dood een bode des vredes, maar voor onnoemelijk velen een koning der verschrikking.

Er zijn er onder ons, die God terugbracht van de poorten des doods en nog vergunde om dit kostelijk heilsfeest nog mede te doorleven. Dat Gods goedertierenheden u nog mochten leiden tot waarachtige bekering. Dat het eens een wonder mocht zijn, dat dit evangelie van Christus' komst in het vlees nog in uw oren mag kUnken. Dat het ook klonk in uw hart tot uw eeuwig heil. En hoevelen- zullen er zijn van degenen, die dit thans horen, voor wie het de laatste maal zal zijn in hun leven, dat zij die prediking nog mogen vernemen? En al zal de Heere u nog menig jaar sparen, toch is ons leven maar een handbreed gesteld en onze leeftijd is als niets. Met rasse schreden vliegen wij naar het graf en naar de eeuwigheid. Straks komt alles terug, ook de prediking, waaronder gij hier hebt geleefd en verkeerd. Eenmaal zult gij tot verantwoording geroepen worden voor al hetgeen gij gehoord hebt. Wat zal het vreselijk zijn als alles tegen u zal getuigen. Dat Kind, dat eenmaal in Bethlehems kribbe lag, zal dan als Rechter u oordelen, en voor eeuwig veroordelen. Dat het toch nog eens Kerstfeest voor u worden mocht in waarheid, en Christus in uw hart geboren mocht worden.

Jongens en meisjes: feestdagen zijn voor velen van het opkomend geslacht zondedagen. De een zwerft hier, en de ander daar, veelal uit het oog van een vader of moeder, bewandelend de duistere wegen der zonde en der ongerechtigheid. O, leer toch in uw jonge dagen de wereld vaarwel zeggen en de zonde haten en vlieden. Wat zou ik het u van harte gunnen, dat gij mocht beseffen hoe vreselijk het is, zonder God en buiten Christus verder door te leven. Dat de ernst van het leven en het gezicht der eeuwigheid, de noodzakelijkheid der waarachtige bekering op uw ziel werde gebonden. Dat ge de grootheid van uw schuld en zonde, uw verloren toestand om God leerdet kennen en in het stof voor God leerde buigen, om met smeking en geween in die beestenstal van Bethlehem terecht te komen aan de voeten van een zo diep vernederde Heere Jezus, Hem smekend om de vrede. Hij kwam in de wereld om te zoeken en zalig te maken wat verloren was. Geen hart te jong en geen haren te oud om door Hem gered en gezaligd te worden. Neemt toch de tijd nog waar, die God u nog gunt in Zijne grote ontferming. Na deze zal er geen tijd meer zijn en dan zult gij het eeuwig beklagen. Dat Gezegende Kind in Bethlehems kribbe kan u redden van het verderf en u kronen met goedertierenheid en barmhartigheid. Hij staat en wacht om u genadig te zijn.

O, als ge er iets van mocht leren kennen, wat zou het u een ware vergenoeging geven. In het licht van des Konings aangezicht is alleen vrede en blijdschap door de Heilige Geest. En nu is er nog een volk, dat al zo vaak de Kerstdag beleefd heeft, maar voor wie het nog nooit Kerstfeest is geweest. Dat is dat volk, dat het in de wereld niet meer vinden kon, voor wie de zonde de dood is geworden, die een betrekking op God gekregen hebben, maar geen kennis van diens geboorte in Bethlehems kribbe.- Zij zijn wel eens bemoedigd door de waarheid en verkwikt door de Goddelijke beloften, doch nu wordt het al maar donkerder en banger. En dan hebben zij wel eens gehoopt, dat het gebeuren zou, maar al die hoop wordt hoe langer hoe kleiner. Toch heeft de duivel met al zijn be-, strijdingen het niet uit hun hart kunnen wegkrijgen, wat God er in gelegd heeft. O, dat uitzien: Och of Gij de hemelen scheurdet, dat Gij nederkwaamt. De herders hielden de nachtwacht over hun kudden, 't Was nacht, maar toch waakten zij. En daar op het alleronverwachts kregen zij de allesomvattende boodschap, dat hun geboren was de Zaligmaker, de Christus. Zo mocht het ook in deze dagen dat bedrukte en uitziende volk gebeuren. In al wat gij beleefdet is toch geen voldoening voor uw ziel meer te vinden. Dat gij Hem leerdet kennen, die alleen uw heil volmaken kan. Veel te veel is er vaak een rusten op alles wat buiten Christus is en dan komt God niet aan Zijn eer, maar ook onze ziele mist de ware vrede en rust. De herders kwamen met haast en zij vonden dat Kindeke. Dat gij tot.Hem komen mocht, als een arme, ellendige, dood en doemschuldige, en dat Hij u omhelzen mocht, maar gij Hem ook door het geloof mocht toeëigenen als uw deel en eeuwig goed. 't Zcu een onvergetelijk Kerstfeest zijn. En volk van God, dat het wonder Gods, geopenbaard in de geboorte van Christus, bij vernieuwing voor uw ziele mocht leven. Want och, er moet toch telkens maar een wonder van de hemel plaats hebben, en ontdekkingen des Heiligen Geestes zal Christus gedaante en heerlijkheid voor ons hebben. Wat zwerven wij veel buiten Christus om; en buiten Hem is niets anders dan de dood te vinden. Trek ons, zo riep de bruid, en wij zullen U nalopen.

Dat onze ziele gedurig Christus mocht benodigen, en uit Hem bediend, als uit de fontein der hoven en put der levende wateren, opdat ook wij in diepe vernedering Zijn voetstappen mogen drukken en.... Hem verheffen als het hoogste van onze blijdschap. Zo mochten onze harten in deze dagen ingenomen worden door Christus, onvergetelijk voor ons zijn, en bovenal tot lof en eer en heerlijkheid van die God die Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar voor ons allen heeft overgegeven. Die God mochten wij prijzen gelijk de engelen eenmaal deden toen zij uitriepen: Ere zij God in de hoogste hemelen. — Amen.

Gr. R. L.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 december 1947

De Saambinder | 4 Pagina's

De geboorte van CHRISTUS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 december 1947

De Saambinder | 4 Pagina's