Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe neutraal is de overheid?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe neutraal is de overheid?

20 minuten leestijd Arcering uitzetten

Drs. J.A. Schippers

directeur Guido de Brès-Stichting

Een ‘perfecte’ democratische overheid zou een neutrale overheid zijn. is dat idee realistisch of is het een 'idee fixe'? De redactie heeft vijf vragen en zeven casussen voorgelegd aan drie leden van de Tweede Kamer: de heren Bilder (CDA), Slob (CU) en Van der Staaij (SGP).

Niet wetend dat door het debat over embryoselectie een medisch-ethisch vraagstuk vi'eer de aandacht van velen heeft, legde de redactie van Zicht een maand terug de volgende vragen voor aan Tweede Kamerleden uit de drie christelijke fracties.

Allereerst is gevraagd hoe de politici denken over het concept van de 'neutrale overheid'. Wat verstaan zij daar onder en beoordelen ze dit idee positief of negatief? De tweede vraag luidde wat een overheid in de huidige samenleving kan doen aan fatsoen en respect. In het verlengde daarvan ligt de volgende kwestie: wat zijn de mogelijkheden en onmogelijkheden om vanuit de politiek, in casu de Tweede Kamer, de naleving van christelijke waarden en normen te bevorderen? Welke bijdrage leveren de Tweede Kamerleden of hun politieke fractie daar zelf aan? Wijdverbreid en veelgehoord is het verwijt dat christenen in de politiek hun moraal niet moeten willen 'opleggen aan anderen'. Vooral vanuit de liberale hoek worden christen-politici regelmatig hiervan beticht. Hoe tolerant moeten, mogen of kunnen christen-politici zijn en zijn er grenzen aan de tolerantie? Bemerken de Tweede Kamerleden een toenemende intolerantie jegens christenen of lijkt dat maar zo? Ten slotte zijn zeven casussen of feiten voorgelegd, met de vraag om daar beknopt een reactie op te geven vanuit het perspectief van de vandaag de dag door velen beoogde 'neutrale overheid'. U treft de casussen in bijgaand kader aan.

1. Het homojongerenmagazine 'Expreszo' werd in oktober 2004 verzonden naar alle scholen ter bevordering homoacceptatie. Het ministerie van OC& W financierde deze actie.

2. De Amsterdamse wethouder Stadig gaf de organisatie Milli Görüs (betrokken bij het project Westermoskee) in 2005 een verkapte lening door een stuk grond in het stadsdeel De Baarsjes voor 2 miljoen euro boven de gangbare marktwaarde van de organisatie te kopen.

3. In maart 2007 blokkert de zojuist aangetreden minister A. Klink CVWS) een aanstootgevende reclamecampagne voor orgaandonatie. Volgens de minister zouden de foto's bij het campagnemateriaal, waarop een schaars geklede vrouw staat, niet overeenkomen met het doel van de campagne.

4. Het vorige kabinet én het huidige kabinet talmen met een serieuze evaluatie (plus foUowup) van de wetgeving inzake abortusprovocatus.

5. Het Ministerie van Defensie annuleert een 'Open Dag' op de Prinses Margriet Kazerne in Wezep op zondag 3 juni 2007 en verplaatst het programma naar de daaropvolgende zaterdag. Normaliter organiseert het Ministerie dergelijke open dagen op een aaneengesloten vrijdag, zaterdag en zondag.

6. Madonna kwetst christenen met 'kruisigingsact' tijdens een optreden, maar de overheid blijft passief; eveneens onderneemt de overheid geen actie tegen de vertoning van de pornofilm 'Deep Throat'; PW-aanvoerder G. Wilders dreigt met zijn film 'Fitna' moslims te kwetsen. Hierbij treedt de overheid juist zeer actief op, nog vóór publicatie. Is het overheidsoptreden in deze gevallen consequent en consistent?

