Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KORTE REISBESCHRIJVING VAN CAND. C. HEGEMANKORTE REISBESCHRIJVING VAN CAND. C. HEGEMAN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KORTE REISBESCHRIJVING VAN CAND. C. HEGEMANKORTE REISBESCHRIJVING VAN CAND. C. HEGEMAN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Paterson, N. J., 22 Dec, 1947

Geachten Vrienden!

Op verzoek, zal ik eenige reisindrukken geven van de groote reis, die wij 25 Nov. j.1. zijn aangevangen, met de “Nieuw Amsterdam.”

Afscheid nemen valt niet mee, dit is smartelijk; degene van de lezers die dat ervaren hebben, weten dit. En toch, wij mochten met vrijmoedigheid afscheid nemen; het was, door genade, niet mijn weg, maar Gods weg. Het is mij een wonder geworden, dat de Heere te midden van het oordeel dat wij beleven, ondanks het diep verval van Gods kerk, ons hart door Woord en Geest heeft ingewonnen voor een kleine gemeente in Amerika. Gods wegen zijn wonderlijk, daarom mochten wij tot de vele gemeenten zeggen die ons verzochten afscheid te nemen, “de duivel gaat vast mee naar Amerika, maar de Heere gaat ook mee.”

Het deed ons goed, dat er buiten de familie ook vrienden waren gekomen om ons uitgeleide te doen, o.a. de predikanten Ds. De Blois, Ds. Blok en eenige studenten. Om 3 uur gingen wij op de boot, daar moesten eenige formaliteiten in orde gebracht worden; dit was vlug in orde en wij stonden met ons lieve kind op het bovendek van de groote zee-boot te zwaaien tot mijn oude moeder en verdere familie.

De “Nieuw-Amsterdam” moest om vier uur vertrekken, maar het werd 5 uur, 6 uur . . . . hij bleef aan den wal verbonden. Wat was de oorzaak? Later hebben wij het vernomen: door de spoorwegstaking in Frankrijk moesten wij wachten op de reizigers uit Frankrijk. Het zijn ontroerende oogenblikken als je daar staat op de boot, alles verlaten en naar een werelddeel waar je nog nooit geweest ben.

Maar de Heere is getrouw, God volvoert Zijn eeuwige raad, en door genade, mocht ik mijn zaak in God kwijtraken; en de Heere had het mij eenige malen voor het vertrek toegezegd:

“Als het mij benauwd of bang gevallen is,
Dan heb ik mij vermaakt in Uw geboden.”

Het werd 7 uur en de boot bleef verbonden aan den wal: de familie riepen wij toe: “Ga maar naar huis!” en dit hebben ze gedaan. De Heere mocht ze gedenken!

Het werd tijd om hut 14 op te zoeken. Wat een prachtige hut en een badkamer; maar het kinderledikant was ook niet vergeten. Kleine Johan sliep vlug; hij had er vanzelf niet mee te doen dat hij zijn Vaderland verliet. Ongeveer half-tien waren wij zoo vermoeid dat wij gingen rusten, nadat wij Psalm 91 hadden gelezen; en wij mochten zuchten om ondersteuning en genade, om den weg te volgen die de Heere met ons wil houden.

Den volgenden morgen ontwaakten wij reeds vroeg; wij gevoelden dat de boot in beweging was. Op het dek gekomen aanschouwden wij niets dan water, en vernamen wij dat de boot om 10 uur was gaan varen.

Wij kunnen geen beschrijving geven van ons gevoel, lezer, dat wij hadden toen wij Neerlands kusten vaarwel hebben gezegd met de “Nieuw-Amsterdam”, wij waren slapende met vrouw en kind.

Na het ontbijt zijn wij de boot gaan bezichtigen. Wat een pracht en praal, en van alles is er: Winkels, o.a. kappers, kleermakers, enz.

Woensdag 12 uur waren wij te Southhampton, dus in Engeland. Na eenigen tijd van wachten totdat de passagiers aan boord waren, zijn wij de groote zeereis aangevangen. Het werd Woensdagavond onstuimig, vele werden zeeziek en mijn vrouw gevoelde zich ook niet aanganaam.”

