Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE VERZOEKINGEN VAN GODS VOLK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE VERZOEKINGEN VAN GODS VOLK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

I. Acht het voor grote vreugde, mijne broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt, wetende dat de beproeving Uws geloofs lijdzaamheid werkt. Jac. 1 : 2 en 3.

Jacobus, niet de zoon van Zebedeüs, ter dood gebracht door Herodes, nog voordat het Christendom vaste voet gekregen had, maar de zoon van Alpheüs heeft in een algemene brief of rondgaand schrijven zich met apostohsch gezag gewend tot Joden, welke tot God bekeerd waren. Vervolgd, verstrooid, vanwege de ongehoorzame, vleselijke Joden, draagt Christus over hen zulk een zorg, dat Hij door Zfjn Geest Jacobus aandrijft en verlicht -tot het schrijven van deze brief. Hierin vinden we vermaningen aangaande geloof en wandel, bestrijding van vrijzinnige verwoestende leerstellingen, aankondiging van oordelen Gods over het ongelovig' Israël, maar ondersteuningen van Gods volk tegen voorhanden zijnde vervolgingen, gepaard met bedreigingen aan het adres van onbarmhartige rijke mensen, die een onbarmhartig oordeel tegemoet gaan. Hij wenst allereerst hun zahgheid, d.i.gemeenschap met God in Christus, maar weet tevens dat degenen, die de zahgheid beërven zullen, door vele verdrukking moeten ingaan. Die' verdrukkingen noemt hij verzoekingen en wel velerlei verzoekingen. Daar zijn in Gods Woord verschillende betekenissen aan het woord verzoekingen toe te kennen. Daar wordt gezegd in Gen. 22 : 1, dat God Abraham verzocht, vanzelf hier dus een onzondige Goddelijke verzoeking of geloofsbeprocving, in Zijn gunst en liefde om Zijn eer en Abrahams geloof te bevorderen. Evenzo in Exodus 15 : 25 verzocht God Israël, hetzelve beproevende of Israël met ernst naar Zijn stem horen wilde. Zo op vele andere plaatsen. Maar ook zijn er plaatsen, waar gesproken wordt van verzoekingen, juist tegenover die eerstgenoemde, n.l. zondige, goddeloze verzoekingen door de mens gepleegd tegenover- zijn Schepper en Formeerder, gelijk in Ex. 17:2, waar Israël twis.t met Mozes en de Heere verzoekt, gelijk in Num. 14 : 22 waar God zegt, dat Israël Hem tienmaal verzocht had. Daar is ook sprake van verzoekingen des duivels. Matt. 4:1, gepleegd van Christus, 40 dagen lang in de woestijn. En verzoekingen van vijandige mensen. Matt. 19 : 3. De Farizeeërs kwamen en verzochten Hem. Welke zijn nu de verzoekingen, waarvan Jacobus zegt: Acht het voor grote vreugde, mijne broeders, als gij in velerlei verzoeking valt? Vanzelf zijn dit geen zondige verzoekingen tegen God of Christus. Hoe zou Gods volk daar opit vreugde in kunnen hebben? Als zij er door hunne verdorvenheid in vallen, maakt God hun dat tot grote droefheid, bij hun wederherstelling. Het zijn verzoekingen die zij niet zelf plegen, maar die op hen gepleegd worden van buiten af. Vallen en in is hier zoveel als er van omgeven worden, gelijk als wanneer iemand in het water valt. Zozeer ingewikkeld worden in verzoekingen, dat ze hen aan alle zijden omringen. Het zijn de verzoe- Ikingen des satans en der vijanden, die de Heere lin Zijn lieve gunst voor hen maakt tot geloofsbeproevingen om hun lijdzaamheid te leren. Met deze verzoekingen maakt al' Gods volk kennis op de weg naar de hemel. In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar hebt goede moed. Ik heb de wereld overwonnen, zegt Christus tot Zijn discipelen. Maar hoe bang het in de verdrukking ook wezen moge, alle dingen werken mee ten goede, degenen, die naar Zijn voornemen geroepen zijn. Dit is juist het grote onderscheid in dè verzoekingen van natuurlijke mensen en die van Gods volk. Welke zijn de verzoekingen der onbegenadigden? Velerlei, om slechts enkele te noemen, een verzoeking des duivels om harde gedachten te hebben van God en Christus en veel te goede gedachte van zichzelf. Een verzoeking om de zonde te doen, door haar gering te achten, te vergoelijken, en eveneens om haar goed te praten. Een verzoeking om op té gaan in de wereld, en haar vermaken. Om het hart te zetten op het schepsel, op de goederen dezer aarde, en daardoor zorgeloos en afvallig te worden van de waarheid Gods, in welke men kan opgevoed zijn, en toch nog vallen in een gehele Godsverlating, gelijk in onze dagen van afval helaas veel voorkomt. Daar is ook een verzoeking, om met uitwendige, zuivere belijdenis wat te worden in eigen oog voor God. Hoezeer men ook beter weet, kan men gehoor geven aan de verzoeking des satans, om op uitwendige godsdienst te bouwen. De mens moet toch wat hebben, om zijn hoop op te bouwen. Is er geen gegronde hoop, dan vleii'/riin zich vaak al te licht-, vaardig met een ijdele hoop. Om van alle vexzoekingen bijeen genomen te zeggen dat ze voorkomen uit de diepe val des mensen, uit de eeuwige vijandschap des duivels