Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een parel uit de schat der Kerk (13)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een parel uit de schat der Kerk (13)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

GELOOFSLEVEN

Christus gekruisigd

Het kruis van Christus is van de grootste betekenis voor de Kerk, omdat het kruis van de Zaligmaker is. Aan het kruis hangt het zwaargewicht van de vloek.

Omdat duidelijk te maken wordt nu gevraagd: Betekent het feit, dat Hij gekruisigd is iets meer dan wanneer Hij op een andere wijze zou zijn gestorven? (60)

Had Hem dit bitter lijden niet bespaard kunnen worden?

De meerwaarde van het kruis noemt Calvijn in zijn Institutie , , een merkwaardige verborgenheid". De Schrift toont dat onomwonden aan. Daarom grijpt het antwoord naar de Bijbel. Ja, zoals de apostel het aanwijst in Galaten 3 : 10, als Hij aan het hout gehangen is, om onze vervloeking op Zich te nemen, om ons ervan te ontlasten. Want deze wijze van sterven was van God vervloekt. Deut. 21:23.

Kruis is schande en meer dan schande. Kruis is vloek. Weggevloekt te worden is dieper dan weggestuurd te worden. Weggevloekt door mensen, die maar één oplossing hadden om van Jezus af te komen: , , Kruisigen, kruisigen, krijsten zij.”

Hij hoort onder ons niet meer thuis. In het kruis wordt Gods vervloeking gerealiseerd.

Daaraan is af te lezen wat wij door onze zonde hebben verdiend. Weggevloekt te worden door God. Voor zo één is er geen plaats meer in de hemel.

Hangen tussen hemel en aard, dat is hel!

Wie kan daarin komen? Dat moest, maar Ihoeft niet meer. Daar is Uw Borg ingekomen. Vrijwillig en uit liefde, heeft Hij de ganse toorn van God gedragen.

O God, zegt al wie Hem in onze vloek ziet sterven: is het dan zo erg met mij?

Dat vernedert mij diep. Is ook de bedoeling: „Want het oprechte geloof begint en eindigt met de vernedering des harten". (Hugho Binning)

Diezelfde blik van het geloof op de Kruiskoning ziet nieuwe blijken van Gods gunst.

Door de donderslagen van de vloek heen Ihoort Calvijn de klokken van de bevrijding luiden. Hij hing daar om onze vloek op Zich fen van ons weg te nemen.

De Minste vindt ons niet te min. Daarom loopt Gods vrederaad over dat vloekhout heen. Maar: betekent dat niet een onteren van de Heere Jezus, als we zeggen, dat Hij aan onze vervloeking onderworpen is geweest? (61)

Toen wij mensen God uit ons leven wegstootten, was het radicale gevolg dat er van ons niets dan , , klinklaar zonde" (Kohlbrügge) overbleef.

Om dat met wortel en tak uit te roeien liet Christus Zich vernederen tot de dood, ja, de dood des kruises. Hij heeft de vloek radicaal aangevat, bij de wortel; een vloek geworden zijnde en tot zonde gemaakt voor ons.

En de vrucht? Het kruis werd mij de Boom des levens!

Zo verstaat Calvijn het: Neen (de Zoon van God wordt niet onteerd): want door die vloek op Zich te nemen, heeft Hij ze vernietigd door Zijn kracht, zodat Hij niet opgehouden heeft de Gezegende te zijn.

Onder de vloek bleef Hij de Gezegende des Vaders. Simsons raadsel is er niets bij, toen hij zei: , .Zoetigheid ging uit van de sterke". Met voorzichtigheid op Christus toegepast mag gezegd worden het Lam is de Leeuw uit Juda's stam. In de vloekdood van Jezus geurt de zoete honingraat van Gods hef de. , , Wij vinden allerlei vertroostingen in Zijn wonden". (Ned. Gel. Bel. art. 21)

Simson mag dan van een raadsel spreken, de Schrift duidt het aan als een mysterie.

Iets dat we nooit tot op de bodem kunnen doorgronden. Dat wordt van ons ook niet gevraagd. Wel dat we dit Evangelie gelóven, aanbidden en Hem lof toebrengen.

