Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vier Evangelisten, één Evangelie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vier Evangelisten, één Evangelie

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vieren toch één... nergens vind je een wiskunde leraar die het uit kan leggen. Toch is het waar. Nee, geen wiskundige waarheid, maar een bijbelse waarheid. Mattheüs, Markus, Lukas en Johannes zijn de schrijvers van de vier evangeliën. Hoe verschillend de schrijvers ook zijn, hoe verschillend de doelgroepen ook zijn... toch is er eenheid, want uiteindelijk is er maar één Auteur van de vier Evangeliën, namelijk de Heilige Geest Die de evangelisten heeft geïnspireerd. Daarom, al zijn er vier evangelisten, het is toch één Evangelie.

De eerste vier boeken van het Nieuwe Testament zijn de evangeliën. Het woord 'evangelie' betekent 'blijde boodschap'. Dat heeft te maken met de inhoud van deze boeken. Het gaat daarin over de rijke boodschap dat God mensen wil verlossen doorZijn Zoon, de Heere Jezus Christus. Het Evangelie is Gods boodschap aan een wereld verloren in zonde en schuld. Het is de verkondiging van het getrouwe Woord Gods, dat Christus Jezus in de wereld is gekomen om de zondaren zalig te maken. Het gaat dus in de evangeliën over het goede nieuws van Gods verlossend handelen.

De evangeliën zijn daarom zeer bijzonder. Ze nemen een bijzondere plaats in onder de wereldliteratuur. Je kunt deze boeken rangschikken onder de historische geschriften. Dit betekent dat zij de lezers op de hoogte stellen van gebeurtenissen, die in het verleden hebben plaats gevonden en waarvan de persoon van Jezus Christus het middelpunt vormt. De geboorte, het lijden en sterven, de verhoging van Christus staan centraal. De evangeliën getuigen van een historische werkelijkheid zoals God Zijn grote werken heeft gedaan in de komst van Zijn Zoon.

We moeten daarbij niet denken aan een soort levensbeschrijving van de Heere Jezus. Het zijn dus geen geschiedenisboeken zoals wij die kennen. De evangeliën vertellen ons wel het één en ander over de geschiedenis en over allerlei gebeurtenissen, maar daarbij gaat het niet in de eerste plaats om een nauwkeurige beschrijving van de geschiedenis maar om het getuigenis datJezus de Christus, de Zoon van God is. Alles wat voor dit doel niet ter zake doet, blijft onvermeld. Regel voor regel willen de vier evangelisten de persoon en het werk van Jezus als de Christus op de voorgrond stellen. Daarom kenmerken de evangeliën zich door soberheid en onopgesmuktheid. Het moet de lezer duidelijk worden dat Jezus in Zijn prediking en wondermacht, in Zijn vernedering en verhoging, de Middelaar en Zaligmaker is.

Vieren één

Alle vier evangelisten hebben geschreven over de Heere Jezus. Daarom is de titel van, bijvoorbeeld, het eerste Evangelieboek niet: het Evangelie van Mattheüs, maar: het Evangelie naar (de beschrijving van) Mattheüs. En naar Markus, Lukas en Johannes.

Ook moeten we niet denken dat de evangelisten hebben geschreven op de manier van een vervolgverhaal waarbij Mattheüs het eerste stuk heeft geschreven, Markus het tweede stuk, en Lukas en Johannes het derde en vierdedeel.

Het zijn vier aparte boeken, die elk op hun manier de boodschap brengen over Christus.

Juist daarin komt de betrouwbaarheid van deze boodschap aan het licht. Hoe meer mensen iets vertellen, hoe betrouwbaarder het is.

Binnen de vier evangeliën neemt dat van Johannes een bijzondere plaats in. De andere drie hebben veel overeenkomst in hun manier van vertellen en in de lijn waarlangs het verhaal gaat. Als je op afstand naar de boodschap van de evangeliën kijkt dan zie je de eenheid duidelijk naar voren komen. De hoofdpersonen zijn dezelfde: Johannes de Doper, de Heere Jezus, de discipelen, de tegenstanders. Ook de levensgang van de Heere Jezus loopt langs dezelfde lijn: prediking, wonderwerken, kruisiging, opstanding. Toch spreken de evangelisten elkaar niet klakkeloos na. leder vertelt het vanuit zijn persoonlijke omstandigheden en bijzonderheden. Zo wordt het beeld van Christus in het Evangelie rijk en vol. Het is ter verduidelijking wel eens vergeleken met een bezoek van de koningin. Veel verslaggevers zijn dan op de been om van het bezoek een verslag te schrijven. Toch komt er in iedere krant een ander verhaal te staan. Ze vertellen allemaal over de koningin. De één legt de nadruk hierop en de ander daarop. De verschillende verhalen vullen elkaar op een goede manier aan.