7. De Commissie voor de Gelijke Behandeling brengt in het voorjaar van 2008 een advies uit inzake gewetensbezwaarde trouwambtenaren met als consequentie dat een niet onaanzienlijke groep Nederlanders dit ambt niet langer kan of mag uitoefenen.

“Elke overheid werkt vanuit een stelsel van normen en waarden”

lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het CDA

Alvorens mijn mening over het thema 'de neutrale overheid' te geven, wil ik benadrukken dat ik de ruimte neem om mijn persoonlijke opvattingen hier weer te geven. Gegeven het feit dat het CDA een brede partij is, zal niet alles wat ik opschrijf door alle partijleden worden onderschreven. Desalniettemin lijkt het mij beter om het verhaal wat persoonlijk te maken dan om met een droge opsomming van officiële formuleringen te komen.

Een neutrale overheid bestaat niet. Elke overheid werkt vanuit een stelsel van normen en waarden, die hun oorsprong vinden in een bepaald gedachtegoed. In onze samenleving is een deel van het gedachtegoed gebaseerd op christelijke uitgangspunten, de Bijbel; een deel op liberale opvattingen. De laatste decennia nemen de meer libertijnse opvattingen een steeds prominenter plaats in. Eerst in het politieke debat, en als we even niet opletten ook in de normsteUing van de overheid.

Fatsoen moetje doen

Het CDA heeft enkele jaren geleden, met de slogan "fatsoen moet je doen" en discussies over normen en waarden getracht het thema 'fatsoen' beter op de kaart te zetten. Het begin van de mogelijkheden voor de politiek is om het thema op de agenda te plaatsen en het debat er over aan te gaan. We lopen daarbij al snel

E. Bilder

aan tegen het feit dat er een vrij harde tweedeling in de samenleving is, wanneer het gaat over de basis waarop je normen en waarden baseert. We zitten in Nederland steeds vaker op verschillende golflengtes wanneer het gaat over deze thema's. Dat heeft alles te maken met het pluriforme karakter dat onze samenleving inmiddels heeft gekregen door de secularisatie, door de brede verspreiding van het liberale denken en door de toestroom van mensen uit andere culturen.

‘Er is een vrij harde tweedeling in de samenleving, wanneer het gaat over de basis waarop je normen en waarden baseert.’

Toch moet de overheid, en zeker het huidige kabinet, zich naar mijn overtuiging sterk maken voor het permanente debat over hoe wij willen dat we in dit land met elkaar omgaan. Dat moet door voorlichtingscampagnes, door het aangaan van discussies en uiteindelijk ook door een harde aanpak van diegenen die zich te buiten gaan aan het overtreden van de regels. Van groot belang is bij de voorlichting goed rekening te houden met de verschillende golflengtes waarop mensen zich in onze samenleving bevinden. De zender moet goed in de gaten houden of de boodschap ook overkomt. Van een nog groter belang is dat de overheid zelf, als geheel, en als verzameling van individuen, het goede voorbeeld geeft. Boodschapper en boodschap moeten met elkaar overeenstemmen. Zo niet, dan wordt met de boodschapper ook de boodschap verworpen.

Kwaliteitswijn

Een belangrijke vraag hierbij is in hoeverre christenen in de politiek hun moraal aan anderen mogen opleggen. Kunnen op de Bijbel gebaseerde normen aan een samenleving worden opgelegd, die in meerderheid van de Bijbel niet wil weten (en voor meer dan tweederde op niet-confessionele partijen heeft gestemd (november 2006)? In ons stelsel van een parlementaire democratie beslist de meerderheid. Dus alleen als een meerderheid in kan stemmen met het opleggen van bepaalde opvattingen aan de samenleving, kan daar uitvoering aan worden gegeven. Wil men wat bereiken dan zal men moeten uitleggen, overtuigen en onderhandelen. Alleen wanneer men zo te werk gaat, is er wat mogelijk. Dat kan ook tot gevolg hebben dat er wat water bij de wijn moet worden gedaan. Daar moet men zich van bewust zijn. Als CDA doen we dat, wat mij betreft, wel eens met te weinig verwijzing naar de kwaliteit van de oorspronkelijke wijn. Met andere woorden: we mogen niet uit het oog verliezen wat we eigenlijk wilden. En moeten ons er steeds van bewust blijven dat een compromis, ten diepste, niet meer dan een noodzakelijk kwaad is.

