Een bemoedigende belofte

Een troostvol woord! Voor een onwaardig volk om de overtredingen tegen de Heere naar Babel verbannen, beschimpt door de heidenen. Jes. 43 : 28. Dat volk heeft het ervaren: od is waarachtig, Hij vervult Zijn bedreigingen. Nu door eigen schuld in de macht van wrede vijanden, vrezend mèt hun kinderen ellendig in Babel te zullen sterven. Ziende op zichzelf is er géén verwachting, geen kracht, geen waardigheid om op te hopen tot verlossing.

Doch de Heere vergeet Zijn volk niet! Al zijn zij onwaardig, Hij gedenkt in de toorn des ontfermens. Hij kan van hen niet af, omdat Hij dit volk verkoos in Christus, Die in het vlees en in de belofte in hen was, Die in ware zin Gods Knecht, Zijn Uitverkorene is. Nu zijn in Hem ook alle kinderen der beloftenis, die voor het ware zaad Israëls gerekend worden (zie Rom. 9 : 9) knechten en verkorenen Gods, geformeerd om Zijn lof te vertellen. Zijn Woord is Hij aan hen kwijt, Zijn eer is aan hen verbonden. En hoewel zij in zichzelf Jakob zijn, niet recht voor God en mensen. Hij noemt hen Jeschurun, Zijn bemind volkje, dat recht is, niet in zichzelf, maar in Hem, Die is: de Heere onze gerechtigheid."

Daarom bezoekt Hij hen, maakt hen dorstig naar God, gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen: mart over de zonde, levende droefheid over het gemis van Gods gunst en gemeenschap. Zij dwalen om als in het woeste, waar geen water is, geen verkwikking van de hemel. Het is: mijn ziel is voor U als een dorstig land." Vanwege hun zonde wordt hun sap veranderd in zomerdroogte. Zodat zij hulpeloos kermen. Ps. 107 : 21.

Dan bemoedigt Hij: „Zo zegt de HEERE, Uw Maker, Uw Formeerder, Die u helpt, vrees niet, dien Ik uitverkoren heb! Alle uitdrukkingen om hen gerust te stellen, te bemoedigen. En dan die troostvolle belofte waarom zij niet hoeven te vrezen. De Heere zal hun dorst wegnemen, zal hun begeerte geven, hen verkwikken na hun droefenis. Jesaja mag hier niet alleen spreken van de verlossing uit Babel, maar méér van de geestelijke verlossing uit het diensthuis van de zonde, de slavernij des Satans, om herstelling van de gemeenschap met God te verkrijgen. Dat is voor al dat geestelijk zaad Israëls, die als Jakob zich kennen mogen, hun zonde en onreinheid bewenen, dorsten naar de levende God. Voor hen is de belofte des Geestes, Die de Bron van alle hulp en heil ontsluit, nadat Hij dorstig gemaakt heeft. Die Geest deed roepen om genade.

Die Geest troost schuldverslagen zondaren en heelt doorwonde harten met Gods genade in Christus, de door God gegeven Zaligmaker. Die wateren des Geestes doordrenken, verkwikken, verzadigen de ziel en brengen een gezegende verandering teweeg, gelijk de regen des hemels nieuw gras in het dorre land doet uitspruiten. De werking des Geestes openbaart zich in de vernieuwing van hart én leven. De vrucht is de tere vreze Gods.

Zo mag het bedroefde volk blijdschap verkrijgen. Maar de Heere gedenkt ook aan hun zaad, mede onder het oordeel besloten. Niet omdat die kinderen béter zijn. Ook van nature vijanden Gods, liefhebbers van zichzelf, beminnaars van de zonde. Doch omdat God trouw blijft aan Zijn Verbond. Dat is de reden dat Hij Zijn Kerk blijft toebrengen en het zaad Hem dienen zal.

Door die Heilige Geest komen de zegeningen ook over de nakomelingen. Hoort Petrus in Hand. 2 : 39: want u komt de belofte toe én uw kinderen, zovele als de Heere, onze God, toeroepen zal." Geen klauw van het geestelijk zaad zal er achterblijven. Daar staat de Heere borg voor! Christus heeft hen gekocht, en zal, door Zijn Geest, hen

meditatie

allen tot Zich trekken. Zij zullen aankomen door datzelfde licht geleid, door de krachtdadige wederbarende bediening van de Geest van Christus, door Hem voor Zijn kerk verworven, Die overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel Joh. 16 : 8—11. Behoort u daar ook bij, jonge lezer(es). Onderzoek, als u dit meent, uzelf. Want die Geest werkt op God aan, doet de gruwel der zonde kennen, de gescheidenheid van God inleven, brengt in de diepe onwaardigheid, maar doet ook dorsten naar God, niet aflaten hart en oog op te heffen naar omhoog. Als de zondebanden nooit gaan knellen, als het Godsgemis niet het ergste wordt, kunt u geen hoop op verlossing koesteren.

Maar als het zo zijn mag, dat u juist alle hoop ontvalt, ziende op uzelf en u toch niet kunt aflaten, hoor dan de bemoedigende belofte: , Ik zal water gieten op de dorstigen enz." Maar dan is er ook vrucht, als dit geschiedt. Onderzoek uw leven of er vruchten des Geestes zijn. Welke? Lees Galat. 5 : 22. Als de vruchten des vleses in uw leven zijn, dan bent u tot oneer van God, tot een vloek voor de naaste. Maar de vrucht des Geestes als liefde e.a. is tot verheerlijking Gods en tot heil van uw naaste, die door de godzalige wandel voor Christus mag gewonnen worden.

Is er daarom zo weinig toebrengen van het zaad, omdat de tere vreze Gods gemist wordt? De Christengemeente te Jeruzalem, vol van vruchten des Geestes, mocht zien dat de Heere er dagelijks toedeed tot de Gemeente die zalig werden. Een iegelijk onderzoeke zijn hart en leven! De Heere, Die niet aanziet wat voor ogen is, ziet naar waarheid in het binnenste, maar let ook nauw op de wandel van degenen, die Hij afzonderde van de wereld, die leven mogen onder de bediening des Verbonds. Dat geldt ook in ons jonge leven. Vraag om de werking van die Geest, Die alléén waarlijk schuldig stelt, maar ook de Fontein des heils opent voor verslagen zondaarsharten, het hart verblijdt en het leven vernieuwt en: het gelaat der kerk verandert tot eer van God.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen