Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De taak van de visitatoren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De taak van de visitatoren

Kerkvisitatie (3)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De visitatoren hebben opdracht een onderzoek in te stellen naar de toestand van de gemeente. Bij dit onderzoek moeten de visitatoren zich niet gedragen als inkwisiteurs, maar als broeders. De visitatie gaat over het ambt d.i. de ambtsbediening, over de leer d.i. de belijdenis, over de onderhouding van de orde of de kerkorde, en over de stichting d.i. de opbouw van de gemeente, en over de jeugd. De vragen worden gesteld aan de praeses van de kerkeraad, en de andere kerkeraadsleden wordt aan het einde van het stellen der vragen gelegenheid gegeven aan de antwoorden van de praeses nog iets toe te voegen.
Als handleiding voor het vragen stellen is er in elke classis een reglement voor de regeling van de visitatie, waarin de vragen te vinden zijn, die aan de kerkeraad gesteld worden. In sommige classes is het een goed gebruik, dat enige tijd tevoren een formulier aan de kerkeraad wordt gezonden met het verzoek dit ingevuld op de kerkvisitatie mee te brengen. Dit formulier bevat vragen over de financiële toestand en het aantal leden sinds de vorige kerkvisitatie en nu. De kerkvisitatoren hebben dan een kort duidelijk overzicht over het verloop daarvan.
Het is een oud gebruik dat de predikant, de ouderlingen en de diakenen zich beurtelings verwijderen, wanneer een onderzoek wordt ingesteld naar de bediening van hun ambt, hun leer en hun wandel. Bouwman (2de deel, blz. 182) schrijft hierover:
"Is dit wenselijk en nodig? Meermalen is de gedachte uitgesproken, dat dit niet nodig is.
Dit kan ook wel verdedigd worden. Wanneer de verhouding tussen de kerkeraadsleden goed is, en de toestand normaal is, kunnen de predikanten, de ouderlingen en de diakenen allen wel bij de bespreking tegenwoordig zijn. Er is zelfs iets voor te zeggen, dat, wanneer er opmerkingen te maken zijn, deze in tegenwoordigheid der betrokken personen gemaakt worden. Men moet in elkanders tegenwoordigheid als broeders eerlijk en oprecht durven zeggen wat men meent te moeten zeggen. Dit is evenwel niet altoos gemakkelijk. Niet allen kunnen met een kalm gemoed en met een lijdzaam hart aanhoren, dat er in een volle vergadering aanmerkingen gemaakt worden. En daarom komt het ons voor, dat er veel pleit voor het bestaande gebruik, dat de betrokken broeders buiten staan, wanneer over hun persoonlijk en ambtelijk leven gesproken wordt.
De broeders die reden van klacht menen te hebben, kunnen ook vrijer hun gevoelen zeggen. En de visitatoren kunnen bij nadere samenspreking daaruit aanleiding vinden om óf tegen onregelmatige klachten te waarschuwen, óf misverstand weg te nemen, óf, zo nodig, de klager te vermanen, óf ook nader te spreken met de broeder tegen wie de klacht is ingebracht. In de regel zal het blijken, dat er geen bijzondere klachten zijn, en geen aanmerkingen behoeven gemaakt te worden. Maar wanneer het in bepaalde gevallen nodig geacht wordt, dat de predikanten, de ouderlingen en de diakenen zich verwijderen, zal het, wanneer het bestaande gebruik zou zijn afgeschaft, een pijnlijke indruk kunnen maken, wanneer gevraagd werd, dat bepaalde ambtsdragers zich verwijderen wanneer het onderzoek wordt ingesteld.
Het ligt in de aard der zaak, dat wanneer iemand een klacht heeft tegen een predikant, ouderling of diaken wat betreft de uitoefening van zijn ambt, in leer of leven, de klager eerst deze zaak op de kerkeraad behoort te brengen.
De broederlijke gezindheid eist zelfs dat vooraf de zwarigheid eerst onder vier ogen of in tegenwoordigheid van een broeder moet worden behandeld.
Eerst daarna, indien langs deze weg het bezwaar niet uit de weg kan worden geruimd, kan de bezwaarde zijn klacht brengen op de vergadering van de kerkeraad met de visitatoren. En wanneer de deputaten der classis hun werk goed doen, is het een uitnemend middel om heel wat misstanden en ongeregeldheden te verheipen, zelfs veel beter dan wanneer dat alles moet worden behandeld in een classikale vergadering, aan welke door de arbeid der visitatoren heel veel tijd en moeite wordt uitgespaard.
