Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat is geloof

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat is geloof

Het geloof richt zich op Christus

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geloof is belangrijk. Dat zeggen wij, omdat we naar de kerk gaan. Geloof is onmisbaar tot zaligheid. Dat zeggen wij als we denken aan de ernst van het leven. Want zonder het ware geloof kunnen we niet voor God bestaan. Wat is eigenlijk geloof? Hoe wordt het verkregen en in praktijk gebracht? Een Bijbelse verkenning van deze wezenlijke vragen.

Geloof is niet menselijk
De Heere Jezus heeft over deze dingen belangrijk onderwijs gegeven.
Hij deed dat bijvoorbeeld aan Nicodemus toen hij tot Hem kwam in de nacht (Johannes 3). Nicodemus sprak Jezus aan als ‘goede Meester’ en wilde weten wat hij moest doen om het eeuwige leven te beërven.
Hij wilde zo direct wel beginnen met geloven en het dienen van de Heere.
Nu was hij ook een Schriftgeleerde; hij had eigenlijk alles mee.
Misschien is dit wel één van de grootste gevaren voor mensen die veel van de Bijbel weten. Dan zouden we over geloof heel enthousiast kunnen spreken. Het dienen van God en het kennen van de Heere Jezus lijken dan vanzelfsprekend. Misschien is het ook wel eens zo tegen jou gezegd. Wat doe je toch moeilijk? Je leest toch in de Bijbel en je bent toch gedoopt? Je moet gewoon geloven! En als je gelooft ben je een kind van God. Het klinkt heel vriendelijk. Maar zo is het niet volgens de Bijbel.
Let erop hoe de Heere Jezus Nicodemus onderwijst. Hij begint met hem te wijzen op de noodzaak van de wedergeboorte. Dat is een wonder van God. Hij werkt het in het hart door de Heilige Geest. Een mens moet dit ondergaan. En nooit zal hij dit wonder kunnen narekenen. Al vrij snel geeft Nicodemus aan dat hij het niet begrijpt. En daarna vraagt hij om extra uitleg. Maar dan wordt de Heere Jezus echt streng. Hij zet deze man er helemaal buiten: Zijt gij een leraar Israëls en weet gij deze dingen niet? De Heere Jezus wijst hem erop dat hij geen vriend is van God en van Jezus. Hij ontdekt hem aan zijn ongehoorzaamheid tegenover Gods waarheid en aan de staat van ongeloof waarin hij verkeert.

Geloof en wedergeboorte
Daarom moet er een wonder in een mensenleven gebeuren. Lees in Johannes 9 hoe de Heere Jezus dat duidelijk maakte aan de blindgeborene. En vanuit dit wonder spreekt de Heere Jezus over het geloof. Dat zien we zowel bij Nicodemus als bij de blindgeborene. Daarom zeggen wij op grond van de Bijbel dat het geloof in de wedergeboorte door God wordt gewerkt.
De wedergeboorte heeft naast het geloof nog een andere vrucht. En dat is bekering of boetvaardigheid.
Wie wederom geboren wordt, krijgt berouw over de zonde. Hij of zij kan met de wereld niet meer meedoen.
Dit is dus ook onlosmakelijk aan het geloof verbonden. Niemand komt tot geloof in Christus als Zaligmaker, of hij leert eerst iets kennen van zijn schuld en verlorenheid.

Je kunt hierover lezen in bijvoorbeeld 1 Johannes 5: 2-4 en 18-19, Psalm 130 en Jeremia 3: 13.

Geloof en geloven

De wedergeboorte heeft een centrale plaats in het leven van het geloof. Iemand is wederom geboren of niet. Zo heeft iemand het geloof ontvangen, of niet. Wat dit betreft kun je de geschiedenis van Nicodemus vergelijken met 1 Petrus 1 en 2 en Dordtse Leerregels 3-4: 12. Door de wedergeboorte verandert een mens van staat. Hij was geestelijk dood, hij is geestelijk levend geworden.
Hij was in een staat van ongeloof, hij is in een staat van geloof gekomen.
Hij was is Adam, dood door de zonden en de misdaden, maar nu is hij in Christus, delend in Zijn leven en gerechtigheid en de vrede met God.
Dit geldt voor al Gods kinderen, de kleinen met de groten. Zij mogen door wederbarende genade delen in deze gave van het geloof.