Op het bovendek aanschouwden wij de zee. Wat een onbeschrijfelijk schouwspel, dat onafzienbare watervlak! Hier krijgt men een indruk van oneindigheid; wat is Gods wereld groot, wat is Zijn Heelal eindeloos diep? En wat zijn wij daarbij klein; en temidden van die oneindigheden van lucht en zee, dobberde ons schip, geen ander schip zien wij, alles zee. Ondanks de onstuimigheid van het water, heb ik toch veel met menschen gesproken; mijn vrouw is met velen zeeziek geweest, mijn zoon en ondergeteekende, geheel niet. Reeds vlug kwamen tot ons eenige vrienden, als Mr. John Zuidweg, Marinus Zuidweg, en Jacob Mierop, allen uit Paterson, die ons in alles bijstonden, zoowel als ook familie Bakker van Rock Valley, Iowa.

De “Nieuw-Amsterdam” is een dorpje in het klein, 1200 menschen plus 600 personeel. Wij hebben met velen gesproken. Donderdags kregen wij een verzoek om des avonds een kerkdienst te houden, met het oog op den Dankdag in Amerika. Zoo ook des Zondags hebben wij tweemaal gesproken. Heel veel menschen waren komen luisteren; van alles was onder het gehoor.

Zondag was er een ernstige zieke aan boord. Er moest medicijn komen; dit is uitgeworpen door een vliegtuig, en de Heere wilde het zegenen.

Wat was het een blijdschap toen wij Dinsdag vernamen, land in zicht; dat is nooit te vergeten, vrienden! Des middags om 4 uur, land. En jawel, hoor, de voorsteden van New York kwamen in ’t zicht; en dan zien wij het beroemde Vrijheidsbeeld. Wat is dat een majestueuze aanblik!

Om half zes was de boot aan zijn einddoel, maar mij moesten eerst wachten dat de documenten nagezien waren. En daar plotseling stond een heer in onze hut. “Mijn naam is Cooper, diaken van de Gereformeerde Gemeente te Paterson.” Die ontmoeting zullen wij nooit vergeten. Het was in onze ziel: “Uw goedheid Heer’ is hemelhoog.”

Met blijdschap hebben wij den Kerkeraad begroet, mede eenige vrienden; en om half-elf des avonds waren wij in de pastorie. Wij hadden geen woorden om te spreken. Hoe prachtig had den de vrienden het huis ingericht! Wat een liefde en hartelijkheid mochten wij ervaren. Ouderling Van der Stad sprak ons hartelijk toe, en wij bedankten met eenige woorden.

Het examen is reeds voorbij, als ik deze letteren schrijf. Zoo de Heere wil, zullen wij met Januari bevestigd worden door Ds. Lamain. De Heere gedenke Ds. Lamain, die met liefde als consulent heeft gearbeid in deze Classis. Wij waren ook verblijd kennis te maken met Ds. Van Zweden. De Heere zegene hem ook in de ambtelijke bediening. Ds. Wielhouwer mocht de Heere in de dagen zijns ouderdoms verblijden door Zijne daden. En ik hoop, dat de Heere den arbeid van Br. Wielhouwer te Passaic, rijkeljik moge zegenen.

Verder is mijn oprechte wensch en bede, dat de gemeente People’s Park en al de gemeenten in de Classis, mij in mijn jonkheid dragen, en dat wij straks als uw consulent in liefde en oprechtheid met elkander mogen arbeiden tot eere des Heeren.

Geve de Heere ons maar veel in te leven met de oude rijm:

“Geen meerder goed, Heere, Gij mij geven meugt,

“Dan dat Gij mij vernedert en maakt kleine.”

Dat wensch ik u allen toe, mede namens mijn vrouw voor het jaar 1948. Leeraren en ambtdragers en leden van de gemeenten, jong en oud, Gods. onmisbaren zegen.

Uw dienstw.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1948

The Banner of Truth | 16 Pagina's

KORTE REISBESCHRIJVING VAN CAND. C. HEGEMANKORTE REISBESCHRIJVING VAN CAND. C. HEGEMAN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1948

The Banner of Truth | 16 Pagina's