Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Opnieuw beginnen, kan dat?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Opnieuw beginnen, kan dat?

kort verhaal

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

door Emmi Steenbergen

Traag fietst Gerda van school naar huis. Ze heeft juist weer een paar goede cijfers behaald. Ze is er blij mee, ze leert dolgraag. Maar waarom fietst ze dan zo traag? Waarom rijdt ze niet met een flinke vaart naar huis om de deur in te vliegen met de uitroep „Mams, ik heb weer twee achten en één tien"? Och ja, dat zou Gerda wel willen maar haar moeder zal wel weer niet thuis zijn en als ze thuis is, is het toch ongezellig. Snel even wat drinken, eten en dan zal moeder waarschijnlijk wel weer weg moeten.

„Jullie moeten toch huiswerk maken", zal ze dan wel zeggen. Bah, nee er is geen gezelligheid aan, thuis. Arie, haar twee jaar oudere broer, blijft uit school ook meestal ergens rondhangen. Dus zal er wel niemand thuis zijn om haar te verwelkomen.

Voor het huis aangekomen, gaat haar hand automatisch naar haar zak om er de sleutel uit op te diepen. Tja, ja met haar vijftien jaren mag ze van haar pa en moe al een sleutel op zak. Belachelijk gewoon, het is puur egoïsme van ze! Dan hoeven zij tenminste niet thuis te blijven of op te blijven voor Arie en haar. Het lijkt heel wat als je van thuis altijd een sleutel op zak hebt, maar veel liever heeft ze het niet. Neem nou Marieke, haar vriendin, die mag het niet, maar vindt het niet erg. Heeft ze een verjaardag gehad? Haar ouders blijven trouw wachten op haar thuiskomst en onder het genot van een glaasje fris worden de belevenissen over en weer verteld. O, heerlijk lijkt haar dat. Zo mijmerend wil ze het slot omdraaien, het lukt niet. Hé kijk eens, de deur is al open! En wat ruikt ze? Heerlijk, koffie! Zou.... zou.... moeder tóch eens.... Vol blijde hoop komt ze de kamer in om ineens verbaasd te blijven staan.

„Nou, kijk niet zo raar", zo verwelkomt Arie haar. „Is het zó raar dat ik thuis ben? "

„Ja maar....jij....", stamelt ze, „komt toch meestal pas tegen etenstijd? "

„Ga maar lekker zitten", zegt hij, haar in een stoel duwend: „Ik zorg voor koffie". Het gaat allemaal wel wat onhandig, maar later zitten ze toch achter een mok koffie en een wat te groot uitgevallen stuk ontbijtkoek.

„Tja", zo begint Arie, „wij hadden het op school met maatschappijleer over het gezin. Op ons reformatorische schooltje kwam dat allemaal nogal positief over natuurlijk. Iedereen wist hoe het behoorde te zijn. Maar ze vergeten dat het bij een ander ook weieens anders kan gaan. Neem nou ons 'dierbaar' gezinnetje. Eenheid is er niet. Ieder zoekt z'n eigen weg. En toen voelde ik heel goed dat ons gezin wat mist. Toen iemand mij vertelde dat jij weer een goed cijfer had behaald en je net deed of hetje niet interesseerde, dacht ik: „Ook niet leuk voor Gerda, komt ze thuis en niemand die met haar blij kan zijn". Dus ben ik met een noodvaart naar huis gereden om je bij deze te verwelkomen. Wat een maatschappijleerles al niet uit kan werken hé? ", zo besluit hij spottend. Verblufd staart Gerda hem aan. „Dus... eh... jij vindt het ook niet fijn thuis? "

„Nee, helemaal niet!" Het komt er keihard uit.

„Oh... eh... ikdachtdatjongensnietzoom huiselijke gezelligheid gaven."

„Nou heus wel hoor! Ik ben soms vreselijk jaloers op de jongens van mijn klas. Als ik ze bijvoorbeeld hoor vertellen dat ze met hun vader zijn wezen vissen of zeilen. Of hij hielp ze ergens mee of ging met ze de natuur in. Geweldig lijkt me dat. Een vader als vriend te hebben. Maar onze pa heeft geen tijd, geen zin! Hij is wel aardig voor ons. Maar zich écht met ons bezig houden doet hij nooit."

„Nou zo vind ik het ook. Mama is best goed voor ons. Maar ze begrijpt zo weinig. Waarom moet ze nu persé elke dag naar dat snertkantoor. „Uit verveling", zegt ze. Maar snapt ze dan niet dat het voor ons leuk is om uit school iemand thuis te vinden die op je wacht? Bijna iedereen neemt weieens vriendinnen mee naar huis, maar ik niet hoor, ik schaam me naar, ongezellig boel hier!" Gerda is er zelf verbaasd over dat ze nu zoveel in vertrouwen tegen haar broer zegt waar ze anders bijna nooit écht kontakt mee heeft. Maar ze vindt het fijn nu en gooit er nu ook een vraag uit die haar weieens bezig hield. „Arie, bij wie zou jij blijven als papa en mama eens zouden gaan scheiden? "

„Wat? " Arie veert een eind vooruit, een scheut koffie vliegt uit zijn mok. Hij merkt het niet.