Participatie kerken gewenst

Overigens ben ik van mening dat in deze discussie de kerken zich te veel afzijdig houden. Het maatschappelijk debat wordt teveel als een zaak voor de politiek gezien. De kerken zouden zich (als instituten) ook moeten mengen in de discussies en zich moeten uitspreken over vraagstukken waarin levensbeschouwing van doorslaggevende betekenis is. Gegeven de omvang van de aantallen kerkleden en kerkgangers, gaat het hier om meer mensen dan de leden van alle politieke partijen samen. Grote groepen mensen die zich roeren, beïnvloeden altijd het politieke debat! Ook voor kerken is de noodzaak om goed uit te leggen hoe men tot een standpunt in een politiek of maatschappelijk debat komt van groot belang. Immers moet het doel niet zijn onze opvattingen op te leggen, maar uit te leggen en over te dragen. Vooral in de 'homo-discussie' komt de fundamentele verdeeldheid in de samenleving nadruklcelijk naar voren. In de 'homowereld' leeft

breed de gedachte dat alle vervelende situaties rond afwijzing en verdriet het gevolg zijn van een soort christelijke dvvfingelandij. Nu de publieke opinie voor hun veel gunstiger is geworden, vinden ze het tijd voor 'bijltjesdag'. Met groot fanatisme wordt alles wat riekt naar enige beperking voor de homoseksuele mens bestreden. Sterker nog, de huidige overheersende mening moet overal worden verkondigd, ook op de reformatorische scholen. Een gevaarlijke ontwikkeling die weldoordacht moet worden bestreden. Dat kan volgens mij alleen door gesprekken aan te gaan en uit te leggen. Niet alleen toelichten wat volgens de Bijbel niet mag en waarom, maar ook duidelijk maken Wie en Wat de God van de Bijbel voor ons is en ook voor anderen wil zijn. Daarvoor zullen woorden en vormen moeten worden gevonden. In het huidige kabinet zal erop moeten worden gelet dat de verantwoordelijke minister voor emancipatie, de heer Plasterk, in zijn aanpak een toon kiest die aansluit bij de brede samenstelling van het kabinet.

Op de door de redactie voorgelegde casussen wil ik als volgt kort ingaan.

(1) Met het toezenden van het homojongerenmagazine "Expreszo" naar alle scholen ben ik het niet eens. Via het blad worden opvattingen verspreid die door een belangrijk deel van de scholen niet worden gedeeld. Tevens is de in de kringen rond dit blad gehanteerde moraal er een, waar een overheid, die voor normen en waarden wil staan, niet mee in verband gebracht moet willen worden.

(2) Het verkapt of niet verkapt subsidiëren van de bouw van moskeeën is voor mij niet bespreekbaar. Pas als de overheid ook de bouw van kerken gaat bevorderen, ben ik bereid over subsidies voor moskeeën na te denken. Overigens is de zaak rond de Westermoskee primair een aangelegenheid van de gemeenteraad van Amsterdam.

(3) Het optreden van minister Klink tegen een aanstootgevende reclamecampagne voor orgaandonatie heeft mijn hartelijke instemming. De overheid moet niet achter maatschappelijke trends aanlopen, maar vanuit een helder normbesef de burgers tegemoet treden.

‘De huidige overheersende mening moet overal worden verkondigd, ook op de reformatorische scholen.’