Zó is het ook met de vier verschillende evangeliën. Het ene evangelie brengt meer de prediking van Christus naar voren, het andere evangelie brengt meer de wonderen van Christus naar voren. Het gaat echter in alle vier de evangeliën over Dezelfde Koning! Daarom: vier en toch één.

Mattheüs

Mattheüs of Levi was een tollenaar. De Heere Jezus riep hem uit het tolhuis en maakte hem een discipel. Hij schreef zijn evangelie vooral voor de Joden. Het doel van het eerste evangelie is om de Joden te bewijzen dat Jezus de beloofde Messias was en dat de profetieën in Hem tot vervulling zijn gekomen. Daarom vinden we in dit evangelie veel aanhalingen uit het Oude Testament. Mattheüs wil Israël laten zien dat de schriften van Mozes en de profeten in de komst van Jezus van

Nazareth vervuld zijn. Op een indrukwekkende manier tekent Mattheüs zijn Joodse lezers het Messiasschap van Jezus. Denk aan het geslachtsregister van Jezus waarmee Mattheüs begint. Duidelijk toont hij aan dat Jezus de vervulling is van de hoop en de verwachting van de vaderen. Denk ook aan de komst van de Wijzen uit het Oosten, het ongeloof van de Schriftgeleerden, de kindermoord in Bethlehem, de vlucht naar Egypte, de terugkeer in Nazareth enz. Bij al deze gebeurtenissen gebruikt Mattheüs de woorden: opdat vervuld zou worden. Ook brengt het eerste evangelie sterk het conflict naar voren tussen Jezus en de Joden, met name de Farizeeën en de schriftgeleerden. Mattheüs laat dit uitkomen rond de uitvoerige beschrijving van de redevoeringen die Jezus heeft gehouden. Denk aan de bekende Bergrede en de gelijkenissen. De boodschap van dit evangelie roept op tot een standpuntbepaling. Mattheüs brengt geen boodschap die vrijblijvend aangehoord kan worden. Steeds is de beschrijving toegespitst op het geloof in Jezus Christus. Het evangelie dat Mattheüs schrijft is het evangelie van 'Jezus Christus, de Zoon van God'.

Markus

Het evangelie naar de beschrijving van Markus is, zoals velen aannemen, het oudste nieuwtestamentische bijbelboek. Eigenlijk weten we van de schrijver helemaal niets. Uit het geschrift wordt wel duidelijk dat Markus iemand is geweest die Petrus heel goed van dichtbij heeft gekend. Deze Markus is een bekend figuur geweest onder de eerste christenen. Ook bij de vroege kerkvaders komen we zijn naam veelvuldig tegen.

Irenaeüs zegt: 'Mattheüs predikte en schreef onder de Hebreeën, Lukas bracht Paulus' prediking op schrift, Johannes vertoefde te Efeze, waar hij ook zijn evangeliën publiceerde, Markus te Rome'.

Het doel van dit evangelie blijkt uit het opschrift: Het begin des evangelies van Jezus Christus. Markus wil de boodschap brengen van genade en zaligheid door de gekruisigde en opgestane Christus.

Markus schrijft met vaart! Vaak gebruikt het woordje "terstond"; niet minder dan 41 keer. Grote nadruk valt op de Goddelijke macht, waarmee Jezus Zijn werk doet. Alles staat daarbij in het teken van het kruis. Christus geeft Zich over in de bittere dood des kruises als een losprijs en genoegdoening voor de zonden van Zijn volk. Aan het slot wil Markus laten zien dat het lijden en sterven van Christus vrucht draagt, dat het werk van Christus doorgaat: En zij uitgegaan zijnde, predikten overal, en de Heere wrocht mede, en bevestigde het Woord door tekenen, die daarop volgden.