Hierover kun je lezen in Romeinen 8: 1, Filippenzen 1: 29 en Efeze 2: 1-10.

Op heel veel plaatsen in de Bijbel lezen we hoe belangrijk het is om te geloven. Waarbij dan de nadruk ligt op de daad van het geloof. Het geloof is dus allereerst een gave.
Vervolgens uit het geloof zich in geloofsdaden. Voorbeelden daarvan zien we bij de vader van de maanzieke knaap en de bloedvloeiende vrouw. Zij hadden nood. In die nood werden ze verootmoedigd. Ook hoorden ze in hun nood van de Heere Jezus. En uit hun nood namen ze de toevlucht tot Hem. Hun geloof bleek in concrete daden.
De Heidelbergse Catechismus noemt het geloof ‘kennen’ en ‘vertrouwen’ (zondag 7). De wortel daarvan heeft de Heere in de wedergeboorte aan al Zijn kinderen geschonken (gave van het geloof).
Maar de praktijk van het kennen en vertrouwen is verschillend. De vader van de maanzieke knaap en de bloedvloeiende vrouw waren gering in hun kennen en vertrouwen. Jesaja toont in hoofdstuk 53 een groot kennen en vertrouwen. Hoe komen deze verschillen? De Heere heeft voor elk van Zijn kinderen een andere levensweg. En daar hangt dit mee samen. Wel geldt in het algemeen dat kennis en vertrouwen sterker worden, als het geloof meer in praktijk wordt gebracht, als er dus meer geloofsdaden (geloofsoefeningen) zijn. Naar mate er meer kennis is, is er ook meer vertrouwen.

Betrekking op Christus
Het geloof wordt gewerkt door de Heilige Geest. En door het geloof worden Gods kinderen hersteld in de gunst van God. Steeds richt het geloof zich op Christus. Want Hij is de Zaligmaker. Hij is de Middelaar, Die de straf voor al Zijn kinderen heeft gedragen en de zaligheid verdiend.
De Heere Jezus heeft dit duidelijk gemaakt aan Nicodemus.

Gods kinderen raken hierin op aarde nooit uitgeleerd. Christus is zo groot en zo heerlijk. Als Gods kinderen nu maar arm zijn en behoeftig, zullen ze ook veel van Jezus mogen leren kennen en Hem des te meer vertrouwen.

Je kunt hierover lezen in Efeze 3: 14-19 en 2 Petrus 3: 18.

Maar wat is dit onbevattelijk groot en ook vaak nog zo verborgen. Als de Heere iemand tot geloof brengt, komt hij bij zijn tekort en onmogelijkheid terecht. Zo ging het bij de blindgeborene. Hij kon niet geloven in eigen kracht. Hij had het nodig dat de Heere Jezus hem stap voor stap bracht tot de kennis en het vertrouwen van Hem. Maar hoe wonderlijk was het voor hem toen de Heere Jezus Zichzelf aan hem openbaarde.
En zo is het nog. Zo doet de Heere door de Heilige Geest zondige mensen iets ervaren van de genade die in Christus is. En zo gaat het in het geloofsleven steeds opnieuw.

Hoe gelukkig als de Heere zo Zijn genade doet schitteren in een mensenleven. Hoe nodig is het om van deze zaken iets te mogen leren. De Heere schenkt dit onderwijs op de school van Woord en Geest. ‘Wie Hem need’rig valt te voet, zal van Hem zijn wegen leren’.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 mei 2013

Daniel | 32 Pagina's

Wat is geloof

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 mei 2013

Daniel | 32 Pagina's