(4) De evaluatie van de abortuswetgeving is een moeilijke zaak. We kunnen nog eens goed aangeven hoe het zou moeten. Maar we moeten daarbij niet uit het oog verliezen dat voor de niet-confessionele partijen (samen 101 zetels) elke beperking er een te veel is. Het zou jammer zijn als een debat uit zou lopen op aanpassingen die een verslechtering ten opzichte van de huidige situatie zouden betekenen. Daarom is voorzichtigheid geboden. Het gaat niet om het debat, maar om de uitkomst - en die is hoogst ongewis.

(5) Het niet houden van een open dag van defensie, in Wezep, op een zondag, is een goede zaak. De overheid zou zich ook buiten de Veluwe wel eens mogen bezinnen op de vraag of er niet zorgvuldiger met de zondag moet worden omgesprongen. De zondagsrust is niet alleen goed, omdat het recht doet aan de bijbelse opvattingen, maar ook omdat deze rust bevorderlijk is voor het welzijn van alle mensen.

(6) Madonna kwetst met haar "kruisigingsact" ook de Heer van Kerk. Wat mij betreft had er nadrukkelijker

afkeuring over moeten worden uitgesproken door de overheid. Voor je het juridisch gaat aanpakken, moet je een reële kans hebben op de gewenste uitkomst. Die kans is in Nederland erg klein. Dat zal gegeven de politieke verhoudingen vooralsnog niet veranderen. De acties die het kabinet heeft ondernomen rond de film van Wilders, hebben vooral met veiligheidsrisico's te maken. Rond uitzendingen van de publieke omroep is de invloed van de overheid beperkt.

'Achter de discussie over alle homovraagstukken gaat de strijd tussen het libertijnse denken en de christelijke levensovertuiging schuiV

(7) Rond de kwestie van weigerambtenaren (m.b.t. homo-huwelijk) moet wat mij betreft de ruimte blijven bestaan voor elke gemeente om gewetensbezwaarde ambtenaren te benoemen. Dat is ook afgesproken bij de vorming van het huidige kabinet. Achter de discussie over alle homo-vraagstukken gaat de strijd tussen het libertijnse denken en de christelijke levensovertuiging schuil. In de Kamer hebben de libertijnen meer aanhang dan de mensen met een christelijke levensovertuiging. We mogen daarom blij en dankbaar zijn met het huidige kabinet. We moeten deze tijd gebruiken om goed na te denken over de positie die we als christelijke minderheid in dit land hebben en hoe we onze overtuiging, in goede samenwerking tussen de confessionele partijen, willen vormgeven.

“Politieke overtuiging vloeit voort uit levensovertuiging”

drs. A. Slob,

voorzitter van de ChristenUniefractie in de Tweede Kamer der Staten-Generaal

‘De neutrale overheid' bestaat niet. Althans, niet zoals liberalen en libertaire partijen dit begrip opvatten. Alsof de overheid een instelling is die boven de partijen staand, los van godsdienstige overtuigingen, en louter op grond van zakelijke argumenten een beleid voert. Je kunt dat eigenlijk alleen denken, als je eerst bedenkt dat je je levensovertuiging wel kan loskoppelen van je politieke overtuiging. Dat dat kan, daar geloof ik niets van. Ik wil daarom een andere stelling poneren: je politieke overtuiging vloeit per definitie voort uit je levensovertuiging. Je bent liberaal, in de politiek, maar ook in je levenshouding. Dat stempelt je stemgedrag, maar ook je houding in je bedrijf. Je bent socialist in het stemhokje, maar om die reden ben je ook eerder lid van een vakbond. Je uit je christen-zijn bij de verkiezingen, maar jouw christen-zijn laat zich ook zien in je kerkbezoek en je naastenliefde.

En dan is ook het omgekeerde waar: omdat jij in de samenleving geen last wilt hebben van overheidsregels, stem je liberaal. Omdat je in de samenleving gelijke kansen wilt zien, stem je socialistisch. Omdat je het belangrijk vindt dat christelijke waarden als zorg voor zwakken en de zorg voor de schepping en het vervolgen van de verdrukker, een politieke vertaling krijgen, stem je op een christelijke partij.

