Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meerwaarde in de eredienst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meerwaarde in de eredienst

Gerard Harbers: “Ik hoop een middel te zijn waardoor God aan Zijn eer komt”

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Je kunt je vast geen kerkdienst zonder een orgel voorstellen. Toch is het niet zo vanzelfsprekend. Calvijn wilde geen orgel in de kerk. De eredienst moest eenvoudig en verstaanbaar zijn. Let wel: zang was bij hem een belangrijk onderdeel van de eredienst. Hij zag muziek als een scheppingsgave van God.

Orgels en organisten vielen onder verantwoordelijkheid van de stadsbesturen. Zij trokken zich niets aan van het kerkelijke besluit om het orgel te verwijderen. Vanaf de zeventiende eeuw werd in de meeste stadskerken de gemeentezang (weer) door het orgel begeleid.
Had men geen orgel, dan was er een voorzanger. In de loop van de tijd wijzigde het standpunt van de kerkelijke overheid: het orgel en de organist werden breed geaccepteerd.

De organist levert een grote bijdrage aan de gemeentezang. In het onderstaande interview kruipen we in de huid van een organist: Gerard Harbers (38). Als klein jongentje werd hij geboeid door het orgelspel tijdens de kerkdienst. Al ruim zeventien jaar is hij kerkorganist; vanaf 1995 tot 2006 in de gemeente van Rijssen-Zuid en vanaf 2006 in Apeldoorn.

Wat was de reden dat je koos voor het orgel als instrument?
“Bij mijn opa en oma stond een orgel waarop ik graag speelde. Dat was de aanleiding om te beginnen met orgellessen. De eerste lessen kreeg ik van mijn oom, destijds kerkorganist in Rijssen-Noord. Ik ging tijdens de diensten wel eens met hem mee, en raakte hierdoor al jong betrokken op het orgelspel tijdens de eredienst. Vervolgens ben ik orgellessen gaan volgen aan de plaatselijke muziekschool.”

Hoe werd je uiteindelijk kerkorganist?
“Er werd in Rijssen een jongenskoor opgericht waar ik lid van werd. Het bleef niet alleen bij zingen want al snel mocht ik ook het koor begeleiden. Later werd dit koor samengevoegd met een meisjeskoor. De ‘kleine’ uitvoeringen speelde ik en bij de wat officiëlere uitvoeringen speelde Dick Sanderman, dan zong ik zelf mee. Na langere tijd begeleidde ik drie koren van de Gereformeerde Gemeente in Rijssen. Tijdens uitvoeringen begeleidde ik naast koren ook de samenzang. Hierdoor heb ik veel ervaring opgedaan en werd ik steeds meer gegrepen door het begeleiden van de gemeentezang. Eind 1994 stopte één van de oudere organisten in de Zuiderkerk in Rijssen, waardoor er een vacature ontstond. Ik heb meegedaan aan het examen en ben tot kerkorganist benoemd.”

Hoe bepaal je de muziekkeuze tijdens de eredienst?
“Aan de hand van het psalmbriefje bereid ik mijn diensten voor. Ik lees eerst het Bijbelgedeelte door, vervolgens bekijk ik de opgegeven psalmen. Het inleidende orgelspel en de voorspelen stem ik hierop af. Het uitleidend orgelspel is altijd een toepassing op de preek, dus dit kan ik niet voorbereiden, maar dit gebeurt ter plekke. Daarnaast zijn er ook bijzondere diensten zoals de feestdagen, Heilig Avondmaal, Heilige Doop, bid- en dankdagen. Als organist houd ik hier rekening mee, door naar bijpassende psalmen te zoeken.”

Wat maakt het spelen in de eredienst bijzonder?
“Er staat in psalm 22 vers 4: Gij zijt heilig, wonende onder de lofzangen Israëls. Ik vind het bijzonder dat ik als organist deze lofzang mag begeleiden en dat daarmee God geloofd en geprezen wordt in zang en spel. Een organist mag muzikaal een bijdrage leveren aan de eredienst; dienend muziek brengen als onderstreping van het Woord. Ik probeer in mijn muziek dicht bij de te zingen tekst te blijven om te bereiken dat mensen daadwerkelijk beseffen wat ze zingen. Dit doe ik door muzikaal te kleuren met registraties en toonsoorten om de gezongen teksten te onderstrepen. Ik hoop een middel te zijn waardoor God mensen kan raken en waardoor hij in Woord en muziek aan Zijn eer komt.”

Waarom zouden jongeren weer voor het spelen van orgel moeten kiezen?
“Allereerst is muziek een belangrijke en goede ontspanning. Het is daarnaast heerlijk om samen muziek te maken, als vrienden met elkaar of in het gezin. Wat het orgel betreft: het is een veelzijdig instrument. Je kunt bijvoorbeeld alleen muziek maken en kiezen voor het spelen van orgelstukken, maar je kunt ook andere instrumenten of koren begeleiden. Het orgel is een belangrijk instrument in de eredienst. Eigenlijk kun je dus stellen dat je met de keuze voor het orgel als instrument, je dus ook op langere termijn kerkorganist zou kunnen worden. Jongeren zijn de toekomst van de kerk, dat geldt ook voor de taken in de eredienst.”

Heb je leuke anekdote?
“Tijdens een dienst werkte de geluidsinstallatie niet optimaal, waardoor ik niet kon horen of er psalm 105 of 150 werd opgegeven. Omdat beide psalmen met dezelfde twee noten beginnen, werd het goed luisteren naar de gemeentezang. Na twee woorden gehoord te hebben, wist ik dat het psalm 105 betrof. Dat scheelde dus een blunder!”


dr. Jan Smelik, Gods lof op de lippen. Aspecten van liturgie en kerkmuziek (Zoetermeer: Boekencentrum 2005) ISBN 9023919076; 208 blz.; € 17,90.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 mei 2012

Daniel | 36 Pagina's

Meerwaarde in de eredienst

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 mei 2012

Daniel | 36 Pagina's