en de totale verdorvenheid der menselijke natuur, uit de macht der zonde en des doods, onder welke wij van nature liggen. O, gave de Heere, dat de geest des diepen slaaps werd weggenomen, om het gevaar te leren zien en aiog intijds te leren zuchten en vluchten tot de troon der genade. Wat zijn we van nature als omgeven van verzoekingen, ook om indrukken in de consciëntie te smoren, er over heen te werken, en vol té houden, tot God gaat ophouden met ons te twisten en ons aan de verharding gaat overgeven. Ook Gods «volk is omringd van velerlei verzoekingen. Niet alleen in de tijd der apo^tohsche kerk, maar alle eeuwen door, doch^'deze worden door Christus bestuurd, geleid, bepaald, geheiligd tot beproevingen hun geloofs, om lijdzaamheid, geduld, overgave aan God, afsterven aan de wereld enz. te werken. Ja, zelfs moet van achter geleerd worden door Gods volk, om het te achten voor grote vreugde, ziende op de gelukkige uitkomst. Laat ons dit eens trachten na te gaan aan de hand van de Schrift en de ervaring van des Heeren volk'. Jacobus schrijft aan de verstrooide stammen Israels, aan de bekeerde Joden in de verstrooiing, hetzij, zij reeds verstrooid waren vanaf de wegvoering van het tienstammen Rijk naar Assyrië, of vanaf de wegvoering van Juda naar Babel, hetzij zij verstrooid waren door de vervolging der gemeente, na de dood van Stefanus. Niet alleen het vleselijk Israël was in die tijd verstrooid, gelijk ook nu nog over schier de gehele aarde, ook het geestelijke Israël is in de verstrooiing, en worden nog op aarde gevonden, waar men ze gans niet vermoeden zou'. Eens wordt al Gods volk bijeen gebracht uit de verstrooiing en verzameld tot de Enige Herder in de hemelse kooi. In die tijd kwamen de verzoekingen van verschillende zijden. Allereerst van de zijde der ongehoorzame Joden, wier bitterheid tegen hun zogenaamde afvalhge broeders heftig en onuitputtelijk was. Denk slechts aan de ervaringen van Paulus op zijn zendingsreizen. Altijd weer vervolgd, gesmaad, opgejaagd met list en geweld, om hun aanhangen van de gehate Nazarénér Jezus, vormde Israël naar het vlees een voortdurend gevaar voor het geestelijk Israël. Als het bederf komt in het beste, dan wordt het het allerslechtste. Geen dieper haat dan godsdiensthaat, geen dieper vijandschap tegen Christus en Zijn volk dan die van de meestnabijkomende. Het beginsel van wettische vroomheid staat zodanig tegenover het beginsel van vrije genade, dat het volkomen onverzoenlijke tegenstelhngen zijn. Daar is zulk een duidelijk gevaar in voor het ware leven, dat men dat weet, ervaart, er rekening mee houdt en er geen verwachting van heeft, dat het ooit anders worden zal. Voordat genade heerschappij voerde, heeft Gods volk immers zelf in die wettische geest geleefd, vijanden Gods zijnde. Maar zij zijn aan de weet gekomen, dat uit de werken der wet geen vlees zal worden gerechtvaardigd voor God en hopen nu nog alleen op genade, vloeiende uit verkiezing en verbond door de Middelaar Jezus, Die de wet vervulde en alzo een weg des behouds opende, om zalig te worden met behoud van Gods deugden en rechten. Zij verwachten dan ook geen liefde van de wettische, vrome mens, maar wel vijandschap. De verzoeking van die zijde lag echter hierin, dat wettisfche leraars bedektelijk, onder het mom van een evangelische belijdenis, hen trachtten terug te brengen onder het juk der O.T. bedehng, zoals blijkt uit de brief aan de Galaten en anderen. Dit was voor de pasbekeerden voorzeker een zware verzoeking. Zij hadden wel genade, maar ook nog te veel over van de wet en haar beginsel, om voldoende de list des satans te doorzien. Velen werden dan ook voor een tijd door de verzoeking bevangen, als het ware er door betoverd zijnde. De besnijdenis was immers door God Zelf ingesteld. Ja, de duivel komt ook met Gods woord en inzettingen om 't volk Gods te verzoeken. Dus van Israël kwam de vervolging en openlijke vijandschap, en waar dat niet genoeg is, komt Israël met list en onder een gedaante van godsdienst om alsnog hetzelfde doel te bereiken. Zo g^at het nog. Bij pasbekeerde mensen vooral. Als ze maar eerst recht uitkomen voor de Heere, dan begint het al. Welk een geweld en list wordt gebruikt om ze van God af te trekken. Wat strikken gespannen voor hun voet, om hen te doen vallen. Hoewel het blijft tot aan het eind huns levens, in die eerste tijd zijn de zinnen nog ongeoefend en de listen des satans zijn nog onbekend. Door vele teleurstellingen en struikehngen heen moeten ze die leren keren en zich daarvoor leren wachten. Jn hun hart zit immers een bondgenoot, die ook zelf- nog zo van het wettische doortrokken is.

(Wordt vervolgd.)

W. v. D.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 1949

De Saambinder | 4 Pagina's

DE VERZOEKINGEN VAN GODS VOLK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 1949

De Saambinder | 4 Pagina's