Rechten van minderheden respecteren

De neutrale staat bestaat dus niet. Tegelijkertijd voldoet een democratische rechtsstaat alleen dan aan haar wezen als de meerderheid de minderheid niet overheerst, maar de rechten van minderheden respecteert. Juist omdat in geloofszaken geen sprake kan zijn van dwang, kunnen ook christelijke partijen zich mijns inziens daarin goed vinden.

Immers, wat betekent dit? (1) Een vrij politiek debat, waarbij de ene overtuiging, net zo ingebracht kan

worden als de andere. Opkomen voor je christelijke politieke overtuiging heeft daarom net zo weinig te maken met 'opleggen' als het opkomen voor je liberale politieke overtuiging.

(2) Geen vooringenomenheid in ethische zaken, maar zoeken naar gemeenschappelijke belangen. Veel te lang is het euthanasiedebat gedomineerd door een ideologische benadering van de zelfbeschikking. Dat palliatieve zorg veel nood kan wegnemen, bleef daarom decennialang onderbelicht. Net zoals het ideologische 'baas in eigen buik'-denken veel te lang het zicht heeft weggenomen op de pijn en wroeging die vrouwen voelen die wel abortus hebben laten plegen.

(3) Tolerantie jegens andersdenkenden, ook als dat wel eens pijn doet omdat je zelf wezenlijk in andere dingen gelooft. Een moslim tolereert een christen niet als hij deze gedoogt, maar wel als hij voor een christen respect betoont, ook als die er andere normen op na houdt. Daar passen dus geen bedreigingen bij. En als de christen strijdt voor zijn overtuiging, komt het er tegelijk op aan anderen niet te verguizen. Daar past dus geen onzorg\'uldig taalgebruik bij. En als de liberaal het hartgrondig oneens is met gelovigen, komt het er toch op aan wel te luisteren. Daarbij past geen karikaturalisering van religieuze opvattingen.

(4) Ruimte om allemaal aan het publieke leven deel te nemen. Dus: burqa's en niqabs (en de bivakmuts!) niet uit principe verbieden, maar alleen dan en daar waar de veiligheid in het geding is of uit functionele overwegingen (politie, zorg, onderwijs). En: geen fundamentalistische scherpslijperij jegens gewetensbezwaarde ambtenaren als je weet dat zijn motivering niets te maken heeft met discriminatoire opvattingen jegens homoseksuelen.

(5) Je mag als overheid goed gedrag bevorderen, maar alleen als je daarbij steeds acht slaat op het primaire doel daarvan: zoals veiligheid, openbare orde, of volksgezondheid en leefmilieu. Het bestrijden van discriminatie en achterstelling is dus prima, maar het bevorderen van een homoseksuele levensstijl door blaadjes van Expreszo te verspreiden, is niet des overheids.

‘Veel te lang is het euthanasiedebat gedomineerd door een ideologische benadering van de zelfbeschikking.’

(6) Leg als overheid het hoe en waarom van je handelen duidelijk uit. Dat een minister, gelet op de openbare orde en veiligheid, omdat de bedreigingen binnenstromen, met Wilders overlegt over de Fitnafilm, heeft geen enkel verband met een juridisch oordeel van de rechter om bij voor gelovigen beledigende uitingen al dan niet op te treden (Madonna). Maar zeg dat dan!

(7) Biedt ruimte voor publieke geloofsbeleving en frustreer daarom niet de kerkbouw in nieuwbouwwijken als de Bijlmer bijvoorbeeld. Maar onthoud je van het financieren van godsdienstige en levensbeschouwelijke activiteiten tenzij dat gedragen wordt door andere overwegingen (onderwijs, hulpverlening, monumentenbehoud, etc). De vraag is of de voorgenomen financiering van de Westermoskee hier wel mee in overeenstemming is.