Om die reden moet aan de kerkvisitatoren veel vrijheid worden gelaten om, in overeenstemming met hun opdracht, hun onderzoek zó in te stellen, als dit in 't profijt van de kerken is...
Aan het beleid der visitatoren moet overgelaten, hoe zij in bepaalde gevallen bestaande moeilijkheden zullen oplossen". Aldus Bouwman.
De visitatoren zijn geen kerkelijke machthebbers. Ze zijn deputaten van de classis om een onderzoek in te stellen, maar de kerkelijke macht blijft ten volle bij de kerkeraden. In de roomse kerk wordt bij de visitatie ook een onderzoek ingesteld naar de kerkelijke gebouwen en het kerkelijk vermogen. In de Lutherse ligt het zwaartepunt meer op de geestelijke zijde. Naar het woord van Luther mag het niet zijn een onderzoeking (inkwisitie), maar "een bezoek" waarin ook de uiterlijke toestand der gemeente ter sprake komt, zodat de kerkelijke boeken van de administratie aanwezig moeten zijn. Voetius wilde de zorg voor de kerkelijke gebouwen overlaten aan degenen aan wie ze opgedragen is, in zijn tijd was dit naast de kerkmeester ook aan de overheid.
Toch meende Voetius dat er voor de visitatoren een taak was om te onderzoeken of er geen verkeerde roomse vormen en gebruiken heersten, en of alles wel aanwezig was voor de Gereformeerde eredienst. Zo is dan de taak gebleven voor de visitatoren, dat ook naar de uiterlijke toestand van de gemeente een onderzoek wordt ingesteld wat betreft gebouwen, archief, administratie, in zoverre het samen hangt met het geestelijk welzijn en de arbeid in de gemeente.
Als algemene regel moet gelden, dat de classis niet moet indringen in het beheer van de kerkeraad. Het toezicht op de financiën van de plaatselijke kerk vloeit niet voort uit het kerkverband, maar behoort toe aan de kerkeraad zelf. De visitatoren bezien slechts of de kerkeraad zijn verplichtingen en taken doet, zonder in te treden in de interne zaken van de gemeente; zij mogen niet nodeloos indringen in datgene wat tot het beleid en de kompetentie (bevoegheid) van de kerkeraad behoort.
Wat het notulenboek betreft, is het wel dienstig mee te delen wat Bouwman in Geref. Kerkrecht (deel 2, blz. 186) daarover zegt: "De notulen bevatten de handelingen van de kerkeraad, waarin over allerlei intieme en tedere kwesties wordt gesproken, waarvan buiten de kring van de kerkeraad niet mag worden gesproken." Voetius zegt: "Aan hen, die buiten staan, of aan leden van andere kerken of aan de leden van dezelfde kerk kan in het algemeen de lezing der notulen der kerkeraad niet worden toegestaan.
Wel echter aan de leden van hetzelfde consistorie (kerkeraad), die zelf de besluiten hebben gemaakt en de akta hebben vastgesteld. Indien het evenwel in één of ander geval billijk is, dat aan iemand is toegestaan een extract uit de notulen te maken, dan moet dit niet geschieden dan met voorafgaande toestemming van de gehele vergadering, aan welke de akta toebehoren".
Zelfs mag naar het oordeel van Voetius het notulenboek niet aan de rechter bij het onderzoek naar een bepaalde kwestie worden overhandigd, omdat de zielszorg een vertrouwelijke zaak is en de predikant of de kerkeraad op die wijze de rol van de rechter van instruktie zou vervullen... De kerkeraad behoort datgene, dat hem in tuchtzaken medegedeeld wordt, als vertrouwelijk te bewaren. De liefde tot het behoud van de zondaar, en de zorg voor de goede naam van de zondaar in het publieke leven mag nooit uit het oog verloren worden.
Ook de kerkvisitatoren mogen niet nodeloos indringen in datgene wat des kerkeraads is.
Wel vertegenwoordigen zij een vergadering, maar het kerkverband vernietigt de vrijheid en de zelfstandigheid van de kerkeraad niet. In bijzondere gevallen evenwel wanneer er een rechtmatige grond van twijfel is gerezen of de notulen wel in orde zijn, kan hierover een aanklacht bij de classis of bij de visitatoren gedaan worden, dat de voorgevallen zaken niet naar behoren zijn opgetekend. Ook kan een meerdere vergadering in een zaak van appèl geroepen worden een uitspraak te doen, waarbij kennis van het opgetekende in het notulenboek van de kerkeraad nodig is. In deze gevallen is de kerkeraad wel verplicht een uittreksel van het notulenboek te geven.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 1986

De Saambinder | 8 Pagina's

De taak van de visitatoren

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 1986

De Saambinder | 8 Pagina's