Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERK EN KERKRECHT 29

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERK EN KERKRECHT 29

De Dordtse Kerkorde, art. 4b

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

29.

Ten andere, in de examinatie of onderzoeking beide der leer en des levens, dewelke staan zal bij de classis, ten overstaan van de gedeputeerden der Synode, of enigen derzelve.

Met de verkiezing is het beroepingswerk niet ten einde. Hierna moet plaats vinden het onderzoek naar de vereisten voor het ambt. Dit naar de woorden van Paulus: „Leg niemand haastiglijk de handen op" (1 Tim. 5 : 22); „dat dezen ook eerst beproefd worden, en dat ze daarna dienen, zo zij onbestraffelijk zijn" (1 Tim. 3 : 10). Reeds de Synode van Dordrecht (1578) bepaalde: „Men zal overal toezien, dat bekwame personen tot de dienst des Goddelijken Woords beroepen worden. En daarom zal men niemand tot dezelve dienst beroepen dan degenen, die men genoegzaam beproefd heeft, dat ze rein in de leer en oprecht van leven zijn, met gaven om anderen te onderwijzen versierd, en een goed getuigenis binnen en buiten de gemeente hebbende". Het examen waarover hier gesproken wordt, is het examen dat plaats vindt na de beroeping en het aannemen daarvan. Dit examen noemt men het peremptoir examen = het beslissend examen. Naast dat peremptoir is er ook een praeparatoir examen = voorbereidend examen. Het kenmerkend onderscheid tusen de beide examens ligt hierin, dat het praeparatoir examen beroepbaar stelt en dat de beroeping voorafgaat, terwijl het peremptoir examen op het uitgebrachte beroep volgt en toelating geeft tot de wettische bediening van Woord en sacrament. Reeds dadelijk bij het ontstaan van de gemeenten, die uit de roomse kerk voortgekomen waren, achtte men het wenselijk dat er een kerkelijk vooronderzoek plaats vond naar de geschiktheid van hen, die stonden naar het ambt van dienaar des Woords. Voordat iemand tot de predikdienst werd toegelaten, werd hij eerst onderzocht door de classis, waarna hij al of niet het recht van proponeren — het spreken van een stichtelijk woord — verkreeg. Wanneer de candidaat een beroep had ontvangen werd hij weer door de classis van de roepende kerk geëxamineerd (het peremptoir examen). Bij het eerste examen (het praeparatoir) moest onderzoek gedaan worden naar de beweegredenen tot het ambt. Toen de Leidse Universiteit gesticht was, legde de Synode het voorbereidend (praeparatoir) examen in de handen van het Curatorium der Universiteit. Langzamerhand verkregen de universiteiten zowel het voorbereidend als het beslissend (peremptoir) examen in handen. Het was toen genoeg als men een bewijs kon tonen dat men  aan een gereformeerde universiteit geëxamineerd was en men.het testimonium academicum aan de classis kon overleggen. Toen er echter remonstrants gevaar dreigde van de staatsuniversiteiten, hebben de kerken beide examens weer aan zich getrokken en door de classis laten afnemen. En terecht, zodat de academie voorheen onderzoek deed naar het wetenschappelijk peil van de student, en de kerk oordeelde naar de geschiktheid en de bekwaamheid tot het ambt van dienaar des Woords. Bevordert een universiteit iemand tot candidaat in de theologie, dan is dat een verklaring dat hij wetenschappelijk genoeg gevormd is, maar de kerken examineren in de classes of iemand geschikt is voor het ambt van bediening van Woord en sacrament. Indien echter een hogeschool of een theologische school kerkelijk is, is er geen bezwaar tegen de regeling, die de Gereformeerde Kerken troffen in 1854 bij de oprichting van de Theologische School te Kampen. Toen droeg de Synode het Curatorium op het praeparatoir examen af te nemen en de studenten beroepbaar te verklaren. Het peremptoir examen bleef bij de classis.

Dit is ook de praktijk in onze gemeenten, daar de Synode het Curatorium opgedragen heeft het praeparatoir examen af te nemen. Naast de theologische opleiding verloopt dit in de drie stadia: het admissie-examen (toelatingsexamen) voor de School, bestaande in het onderzoek naar bekering en roeping, het houden van een proefpreek om te gaan proponeren, het houden van een proefpreek, om dan, wanneer ook de theologische examens voldoende zijn, het diploma van de School te ontvangen en beroepbaar verklaard te worden.

Het peremptoir examen moet gebeuren op de classis van de gemeente, die beroepen heeft, gelijk art. 4 dan ook zegt: „dat het examen of onderzoeking zal staan bij de classis". Het onderzoek moet gaan over „beide der leer en des levens" (de doctrina et vlta). Ook dit is zo van de aanvang af bepaald, want het Convent van Wezel (1568) sprak al uit dat een behoorlijk onderzoek deels over de leer en deels over het leven moet gaan. En zo is het gebleven tot heden toe.

's-Gravenhage

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juni 1963

De Saambinder | 4 Pagina's

KERK EN KERKRECHT 29

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juni 1963

De Saambinder | 4 Pagina's