BEVRIJDING
1945 _ 5 mei - 1975
Wij loeten nog alsof het gistren ivas, dat plotseling de harde banden braken, en vlaggen toapperclen van alle daken. Weer helder werd het zwaar-beslagen glas. Het was alsof een zieke plots genas. De bange droom verdween bij blij ontwaken. Geen stalen vogel kwam de lucht meer kraken, en guller groeide 't prille veldgewas. Wij danken U, dat Gij de wending gaf. Wie kon ons anders van het juk bevrijden? Zo velen vonden een vroegtijdig graf.
Maar op Uw wenk veranderde ons lijden, zo zwaar en lang, in ongedacht verblijden: de vijanden verstoven als het kaf. Zijn wij na dertig jaren nog verblijd? De vreugde is vermengd met angstig vrezen: Waar wordt de Naam des Heeren nog geprezen? De wereld is vervuld met haat en nijd, Men wapent zich voor naderende strijd. De ongerechtigheid is hoog gerezen. Men wil zijn eigen god en meester wezen, en denkt alleen aan dingen van de tijd. O God, bewaar ons zondig vaderland, dat het niet verder van U af zou wijken. Slechts Uw genade kan de ziel verrijken. Gij hebt Uw Kerk in Nederland geplant. Geef dat zij in de druk niet zal bezwijken, nu overal de boze strikken spant.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 april 1975
Daniel | 20 Pagina's