U heilig Godslam loven wij. Gij hebt voor ons aan het kruis geleden. Gij gezegende Christus!

Milde Bron van zegen voor gevloekten en zondeslaven.

Christus gestorven

Christus is Zijn Middelaarswerk begonnen in de schoot van Maria, in de kribbe van Bethlehem. Hij heeft het voortgezet aan het kruis van Golgotha. Hij heeft het voltooid in Zijn dood. Het is goed daar bijzondere aandacht aan te schenken.

Calvijn wil daaromtrent van zijn leerlingen nog meer weten. Verklaar nu wat er volgt. (62)

De duivel en zijn macht hadden Hem wel van het kruis willen kijken.

Ze hebben het nog gezegd ook. Kom af van het kruis! Als u Gods Zoon bent is dat toch niet moeilijk voor U!

Maar omdat Hij Gods Zoon is en Zijn leven stelt voor de schapen, ging Hij de dood niet uit de weg. Dan ware Hij op het punt van de volkomen gehoorzaamheid eeuwig tekortgeschoten. Waarom? Omdat de dood een vervloeking is, uitgesproken over de mens, wegens de zonde, heeft de Heere Jezus haar ondergaan, en, door dat te doen, haar overwonnen. En om te doen blijken, dat Zijn dood een werkelijk sterven was, heeft Hij Zich laten begraven, zoals andere mensen.

Naar bijbels getuigenis wordt de vloek over de gevallen mens werkelijkheid in de dood. De dood is het loon op de zonde. De dood in zijn drievoudige gestalte, geestelijk, lichamelijk en eeuwig. Het werd ons bezworen in het Paradijs, wat het hebreeuws op een intenste manier weergeeft: gij zult, , stervende sterven", d.w.z. onontkoombaar sterven.

Door voor allen de dood te smaken, en dat is de geloofstaal waaruit Calvijn hier spreekt, heeft Hij ons van zonde en dood verlost. Wat is dus het verschil tussen het sterven van Christus en ons sterven? Ons sterven is radicale onderwerping aan de dood.

Zijn sterven diende om de dood te verzwelgen en hem die het geweld des doods had, de duivel, te vernietigen.

Wij sterven uit onmacht en gebrokenheid. Maar Jezus stierf vrijwillig.

Hij legt het leven af, dat Hij had aangeno- men. Dat maakt Zijn dood tot een losprijs voor velen.

Onze dood is straf op de zonde. In de dood worden wij weggedaan voor het aangezicht van God. Welnu: die straf, de tijdelijke, geestelijke en eeuwige dood, de totale Godverlatenheid, die heeft Jezus als Middelaar in onze plaats gedragen.

Zijn dood is overwinning en in Zijn dood heeft Hij de dood krachteloos gemaakt. , , De dood is dood ter aarde gevallen" (A. A. van Ruler).

In zijn Institutie wijst Calvijn er bovendien op, dat Jezus' dood vrucht draagt met betrekking tot de heiligmaking, , , dat Hij onze oude mens doodt, opdat die daarna geen kracht meer hebbe, noch vrucht drage" (Inst. II-XVI-7).

De gelovige mag het Paulus nazeggen: Ik ben met Christus gekruist. Ik ging met Hem de dood in, ik kan niet meer voor of in de zonde leven. De zonde is mij de dood geworden.

De Heidelberger noemt dit het meerdere nut van de dood en de offerande van Christus (vr. 43).

Het kruis van Christus slaat voortdurend een kruis door mijn , , ik”.

Voor het geloof is het een blijvende realiteit, om het voor waarachtig te houden en erbij blijven, dat onze oude mens met Christus gekruisigd, gestorven en begraven is!

Ik kan de oude mens niet doodvechten, ik mag hem dood gelóven.

En als Christus nu zó in mij leeft, dan draagt dat vrucht in het nieuwe leven.

Een leven door Zijn dood bereid. Een leven waarvan de kern is het geloof in de Zoon van God, Die mij liefgehad heeft en Zichzelf voor mij heeft overgegeven. (Galaten 2 : 20)

Christus begraven

Het bewijs van de werkelijke dood van Christus ligt in Zijn begraven worden.

