..TOT DE JONGSTE DAG

We zijn aan het aftellen.

Deze aarde heeft haar langste tijd gehad. We leven in de laatste dagen. I-Iefc is met alle dingen zo: hoe dichter je met het aftellen nadert tot een bepaalde dag, hoe sneller het lijkt te gaan. Zo zal ook ineens de jongste dag zijn aangebroken. Dan zal het van de hemel klinken: „Het is geschied". Alle dingen zijn dan voltooid. Ook de Geest is 'gereed met Zijn werk. De Sabbath van de Geest is dan aangebroken. De eeuwige Sabbath.

De Sabbath van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest

De Sabbath van de Vader was op de zevende scheppingsdag. Daarvan lees je in Gen. 2:1: lzo zijn volbracht de hemel en de aarde en al hun heir. Als nu God op de zevende dag volbracht had Zijn werk dat Hij gemaakt had, heeft Hij gerust op de zevende dag van al Zijn werk.

Er is ook de Sabbath van de Zoon. Toen de Iieere Jezus aan het kruis uitriep: „Het is volbracht", gaf Hij daarmee te kennen dat Zijn werk op aarde voltooid was. Hij had de verzoening aangebracht door Zijn bitter lijden en sterven. Toen heeft Hij gerust van Zijn arbeid.

Je kunt ook spreken van de Sabbath van de Heilige Geest. Dan zal de Geest ook zeggen: „Het is volbracht". Die Sabbath, die rust is er voor de Geest nog niet. Rusteloos werkt Hij totdat de jongste dag aanbreekt. Dan zal er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zijn. En op die nieuwe aarde zal de Gemeente des I-ïeeren zijn. Aan .die Gemeente werkt de Geest. En als die Gemeente volkomen is, dan komt de Sabbath van de Geest. Dan zal van de hemel gehoord worden: „Het is geschied".

Het laatste der dagen

We zijn dus aan het aftellen naar de jongste dag. We leven in het laatste der dagen. Dat is niet zo maar een opvatting van mij of van een groep mensen, dat zegt de Heere in Zijn Woord.

De laatste dagen zijn begonnen met de pinksterdag. Joël heeft dat geprofeteerd en Petrus heeft het op de pinksterdag naar voren gehaald. Al die wonderlijke dingen te Jeruzalem, met die predikende galilese vissers, hebben hun verklaring in het Woord van God: In het

laatste der dagen, zegt God, zal Ik uitstorten van Mijn Geest op alle vlees. De laatste dagen zijn dus ingezet bij de komst van de Geest. Ze worden gevuld, met het werk van de Geest. Ze worden beëindigd wanneer de Geest Zijn werk volbracht heeft.

Op de pinksterdag kwam de Geest van Christus op aarde. Dat was een heilsfeit, een eenmalige gebeurtenis, die niet herhaald wordt. De Geest blijft nu op aarde, totdat de jongste dag zal aanbreken.

Het werk van de Heilige Geest

De Heilige Geest is gekomen met een bepaald doel. Hij komt als de grote bruidswerver van Christus. Je kunt het ook anders zeggen: Hij komt om het werk van Christus toe te passen. Dat zie je op de eerste pinksterdag: in één keer worden 3000 mensen toegebracht. En die Geest is vandaag nog Dezelfde. De laatste dagen, de dagen van de Geest, zijn dagen van rijke zegen. Petrus haalt op de pinksterdag het Woord aan dat Joël profeteerde: Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees. En dan moet je eens op twee woorden letten: uitstorten van. Dat uitstorten was al meer geprofeteerd door Jesaja die de stromen van water heeft zien komen op het dorstige en op het droge. Ezechiël heeft de waterstroom uit de tempel zien komen. Dat werden zulke diepe wateren dat het wateren der zwemmingen werden, waar je niet in kunt staan. God zal dus een overvloedige zegen uitstorten van Zijn Geest.

Het woordje van Mijn Geest wil eigenlijk zeggen: het is nog niet eens alles. Hoe je dat moet verklaren weet ik niet, maar wel weet ik dat het de „eerstelingen" zijn, het is nog niet eens alles. Maar nu zouden jullie kunnen vragen: is die rijkdom, die overvloed van Geest, dan te zien? Kun je niet beter in mineur over het werk van de Geest praten als je om je heen kijkt? Wat merk je er van in onze tijd? De I-Ieere heeft echter Zelf de Heilige Geest beloofd. En dan is het ook zo. En dan moet je ook eens letten op de brede banen van de stroom van de Geest.

Uitgestort op alle vlees

De Geest wordt uitgestort op alle vlees. Dat wil zeggen dat alle oudtestamentische onderscheidingen zijn weggevallen: niet alleen Israël, maar alle volken. Lees Psalm:87 maar. Niet alleen de profeten-en priesterstand ontvangen nu de Geest, nee, jongens en meisjes gaan profeteren, gaan spreken van God.

Niet alleen ouderen, vooral ook jongeren. Niet alleen mannen, ook vrouwen. Niet alleen vrije mensen, ook slaven en slavinnen. Dat is de brede stroom van de Geest. Er zijn geen grenzen meer. Maar die brede stroom kent ook een diepte in de toekomst.

