Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

ONDER DE BOEREN.

XIX.

In den namiddag van een somberen dag in 't begin van Mei, kon men op den grooten weg, die naar Frankenhausen leidt, een viertal ruiters bespeuren. Een hunner was hertog Ulrich; van de drie anderen was de een, naar zijn kleeding te oordeelen, eveneens een ridder, de twee anderen droegen meer burgerlijke - kleeding, doch allen waren zwaar gewapend.

Er werd tusschen die mannen weinig gesproken ; 't scheen dat de drie, die den hertog verzelden, het niet waagden hem lastig te vallen, die in ernstige gedachten verdiept scheen. En voor dit laatste was wel reden.

Gevolg gevend aan zijn voornemen had hertog Ulrich met zijn beide getrouwen de reis naar Zuid-Duitschland aanvaard. Doch onderweg waren er allerlei booze geruchten tot hem gekomen. Overal was onder de ontevreden boeren opstand uitgebroken ; m.oord en brand brachten schrik in geheele streken. Zelfs over den Rijn in de Elzas woedde, zoo sclireef graaf George, de opstand, waarin hij zelf groot gevaar begon te zien. Trouwens Ulrich behoefde niet in twijfel te verkeeren omtrent het geweldige der beweging die nu was begonnen.

In plaats van landlieden die vredig op hun akkers werkten, had hij alom gewapende lieden ontmoet; meer dan één burgt was hij voorbij getrokken waarvan weinig meer stond dan de naakte, zwartgeblakerde muren. Ettelijke kerken en kloosters boden een dergelijken aanblik. Kortom, alles wees op geweld en verwoesting, en de hertog begon het ergste te duchten.

Na een paar uur rijdens kwam men in 't gezicht van een paar groote boerderijen, waaromheen honderden tenten waren opgeslagen. De vier ruiters reden den kring binnen, nieuwsgierig aangestaard door een menigte volks, allen wel gewapend. De drie geleiders van den hertog voerden hem een boerderij binnen, en in een ruim vertrek, waar een aantal mannen bijeenzaten; twee waren edellieden, de overigen behoorden tot den boerenstand. Zij ontvingen den hertog met grooten eerbied, en noodigden hem uit in een fraaien zetel a.T.n 't hoofd der tafel plaats te nemen.

„Edele heer, " zoo begon een der aanwezigen, die tot de aanvoerders behoorde, „wij hadden vernomen dat gij in Zwabenland zijt teruggekeerd, en daarom hebben we eenigen der onzen gezonden, om u te vragen in ons leger te komen. Gij hebt hier niets te vreezen, en wij ver trouwen dat uw komst ons tot groot nut zal zijn."

„Ik heb niet gevreesd in uw midden te ko men, " sprak de hertog, „wijl ik meende dat ik u vjellicht van dienst kan wezen. Maar zegt mij vóór alle dingen wat de oorzaak is, dat al het volk onder de wapenen is gekomen. Dreigt er gevaar of oorlog? " „Veel erger I" riep driftig een man, die plotseling opstond en wiens wilde blik weinig goeds spelde, „wij worden verdrukt: wij willen geen lijfeigenen meer zijn, geen tienden geven, onze eigen leeraars kiezen, ons niet laten overheerschen. Wij willen vrij zijn van papen en grooten, en als Gods volk op aarde rondwandelen. Wee dengeen die ons in den weg staat. Hij zal 't ervaren, dat de roede des Heeren tegen hem wordt opgeheven!"

Verbaasd had hertog Ulrich deze taal aan

gehoord. Hij kon zich niet vragen: weerhouden te

„Wie zijt gij die aldus spreekt? " „Ik ben Thomas Munzer", was het antwoord,

„van God geroepen om Zijn arm volk te bevrijden van geweld en onrecht. En gij moet ons helpen met uw zwaard. Gij, edele hertog, die zelf vervolgd zijt gelijk wij."

„Maar, " sprak hertog Ulrich, „wilt gij dan het geluk en het heil des volks bewerken, door tegen de vorsten en heeren het zwaard te trekken en het land te verwoesten, en kerken en kasteelen omver te halen ? Dat past geen goeden Christenen zooals gij zijn wilt."

„Wij willen van geen geestelijke heeren meer weten, " sprak een ander, een welgestelde boer. „Wij hebben genoeg van de monniken en priesters, die op onze kosten leven, en van de bisschoppen en heeren, die hen steunen en ons verdrukken en uitzuigen. De bisschop van Wurzburg weet er van te spreken. Zijn Eerwaarde wilde naar onze smeekingen niet hooren, en nu is hij uit zijn bisdom verdreven.... V/ij houden ons als Dr. Luther en de anderen niet meer aan den paus, maar willen den Heere God dienen, gelijk Hij zelf ons dit bevolen heeft."

„Maar Luther en Melanchthon keuren juist wat gij doet strengelijk af, " sprak de hertog, „en ik meen toch dat Luther een man Gods is."

„Ja, ja, " riep Munzer driftig, „maar hij is afgeweken. Hij zegt dat de gemeene man met lasten bezwaard moet zijn, en blijft zelf de vriend van vorsten en prinsen. Maar de Heere heeft tot mij gesproken: Ga heen, zeg tot dit volk: „Werpt af het juk dat op uw schouders ligt; vergadert u ten strijde; de dag der wrake is gekomen. De Heere uw God zal voor u strijden!"

„Ik vrees, " sprak hertog Ulrich, „datgijheden een verkeerden weg bewandelt, die u zal brengen waar gij niet zijn wilt. Doch wat wenscht gij van mij? " „Genadige heer, " sprak een der aanwezige ridders, „wij wenschen dat gij ons tot hoofd wordt. Gij zijt een krijgsman wijd en zijd vermaard. Meer dan tienduizend gewapende mannen zullen zich scharen onder uw bevelen en u gehoorzamen. De ridder Gotfried van Berlichingen is een maand lang onze aanvoerder geweest op voorwaarde dat er geen buitensporigheden zouden geschieden en wij beloven u dit voor altijd, zoo gij uw goed zwaard voor onze goede zaak wilt trekken. Wij zullen strijden voor de vrijheid des landsvolks, maar verwerpen daarom geen vorst of heer, die zijn onderdanen wijs en recht regeert. Daarom belooven wij u trouw, en zullen, zoo het God behaagt, ook den Oostenrijker verdrijven, en u weder tot heer van uw land maken, zoo gij ons hoofd Avilt zijn."

„Ik kan niet aanstonds een besluit nemen, " antwoordde de hertog verrast. „Ik zal uw voorstel ernstig overwegen. Over twee dagen zal ik u antwoorden. ? Komt dan op de hofstede Gerstein of zend daar een bode, en ik zal hem een brief mede geven."

De hertog vertrok. Een uur ver deden eenige der boeren hem uitgeleide. Op Gerstein aangekomen overwoog hij wat hem te doen stond. Eenerzijds gevoelde hij hoe er, al hadden de boeren niet geheel onrecht, in hun doen en drijven niet weinig was, dat hij met de Hervormers moest afkeuren. Anderzijds was de kans om in zijn hertogdom hersteld te worden groot en verleidelijk.

Gelukkig werd hem de keuze gemakkelijk gemaakt. l3en volgenden dag ontving hij een brief van zijn broeder George, die hem zeide vernomen te hebben, dat hij naar Zwitserland was getogen, doch hem ten sterkste afried zich in den boerenkrijg te mengen. Ook George beriep zich op Luthers meening, en wees ook op de gruwelen die waren begaan. Zulke heden, zei hij, al staan ze met ons tegenover de macht des pausen, behooren wij niet te steunen.

Zoo dacht ook hertog Ulrich, hoeveel leed het hem ook deed alweer een plan in rook te zien vervliegen. Toen de bode den volgenden dag verscheen, kreeg hij een brief mede, waarin de hertog beslist weigerde zich aan 't hoofd der boeren te stellen, en hun aanried hun verkeerde wegen te verlaten.

Verschillend was de indruk, dien dit schrijven op de opgestane boeren maakte. Velen verwenschten den hertog, en zeiden, dat hij ook niet waard was, een hand voor hem uit te steken. Anderen echter raakten bevreesd, dat hun zaak door gebrek om een geschikten aanvoerder te niet zou loopen en ze in den strijd het onderspit zouden delven. Doch Thomas Munzer sprak: „Weest gerust, als het tot een veldslag komt, vang ik de vijandelijke kogels in mijn mouv/ op."

En het volk was zoo dwaas den „profeet" te gelooven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 augustus 1898

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 augustus 1898

De Heraut | 2 Pagina's