Opdat het te beter zou blijken, dat Hij een ware dood gestorven was, is Hij tot in Zijn begrafenis toe de broederen in alles gelijk geworden. Hij volgde ons in onze val tot het einde. Tevens houdt Zijn begrafenis in de graflegging van de eerste Adam. Hier ligt de oude mens begraven, voor eeuwig en voorgoed.

Jezus is met ons in het graf! Om de groeve der vertering voor Zijn volk om te zetten in een laatste rustplaats. Op een andere plaats spreekt Calvijn dan ook over de levendmaken­ de reuk van de Geest, Die door de begrafeni van Jezus in ons graf is gekomen.

En mocht iemand menen: Maar schijnbaa hebben wij geen nut van deze overwinning omdat wij toch ook moeten sterven? (63) Ja dat mag zo schijnen, maar de werkelijke waar heid is: O, neen, want de dood der gelovige is nu niet anders dan een overgang, om he binnen te voeren in het eeuwige leven. Voo Gods kinderen is de dood slechts een cipier die de laatste grendel voor de poorten van he eeuwige leven wegschuift. Geen duistere spe lonk en niet alleen maar een gat in de grond ei zand erover. Het graf is een tunnel, donker ei smal, dat wel... maar het einde is:

Door een nacht, hoe zwart en dicht Voert Hij mij in het eeuwig licht.

Wat Calvijn hier niet uitdrukkelijk noemt maar wat hij ongetwijfeld ook bedoelt, staa in de Heidelbergse Catechismus met nadrul vermeld: met onze dood betalen wij niet voo de zonde, wel sterven we voorgoed de zond af.

Het graf wordt een oord van wachten ei verwachten. Het behoort mede tot de zeker heid des geloofs, dat we zonder schrik en be ven de dood tegemoet gaan.

Niet onaangevochten, o zeker niet. Maai niet minder zeker omdat uit het sterven en be graven worden van Jezus volgt: Dat wij é ' dood niet meer moeten vrezen als iets ver schrikkelijks, maar dat wij gaarne ons Hoofi en onze Leidsman Jezus Christus moeten vol gen, waar Hij ons voorgaat, niet om ons ti verderven, maar om ons te behouden. (64)

Durven wij deze kloeke geloof staal nog we aan? Nee, als we gronden van zekerheid zoe ken in onszelf. Een kwaal die verraadt dat on' de enige troost in leven en sterven ontbreekt niet weten in leven en sterven het eigendon van onze getrouwe Zahgmaker te zijn? Ja, op die ene genadevolle voorwaarde, dat ons lever met Christus verborgen is in God.

Ik las van Olevianus, die de Catechismui van Calvijn goed gekend en gebruikt heeft, dat men hem, toen hij op zijn sterfbed lag, vroeg, of hij verzekerd was van zijn overgang van geloof tot aanschouwen, antwoordde: , , daar ben ik volkomen zeker van.”

Een zekerheid die we alleen vinden in eeti zich spontaan en kinderlijk verlaten op de genade Gods in Jezus Christus. Het geloof weer spiegelt zich in de wijze waarop wij verzoend zijn geraakt met de dood, omdat het rust in het verzoend zijn met God in Christus. Wie in Hem gelooft heeft het eeuwige leven. Krijgt istervensgenade op Gods tijd en wijze. En kent ihet heimwee van Paulus die verlangde om ontibonden en met Christus te zijn. Geloof staal is nooit hoogdravende taal. Want Paulus zegt er og bij, dat deze genade hem, als een allerminste is geschied , , ter bemoediging van allen, die na hem komen zouden, vooral van de achteraankomers" (S. van der Linde).

Alleen zo durven we met de leerlingen te antwoorden: Zo is het!

Zo laat Gij Heer' Uw knecht, Naar 't woord hem toegezegd Thans henengaan in vrede Nu hij de Zaligheid zolang door hem verbeid, Gezien heeft op zijn bede.

H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 januari 1995

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Een parel uit de schat der Kerk (13)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 januari 1995

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's