Lukas

Lukas heeft veel onderzoek gedaan voordat hij zijn evangelie schreef. Hij zal uitvoerig navraag gedaan hebben bij de vele oog-en oorgetuigen van Jezus omwandeling op aarde. In dit evangelie staan veel verhalen die de andere evangelisten niet hebben. Denk aan het bekende Lukas 2, het Kerstevangelie. Ook geeft Lukas een krachtige en indringende tekening van verschillende personen: Zacharias, Elisabeth, Simeon, Anna, Zacheüs, de Emmaüs-gangers enz. Ook treft ons de manier waarop Lukas de gelijkenissen beschrijft. Al lezend word je meegenomen in het verhaal en krijg je een indruk hoe levendig de prediking van de Heere Jezus geweest moet zijn. Veel aandacht besteedt dit derde evangelie ook aan de daden van de Heere Jezus. Lukas plaatst de wonderen die door Jezus worden verricht in het licht van Zijn Messiasschap. Zo staatJezus de Christus in dit evangelie voor ons als de van God gezonden Zaligmaker, Die redt van de zonde en zijn verschrikkelijke gevolgen. Heel dit evangelie beschrijft ons de vervulling van het woord van de engel in het veld van Efratha: Dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus, de Heere.

Johannes

Het vierde evangelie is het laatste van alle geschreven. De oude apostel Johannes legt in zijn evangelie beschrijving sterk de nadruk op de goddelijke afkomst van Christus. Onder het kwartet van de evangeliën neemt het vierde een bijzondere plaats in. Het heeft een sterk theologisch karakter, slechts zeven wonderen worden beschreven en gelijkenissen zoeken we tevergeefs. Sterk staat de per

soon van de Heere Jezus centraal, met name in de persoonlijke ontmoetingen met mensen van allerlei slag en in allerlei omstandigheden. De hoofdgedachte in dit evangelie is dat Jezus de zoon van God is. Het bekende Zelfgetuigenis van Jezus in dit evangelie is daar een goed voorbeeld van: Ik ben het Brood des levens, Ik ben de Goede Herder, Ik ben de ware Wijnstok. Johannes geeft zelf het doel van zijn evangelie aan: Opdat gij gelooft, dat Jezus is de Zoon van God en opdat gij, gelovende, het leven hebt in Zijn Naam.

Synopsis

Als we de evangeliën in kolommen naast elkaar zetten en met elkaar vergelijken komen we tot een overzicht (in het Grieks: synopsis) waaruit blijkt dat er naast veel overeenkomst ook verschillen zijn.

Uit de synopsis blijkt dat Mattheüs en Lukas veel woorden van de Heere Jezus en verhalen van Zijn daden en wonderen hebben, die de andere evangelisten niet vertellen. De inhoud van Markus vinden we echter weer helemaal terug bij Mattheüs en ook bij Lukas. Onderling is er naast grote gelijkheid, soms zelfs woordelijk, ook verschil in samenhang en volgorde. Uit de synopsis blijkt vooral dat het evangelie van Johannes anders is naar inhoud en opstelling.

Het onderzoek naar het zogenaamde synoptisch vraagstuk heeft al veel onderzoekers bezig gehouden. Allerlei vooronderstellingen zijn aangedragen om overeenkomst en verschil tussen de vier evangeliën te onderbouwen. Zo heeft men gesteld dat de ene evangelist gebruik heeft gemaakt van het geschrift van de andere. Ook is er de veronderstelling dat er een zogenaamd 'oerevangelie' is geweest, waarin de mondelinge overlevering omtrent Jezus Christus was vastgelegd, dat als bron zou hebben gediend voorde evangelieschrijvers. Naast deze zijn er nog wel andere vooronderstellingen. Overtuigend bewijs ontbreekt echter. Binnen de vroeg christelijke kerk en onder de kerkvaders bestond er geen twijfel over het ontstaan van de evangeliën. In zijn boek 'De overeenstemming der evangelisten' schrijft Augustinus dat er vier evangelisten zijn, evenals er de vier windstreken zijn, waarover de kerk verspreid is. Eerst heeft Mattheüs, vervolgens Markus, als derde Lukas en tenslotte Johannes zijn evangelie geschreven; van hen hebben alleen de eerste en de laatste Christus werkelijk gezien. Alleen Mattheüs heeft in het Hebreeuws geschreven, de andere in het Grieks. Markus lijkt wel, aldus Augustinus, iemand die Mattheüs op de voet volgt en van diens evangelie een verkorte weergave geeft. De andere evangelisten hebben eveneens telkens het werk van hun voorgangers geraadpleegd en aangevuld (zie: Chr. Fahner, Synopsis van de Evangeliën).