Ten slotte

Een staat die aan deze zeven principes voldoet, biedt ruimte aan iedereen die ook ruimte aan de ander wil bieden. Aan iedereen die weet dat je alleen vrijheid hebt, als je anderen ook vrijheid geeft. Aan iedereen die weet dat respecteren niets te maken heeft met respect opeisen, maar alles met respect geven. Overigens: is dat laatste eigenlijk niet hetzelfde als de bekende uitspraak van Jezus: wat gij wilt dat anderen voor u doen, doe dat ook voor hen?

Zo’n staat die mensen ruimte geeft, is daarom democratisch en rechtsstatelijk, zeker, maar tegelijkertijd ten diepste een christelijke staat.

‘Wetten veranderen geen harten, het komt allereerst en allermeest op de gezindheid van het hart aan.’

De onmogelijke neutraliteit

Mr C.G. van der Staaij, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor de SGP

“De overheid staat niet neutraal tussen waarheid en leugen in. Zij kan en mag dat niet omdat zij dienaresse Gods is, aan Hem haar oorsprong ontleent en aan Hem verantwoording schuldig is.

Neutraliteit is onmogelijk. Elk spreken over de overheid is bewust of onbewust gestoeld op levensbeschouwelijk gekleurde uitgangspunten. Elk kabinet neemt beslissingen van principiële aard. De overheid staat in het spervuur van goed en kwaad, van recht en onrecht. Daarin moet positie worden gekozen. Het doet tekort aan de aard en de taak van de overheid om haar te beschouwen als een zogenaamd neutrale scheidsrechter. De overheid is dienares van God (Rom. 13:4). Het is de taak van de overheid om bij het licht van Gods Woord onrecht te beteugelen, gerechtigheid te bevorderen. De Tien Geboden zijn daarbij onopgeefbare, universeel geldende, grondnormen.

Respect - ook voor christenen? !

Heeft de overheid ook een taak op het terrein van fatsoen en respect? Natuurlijk gaat het hier allereerst om persoonlijke 'deugden'. Overheidspersonen kunnen en moeten echter wel zelf het goede voorbeeld geven. In hun eigen gedrag, en ook in voorlichtingsmateriaal.

Minister Klink had groot gelijk, toen hij afzag van een overheidscampagne met aanstootgevende afbeeldingen. Grove uitingen van gebrek aan respect, bijvoorbeeld doordat gezagsdragers beledigd worden, moeten ook strafrechtelijk aangepakt worden. Ook waar de mogelijkheden voor juridisch ingrijpen ontbreken, kan een moreel appel plaatsvinden. Kortom: de overheid moet hier niet te gemakkelijk " niet thuis" geven, maar de gelegenheden benutten om fatsoen en respect te bevorderen en onfatsoen tegen te gaan.

Pijnlijk en ongerijmd vind ik het wel dat de overheidsoproep tot respect tegenwoordig het meest in verband lijkt te staan met de bejegeningen van niet-christelijke godsdiensten, zoals de Islam. Daarentegen is er juist een traditie van lauwe overheidsreacties op krenkingen van het christelijk geloof-de kruisigingsact van Madonna en andere godslasterlijke uitingen blijven onbestraft. Welke (on)mogelijkheden zijn er om vanuit de politiek de naleving van christelijke waarden en normen te bevorderen? Wetten veranderen geen harten, het komt allereerst en allermeest op de gezindheid van het hart aan. Daarom is het ook zo belangrijk dat de verkondiging van het Woord van God appellerend en missionair een plaats in de samenleving heeft. De overheid is daarenboven geroepen om in wetgeving en beleid zich volledig in te zetten voor de handhaving van Gods geboden in het publieke leven. Daarom hebben wij ons bijvoorbeeld sterk gemaakt voor een krachtige bestrijding van kinderpornografie en kindermisbruik, en het handhaven van zondagsrust door het tegengaan van zondagsopenstelling voor winkels of andere onnodige activiteiten (zoals open dagen van Defensie). Daarnaast zetten wij ons in voor het versterken van allerhande positieve ontwikkelingen: mantelzorgers ondersteunen, opkomen voor kwetsbare groepen zoals weeskinderen. Het dienen van God en de naaste, daar komt het uiteindelijk op aan!