Je weet dat elke rivier een bedding heeft. Sommige rivieren treden wel eens buiten hun oevers, maar dat zijn uitzonderingen. De normale loop is de bedding. Wat is nu de bedding van de stroom van de Heilige Geest? Dat zijn „uw zonen en dochters".

„Op uw zaad", zegt Jesaja. „U komt de belofte toe en uw kinderen", zei Petrus. „Ik ben uw God en uws zaads God", zei de Heere tegen Abraham. En de dichter van Psalm 45 zingt: „In de plaats der vaderen zullen de zonen zijn." En in Psalm 146 staat: „Uw God, o Sion, is van geslacht tot geslacht". „Dan zullen zij, Gods knechten, met hun zaad, zij die Zijn Naam beminnen, erfelijk wonen", lezen we in Psalm 69. Daar heb je de brede banen van de Geest.

De grote vraag komt nu tot ons: is die stroom van de Geest ook in ons hart?

Wonderen

De laatste dagen zijn getekend door wonderen. We lezen dat de Heere gezegd heeft: „En Ik zal wonderen geven in de hemel boven en tekenen op de aarde beneden".

Als je dan leest wat met die wonderen bedoeld wordt, dan schrik je toch wel even: bloed, vuur, rookdamp, zonsverduistering en een bloedrode maan. Dat zijn tekenen van oorlog, branden, vulkanische uitbarstingen. Leven is nauwelijks mogelijk meer. Grote vrees zal er wel zijn onder de mensen. Zo heeft de Heere Jezus ook van de eindtijd gesproken. En ga de geschiedenis maar na: oorlogen hebben gewoed en die oorlogen worden steeds massaler, het geweld wordt steeds gruwelijker en het zal naarmate de dag des I-Ieeren nadert nog erger worden.

De laatste dagen

En nu staan we voor. het geweldige vraagstuk waarom nu juist de ver-

schrikkingen op zijn hevigst zijn, als de I-Ieere Zijn 'genade in Christus zo heerlijk doet schitteren.

Calvijn zegt daarvan: „Des te meer de Vader in Christus goedertieren met ons handelt, des te meer neemt ook de goddeloosheid toe en breekt uit in openbare rebellie. Het moet ons dan ook niet verwonderen dat bij de verschijning van Christus ook de tekenen van Gods wraak toenemen."

Naarmate de afval algemener wordt, zullen ook de verschrikkingen toenemen. Want Gods wraak wordt opgeroepen — en dat is ook een boodschap voor ons — door het verachten van Zijn goedheid.

Maar aan de andere kant zullen ook die dingen der laatste dagen meewerken ten goede' voor allen die God liefhebben. Want juist al deze dingen zullen doen beseffen dat de zegeningen van God door Zijn Geest niet aards maar hemels zijn. Het is telkens weer nodig voor ons om wakker geschud en opgewekt te worden om te zoeken naar de dingen die boven zijn.

Zalig worden.

En juist temidden van de verschrikkingen der laatste dagen zal het Woord blijven staan dat vele malen herhaald wordt in de Schrift: een iegelijk die de Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden.

Dat is het werk van de Geest. Hij komt om het werk van Christus toe t, e passen. Nu vind je in de Bijbel het Woord toepassen, niet. Wel een ander woord: levendmaken. De Geest maakt je oren levend, zodat je gaat luisteren naar Zijn Woord, het begint te verstaan en aan te nemen. De Geest maakt je ogen levend, zodat je je ellendige en diepschuldige toestand voor God gaat zien. Je hart wordt levendgemaakt, zodat je gaat verlangen naar God en naar de levende kennis van Christus. Je bidden wordt levendgemaakt, zodat je gaat beseffen wat je vragen moet en wat je mist. Het geloof wordt levend, de hoop wordt levend, de liefde wordt levend. De Geest maakt levend. En leven roept om leven, 'genade roept om genade. Door die Geest ga je de Heere aanroepen.

Ken je dat in je leven? Dan gaat het er niet om of iedereen dat van je weet, maar het| gaat er wel om of jij het weet en of de Heere het weet. Dat levend maken werkt de Geest door de verkondiging van het Woord. Woord en Geest mogen nooit van elkaar worden losgemaakt.

Wonderen zullen er zijn tot de jongste dag

De wonderen van de Geest die hiervoor genoemd zijn, zullen er zijn tot de jongste dag.

En dan denk ik aan de profetie van Joël: Er zal een fontein uit het Huis des He eren uitgaan en zal het dal van Sittim drenken. En nu moet je weten: Jeruzalem kent geen fonteinen. Een fontein uit een waterloze stad is dus al een wonder. En Sittim ligt in het overjordaanse, woestijnachtige, heidense — en dus afgeschreven — Moab. Dacht je dat daar in die woestijn water zal zijn?

Ja. Zo groot is het wonder van de Geest.

Misschien ben jij zo'n dal van Sittim. Een afgeschreven mens in je eigen ogen of misschien ook wel in het oog van anderen. En toch: voor afgeschreven mensen is er het wonder van de Geest die het dal van Sittim zal drenken, vol water zal maken. Tot de jongste dag toe zullen die fonteinen en waterstromen niet opdrogen.

Is die Geest ook in jouw leven? Misschien zeg je: hoe weet ik dat? Wel, dat weet je dan als Christus in jouw leven zo dierbaar is geworden, dat Hij voor jou alles is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen