Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beste Jongelui,

Het probleem, dat we jullie de vorige keer in het uitzicht stelden en waar een vriend te Zw. mee zat, is het volgende:

Hij heeft wel eens nagedacht over de ouderdom van de aarde. Want volgens de Bijbel moet de aarde plm. zesduizend jaar oud zijn, terwijl de wetenschap spreekt over miljoenen jaren. Hij wil dan nog niet uitgaan van de evolutietheorie van Darwin, want een gewoon H.B.S.- of Mulo-aardrijkskundeboekje — ook dat van een christelijke school, dat het b.v. over de ijstijden en steenkoolvorming heeft — spreekt er zo over. Wanneer dit vraagstuk aan de orde komt, dan hoor je wel eens als „dooddoener”: Wie zegt dat de scheppingsdagen vierentwintig uur duurden?

Onze vriend zou daar wel eens iets meer van willen weten. En hij houdt niet van „dooddoeners”. Dat laatste daar ben ik blij om. Ik houd daar ook niet van.

Deze vraag is er weer een bewijs van hoe moeilijk het voor onze jonge mensen in deze tijd is. Vooral voor jonge mensen die studeren. En dat zijn er heel wat tegenwoordig. Laatst hoorde ik van iemand, die het weten kan (een direkteur van een kweekschool), dat het 63 pet. is van de jonge mensen, dat studeert. En al deze jonge mensen komen met deze dingen in aanraking.

Voor het ongeloof schept dit direkt geen vragen. Want de massa aanvaardt zonder meer datgene wat de zgn. „wetenschap” voorschrijft. Doch voor de jongens en meisjes, die van „christelijken huize” zijn, wordt het moeilijker. Ze krijgen van huis uit de wetenschap mee, en waarschijnlijk vertelt de dominee het ook zo nog op de katechisatie, dat de aarde plm. zesduizend jaar oud is. En dan komt men op school heel andere getallen tegen. Er wordt dan nog bij gezegd, dat al die gegevens uit die boekjes berusten op onderzoekingen en boven alle twijfel verheven zijn. Hoe moet dat nu? Wat moet men nu geloven? Heeft de Bijbel gelijk of moet ik aannemen datgene wat als „uitgemaakt wetenschappelijk” mij wordt voorgeschoteld?

Er zijn er die willen de Bijbel vasthouden en ook de wetenschap tegemoet komen. Men maakt dan van de zes scheppingsdagen maar tijdperken. Die kan men dan erg lang maken natuurlijk. Men haalt er dan de Bijbel ook nog bij. Laatst vertelde een jongeman mij, die ook neigingen had om in die richting de oplossing te zoeken, dat er toch ook in de Bijbel staat: Duizend jaren zijn bij de Heere als één dag. Zie je wel, dominee, aldus het kommentaar, waarom kunnen die dagen dan geen tijdperken geweest zijn? Ik heb toen tegen deze vriend gezegd: Er staat in het vierde gebod: Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen….. want in zes dagen heeft de Heere de hemel en de aarde gemaakt….. Maak nu van die dagen maar tijdperken, maar dan ook eerlijk de konsekwentie daarvan trekken. Je moet dan ook „zes tijdperken” gaan werken en daarna mag je gaan rusten. Onze vriend zou dan wel „heel lange dagen moeten maken”. Neen, als het zo moest, dan hield hij het maar weer liever op gewone dagen van vierentwintig uur.

Nu, daar wilde ik het ook maar op houden. Als je gelooft, dat God, de Schepper almachtig is, dan geeft dit helemaal geen problemen. Want Hij spreekt, en het is er, Hij gebiedt en het staat er, Hij roept de dingen, die niet zijn, alsof zij er waren.

Vanuit het geloof in de almacht Gods kan ik ook rustig stellen, dat de ouderdom van de aarde plm. zesduizend jaar is, zoals dat uit de gegevens van Gods Woord te berekenen valt. Ja maar de resultaten van de wetenschap dan? Die komt met heel andere getallen en die staan vast. Dat is een uitgemaakte zaak. Ja kijk, dat is nu maar net de vraag. Is het een uitgemaakte zaak, wat de wetenschap zegt te hebben vastgesteld? En dan moet ik zonder meer zeggen: Neen!

In dit verband heb ik gedacht aan het lijden van de Heere Jezus. De lijdensweken zijn nog maar pas achter de rug. Men heeft tegen het „Vleesgeworden Woord”, de Heere Jezus, vele valse getuigen opgeroepen. En deze waren in hun getuigenis niet eenparig. Een bewijs, dat ze vals waren. De achtergrond was: haat tegen het „Vleesgeworden Woord”, de Heere Jezus. We hebben nu het „Woord geworden Vlees”, de Bijbel. En nu komen er weer heel veel getuigen opdraven tegen dat „Woord geworden Vlees”. Ze zeggen: De Bijbel zegt dit en de Bijbel zegt dat, en dat klopt allemaal niet. Want volgens de wetenschap is het zó.