Geen dwang, wel tolerantie

Welke ‘tolerantie’ kan worden betracht door een overheid die zich wil laten leiden door de normen van Gods Woord?

Het tolereren van zaken die rechtstreeks indruisen tegen Gods geboden zou schromelijke taakverwaarlozing zijn. Een overheid moet echter wel zijn grenzen kennen. De vrijheid van geweten en daarmee verbonden uitingen is een fundamentele kern en waarborg van tolerantie.

In het waarborgen van een 'staatsvrije sfeer' ligt een ruimte voor persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid. Als het om de godsdienst gaat, geldt daarbij het besef dat tot het geloof niemand kan en mag worden gedwongen. Maar dat is geen alibi om te accepteren dat er megamoskeeën worden neergezet. Laat staan dat de Islam actief gesteund wordt door de overheid, zoals dat in Amsterdam het geval was bij het project Westermoskee, en Defensieminister van Middelkoop financieel bijdraagt aan moskeebouw in Afghanistan.

Christenen in de politiek treft nogal eens het verwijt dat zij hun morele keuzes via de overheid aan anderen willen opleggen. Deze beschuldiging van intolerantie is in feite het gevolg van een verabsolutering van het seculiere liberale denken.

Er wordt gedaan alsof het normaal is om een absolute scheiding te maken tussen geloof en het publieke domein. Er wordt gedaan alsof het normaal is te koersen op een sterk individualistische benadering, die geen rekening houdt met de effecten op het geheel van de samenleving, met de sociale effecten van individuele keuzes. De keerzijde van de bestaande wetgeving rond abortus is dat het vroege ongeboren leven in Nederland vogelvrij is. Daar mag geen partij, daar mag geen kabinet in berusten.

‘Waar de godsdienst verdwijnt, komt er een tegen-religie voor terug.’

Geloof tegenover (on)geloof

In de geladen debatten over bijvoorbeeld euthanasie en homohuwelijk komt de opvatting dat het zelfbeschikkingsrecht in menselijke relaties het primaat moet hebben in botsing met de zienswijze dat dit recht mag worden ingeperkt omwille van de bescherming van andere waarden. Het lijkt mij een belangrijke taak om niet alleen in het politieke maar ook in het maatschappelijke debat, krachtig en assertief de verabsolutering van dit liberale denken gezaghebbend tegen te spreken. Ook hier de ideologische botsing, en strijd, zichtbaar te maken!

Te ontmaskeren dat geloof als leidraad voor politiek niet iets buitenissigs of iets afwijkends is. Nee, in essentie staan er verschillende 'geloven' tegenover elkaar. Waar de godsdienst verdwijnt, komt er een tegenreligie voor terug. Een sterke, seculiere gelijkheidsideologie bedreigt de vrijheid voor het christelijk belijden en het leven daarnaar. De door de Commissie Gelijke behandeling gesteunde 'heksenjacht' tegenover trouwambtenaren met gewetensbezwaren tegen het homohuwelijk is daarvan een duidelijk voorbeeld.

Onder de vlag van 'homo-emancipatie' zien we helaas al jarenlang een overheidsbeleid dat sterk is gericht op het accepteren en propageren van een homoseksuele leefwijze als 'gewoon'. Het subsidiëren van het homojongerenmagazine 'Expreszo' is daarvan een schoolvoorbeeld.

De dichter en denker Bilderdijk haalde het in de negentiende eeuw al instemmend aan: "We waren graag neutraal, gelijk 't de wereld noemt. Maar dat is slechts de zaak verbloemd.”

Noten

H. Bavinck, Christelijke en neutrale staatkunde, Hilversum 1905, p. 30, 31

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juli 2008

Zicht | 72 Pagina's

Hoe neutraal is de overheid?

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juli 2008

Zicht | 72 Pagina's