„Hoe kom je daar in vredesnaam bij? " „Nou, weetje, wij hadden het met maatschappijleer over het huwelijk. En toen vertelde die leraar dat er dit jaar meer echtscheidingen dan huwelijksvoltrekkingen hadden plaatsgevonden. Klassikaal moesten we toen naar de oorzaken zoeken. Er kwam toen onder andere dit naar voren: er wordt tegenwoordig veel met de bijbelse normen gebroken. Het huwelijk is niet nodig, samenwonen mag ook. Trouw je toch? Lukt het niet? Scheiden mag! En de vrouw wil gelijk zijn aan de man. Ze wil óók studeren en óók werken. Van gezinsleven is dan geen sprake. Ieder leeft zijn eigen leven. Het gezin hangt los aan elkaar. Het geeft geen bevrediging. Ieder kropt zijn eigen narigheid op. Totdat de uitbarsting komt. En waarom dan niet scheiden? En toen moest ik, ik kon er echt niets aan doen, aan ons gezin denken. Zoiets kon bij ons ook wel gebeuren. Voor wie zou ik dan kiezen? "

„Oh... nee... nee", hoorden ze ineens iemand kreunen. Toen hoorden ze de keukendeur en daarna de buitendeur dichtslaan. Allebei vlogen ze overeind, keken uit het raam en zagen iemand héél hard wegfietsen. Het was... moeder!

„Oh... nee", kreunde Gerda. „O, Arie, ze heeft alles gehoord. Wat hebben we gedaan? Wat erg! Wat gaat ze nu doen? " Arie aarzelt niet langer, pakt razendsnel zijn fiets en gaat moeder achterna. Tevergeefs, hij kan haar niet meer vinden. Helemaal overstuur ligt Gerda op haar bed te huilen. Wat hebben ze gedaan! Misschien komt ze nu wel niet meer terug. Wat moet ze doen? Ja, één ding kan ze doen. Ze knielt voor haar bed neer en. vraagt de Heere om vergeving en of Hij nu wil helpen. Niet wetend dat Arie op zijn kamer hetzelfde doet.

Etenstijd is allang verstreken. Noch vader, noch moeder zijn thuisgekomen. De spanning stijgt. Wat moeten ze doen? Eindelijk komen ze samen thuis. Angstig afwachtend kijken de kinderen hun ouders aan.

„O", roept moeder, „dat het zover met ons gekomen is."

Gerda die ziet dat haar moeder gehuild heeft, zegt troostend: „O, dat u nu alles gehoord heeft. Heus, het is niet zo erg. Ik was wat moe, denk ik. Ik heb me te erg laten gaan. Vergeeft u me? "

„Ach kindje, ook wij zijn fout geweest. En dat nou juist jullie ons daarvoor de ogen moeten openen. Het was alsof ik door de grond zakte toen je zei van dat scheiden. Dat het zó erg was, wist ik niet. Ik ben gelijk naar papa's zaak gegaan, lang hebben we samen gepraat. Wij dachten dat jullie het goed hadden, maar we hebben jullie zóveel eenvoudige dingen laten missen. Ik zal mijn baan opzeggen en voortaan voor jullie en papa altijd met alles klaar staan. Maar die baan.... ik deed het omdat ik me zo overbodig voelde nu jullie altijd maar op school zaten en dacht: „Ze zijn al zó groot. Mij hebben ze niet meer nodig." Maar het maakt me nu zó gelukkig te weten dat jullie me wél nodig hebben. Maar waarom zeiden jullie het dan niet eerlijk dat je het akelig vond zo? "

Ja, Arie en Gerda voelen dat ook zij schuld hebben. Veel wordt er die avond gepraat.

Als het al laat wordt zegt vader: „Kom we gaan naar bed. Maar laten we eerst nog een stukje uit Gods Woord lezen. Jakobus 5."

Aan het eind herhaalt vader nog eens vers 16: „Belijdt elkander de misdaden en bidt voor elkander." Ja, laten we dat doen en vanaf nu opnieuw beginnen."

Een gelukkig gezinnetje valt die avond in slaap.

Een gezinnetje dat met Gods hulp kan én wil opnieuw beginnen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 1986

Daniel | 32 Pagina's

Opnieuw beginnen, kan dat?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 1986

Daniel | 32 Pagina's