Deze oude visie op het ontstaan van de evangeliën kwam in de tijd van de renaissance onder kritiek te staan. Tot op de dag van vandaag houden onderzoekers zich bezig met de vraag hoe de grote mate van overeenkomst tussen de evangeliën en de soms opmerkelijke verschillen verklaard kunnen worden. Helaas ontbreekt bij vele onderzoekers de innerlijke verbondenheid aan de boodschap van het Evangelie waardoor hun onderzoek negatief kritisch is gestempeld. Van harte delen wij de mening van wijlen dr. Chr. Fahner: "Hoewel het onderzoek naar de ontstaansgeschiedenis van de evangeliën dus bepaald nog vele open vragen heeft, hoeft daardoor niet de indruk te ontstaan dat het historisch karakter van de in de evangeliën beschreven stof niet goed gefundeerd zou zijn... Bovendien ging het de evangelisten er niet om alleen maar een stuk geschiedenis te schrijven. Hun verhaal was evangelie, blijde boodschap, bedoeld om mensen tot geloof te bewegen".

Principieel

Johannes maakt ons aan het eind van zijn evangelie duidelijk dat er keuzes gemaakt moesten worden. Hij zegt dat de Heere Jezus nog vele andere dingen heeft gedaan die niet in het bijzonder beschreven zijn. Als elke bijzonderheid van het spreken en zwijgen, het lijden en strijden, het gaan en staan van Jezus zou beschreven zijn dan zou de wereld de geschrevene boeken niet kunnen bevatten (Johannes 21:25). Hoe boeiend de studie van het synoptisch vraagstuk ook mag zijn, van doorslaggevend en principieel belang is hoe wij innerlijk staan tegenover de boodschap van het Evangelie: f men gelooft, dat Jezus Christus de Zoon van God is, waarachtig God en waarachtig mens, gestorven voor onze zonden, dat Hij is begraven, en dat Hij is opgewekt ten derde dage, en dat alles naar de Schriften (1 Korinthe 15:1-4). Principieel is voor ons de uitspraak van onze belijdenis dat deze geschriften goddelijk gezag hebben: iet omdat de kerk ze aanneemt, maar omdat "de Heilige Geest getuigenis geeft in onze harten, dat zij van God zijn" (NGB art.5). Het getuigenis van de kerk is niet waardeloos, maar wat van meer belang is, is het getuigenis van de Heilige Geest.

Th. Beza heeft het ooit eens zo geformuleerd: "Ik word door de Heilige Geest door middel van de Schrift onderwezen en daarom geloof ik wat ik geloof, omdat het zo geschreven staat in het Woord des Heeren". De Heilige Geest getuigt in en door het Woord in onze harten en daardoor geloven wij het Woord, stemmen wij het Woord toe als het ons beschuldigt en zeggen wij er 'amen' op als het ons vrijspreekt.

Versta jij dat? Kennen wij het beven voor het Woord, het zalig omhelzen van het Woord? Het Evangelie wil antwoord hebben! Daarom vraag ik je: at doe jij met de goede boodschap van het Evangelie? Het gaat ons niet aan om met ons scherpe verstand in eerste instantie tot het Evangelie te komen en de boodschap te analyseren. Het Evangelie zelf komt als een vlijmscherp zwaard tot ons, het wordt op ons hart gezet om ons te doorboren, te doorsteken, ons te ontdekken aan onze dodelijke verlorenheid. Het is een tweesnijdend scherpzwaard dat aan de ene kant de harten verslaat door de overtuiging van zonden en straffen, die de mens heeft verdiend, en aan de ander zijde de harten zuivert, en de kwade begeerlijkheden doodt, om voor Christus te leven (kanttekening bij Hebreeën 4:12).

"Die dit Evangelie niet geloven, op die blijft de toorn Gods. Maar die het aannemen, en de Zaligmaker Jezus met een waarachtig en levend geloof omhelzen, die worden door hem van de toorn Gods en van het verderf verlost en met het eeuwige leven begiftigd" (D.L. 1.4).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 2003

Daniel | 32 Pagina's

Vier Evangelisten, één Evangelie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 2003

Daniel | 32 Pagina's