Het eigenaardige is dat al deze „getuigenissen” ook nu niet eenparig zijn. Want de één spreekt van miljoenen jaren en de ander spreekt van miljarden jaren en een derde gaat zo ver, dat hij er geen getal meer voor weet te vinden. Ze doen uiteindelijk allemaal een slag in de ruimte, door te beginnen met: Er was eens….. Zo begint een sprookje ook.

Het niet-eenparig-zijn der getuigen leert mij ook nu, dat de getuigen vals zijn. Op de achtergrond zie ik dan ook niets anders, bewust of onbewust, dan vijandschap tegen de Bijbel, het Woord van God, waar men niet eenvoudig voor buigen wil.

De geschiedenis van de wetenschap leert, dat de ene geleerde de zorgvuldig opgebouwde theorie van de andere geleerde weer onderste boven werpt. Wat de één na jaren onderzoeken heeft gemeend te moeten vaststellen, dat staat na een jarenlang onderzoek van de ander helemaal niet vast.

Ja maar, hoe verklaart u dan die aardlagen, enz.?

Ik geloof in een almachtig God. Ik geloof ook in een alwetend God. Hij heeft van eeuwigheid af alles overzien. Hij kende ook de behoeften van deze tijd. Is het niet mogelijk, dat er door de zondvloed zodanige omkeringen onder het wateroppervlak hebben plaats gehad, dat de dieren, die door de zondvloed zijn omgekomen, honderden ja duizenden meters diep door de Heere Zelf zijn begraven geworden? Daarvan ontdekt men dan nu de afdrukken in steenkoolmijnen enz.

Vergeet niet, dat er veel meer gebeurd is dan de wetenschap tot nu toe heeft „ontdekt”. Zo hebben, volgens de krant, geleerden vastgesteld(?), dat de Indonesische eilanden een 6000 km zijn verhuisd in de loop der eeuwen. Al die eilanden moeten vroeger ook één vast stuk land gevormd hebben. Ik kan dit niet nagaan. Ik weet ook niet of het waar is. Ik bedoel alleen maar, dat men met al zijn „ontdekkingen” nog lang niet klaar is.

Dit laat mij juist de grootheid Gods zien. Hij laat de dingen de mensen „uitvinden”. Hoe komt het, dat zij dit kunnen? Omdat God al deze dingen in de schepping gelegd heeft, tot verheerlijking van Zichzelf.

Doch de aan God ontzonken mens verheerlijkt er God niet door, maar….. zichzelf en veracht….. God, hetzij openlijk of bedekt.

We mogen van de wetenschap een dankbaar gebruik maken voor zover het ons niet in strijd brengt met het Woord van God. Wie alles vanuit het licht van Gods Woord beziet, ziet Gods grootheid schitteren ook in de resultaten van de natuurwetenschap.


Des Heeren werken zijn zeer groot.
Wie ooit daarin zijn lust genoot,
Doorzoekt die ijverig en bestendig.


Hoe moet dat dan met die boekjes, waaruit ik leren moet voor mijn examen? Als die in strijd zijn met Gods Woord, mag ik dat dan wel leren?

Ik zou zeggen: Je mag het leren, waarom niet? Ik moet ook weten wat het communisme leert, zonder nog in de leer van het communisme te geloven. Zo mag je ook leren wat die boekjes voorschrijven, dan weetje hoe de „ongelovigen” er over denken. Er is niemand, die je kan verplichten alles te geloven wat men je laat leren. Geloven moet je wat Gods Woord zegt, onvoorwaardelijk!

Als je het zo ziet, behoef je niet in een gewetenskonflikt te komen.

Ik hoop door dit schrijven, jongens en meisjes, jullie een klein beetje de weg gewezen te hebben in dit labyrint van vragen. Er zullen nog wel heel veel vragen zijn blijven zitten. Ik kan ook alle vragen niet oplossen. Maar is dat zo erg? Het „kinderlijk” geloof zegt: Wat ik met mijn eindig verstand niet kan bevatten, daarvan geloof ik, dat het bij God in orde is. Zijns verstands is geen getal, d.w.z.: Het is niet uit te spreken.

Wie dat gelooft, vindt met al zijn vragen zijn rust in God.

Uw vriend,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 april 1969

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 april 1969

Bewaar het pand | 4 Pagina's