Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tot aan de einden der aarde....

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tot aan de einden der aarde....

Het verband tussen pinksteren en zending

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Soemboelè, een klein bergdorpje in het dichte oerwoud van Irian jaya, kwam eens een jonge man naar me toe. Met een ernstige trek op zijn gezicht begon hij zijn verhaal. 'Sinds ik de Heere heb leren kennen door het Woord, dat jullie hier gebracht hebben, wordt het verlangen bij mij steeds sterker om te mogen werken in het Koninkrijk van Cod. Ik wilde graag evangelist worden en naar een 'nieuw gebied' gaan, maar het is me niet gelukt om te leren lezen en schrijven. Toch ligt die drang om te evangeliseren nog steeds in mijn hart. Ik heb twee sterke handen. Mag ik daarmee dienstbaar zijn om op een andere plaats hier ver vandaan een vliegveldje aan te leggen? Want het Woord moet gebracht worden tot aan de einden der aarde. Dan kan ik daar ook getuigen en met de mensen spreken over het Woord van Cod.'

Het verzoek van deze jonge man is ingewilligd en hij heeft mogen meehelpen met de aanleg van het vliegveld in Bommela, een heidense vallei, waar de mensen elkaar nog letterlijk op aten. Nu is daar een christelijke gemeente en wordt de boodschap van het evangelie er iedere zondag en ook door de week uitgedragen. Vandaar ging het Woord weer verder naar het zuiden, waar de mensen in de bomen wonen en waar de malariamuskieten vele slachtoffers eisen. De leden van de gemeente in Bommela openden een zendingspost in Samboka. Het uitzien is naar de werking van de Geest, zodat ook daar een gemeente mag ontstaan.

Tot aan de einden der aarde

Het Woord moet voort. Toen ik in Slavgarod een predikantenkonferentie van de Russische baptisten bijwoonde, was een van de eerste dingen, die mij troffen in een toespraak van een broeder dat hij zei: 'Een kerk die niet werft, sterft. Een levende gemeente is een evangeliserende gemeente en een niet-evangeliserende gemeente is een dode gemeente'. Op die konferentie waren verschillende evangelisten, die werkten onder de volkeren aan de noordpoolcirkel. Zelf ben ik met een evangelisatieteam meegeweest naar het heidense dorp Kantjalan in het uiterste oosten van Siberië aan de Beringzee. Ook daar wonen mensen, die van de naam van Christus nog nooit gehoord hebben. Voor de christenen in Novosibirsk lag die Tsjoektsi-stam aan het einde der aarde. Voor die Yali uit Soemboelè was dat de vallei van Bommela. Voor de discipelen van de Heere jezus viel 'het uiterste der aarde' ongeveer samen met de grenzen van het Romeinse rijk, de toenmaals bekende wereld. Die 'einden

der aarde' strekken zich echter steeds wijder uit, naar mate wij door middel van de moderne vervoersmogelijkheden deze wereld kunnen bereiken. Voor ons zijn er wat dat betreft geen grenzen meer. De laatste 'witte vlekken' op de wereldkaart worden nu bereikt met het evangelie.

Opdracht

In Handelingen 1:8 geeft de Heere Jezus het programma aan dat uitgewerkt moet worden bij de verkondiging van het Evangelie: ... en gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde'. In het boek Handelingen kunnen we lezen hoe de apostelen precies dit programma hebben uitgevoerd.

De Heilige Geest

Naast die opdracht van Christus om van Hem te getuigen in deze wereld noemt Hij nog een belangrijke zaak, die alles te maken heeft met het zendingswerk: 'Maar gij zult ontvangen de kracht van de Heilige Geest, Die over u komen zal'. De apostelen kunnen niet getuigen zonder gedreven te zijn door de Heilige Geest. Zij behoeven ook het zaligmakende werk niet te doen. Dat doet de Geest als de grote Toepasser van het door Christus verworven heil. Daar heb je het verband tussen Pinksteren en de zending.

Pinksteren: een nieuwe periode

Laten we eerst eens letten op de betekenis van het heilsfeit van Pinksteren. Met Pinksteren komt er een nieuwe periode in de heilsgeschiedenis. De Geest wordt uitgestort en krijgt een nieuw werkterrein: de hele wereld. Was het vroeger vooral Israël, nu komen ook de heidenen in het vizier. Was het onder het Oude Testament druppelsgewijs, nu gaat het met volle stromen. Er is ook een groot verschil tussen Pinksteren en de andere heilsfeiten. Op het Kerstfeest, Goede Vrijdag, Pasen en Hemelvaart gaat het om het werk dat de Heere jezus eens en voorgoed heeft volbracht. Dan gaat het om voltooide heilsfeiten. Pinksteren heeft een ander karakter. Pinksteren is het feest dat doorgaat. Het is een keer begonnen, toen en daar in Jeruzalem, maar het is nog steeds niet afgesloten. Het breidt zich uit over de hele wereld. We mogen het pinkstergebeuren niet beperken tot Handelingen 2. Nee, heel het boek van de Handelingen spreekt ervan. Telkens weer komt de Geest: in Jeruzalem, in Samaria, in Cesaréa en in Efeze.

Het tijdperk van de Geest

Het laatste der dagen is begonnen met Pinksteren, toen de verhoogde Christus, nadat Hij Zijn werk op aarde had volbracht, Zijn Geest aan Zijn gemeente gaf om door de verkondiging heen het rijk van God te voltooien tot op de jongste dag. We leven nu in het tijdperk van de Geest. Pinksteren is dus het feest dat doorgaat, het feest van de zending, omdat de Heilige Geest de Geest van de zending is (Johannes 20:20-23). Dat blijkt ook uit het feit dat de apostelen worden toegerust om te spreken met andere talen. De volheid van de Geest brengt het Woord tot klinken. Gods grote werken worden verkondigd. Ze verkondigen het volbrachte werk van Jezus. Het kruis, de verzoening, de opstanding en de hemelvaart worden met Pinksteren verkondigd in Jeruzalem. Zie je het verschil? In Gethsémané vluchtten de discipelen weg. Met Pasen vergaderen ze achter gesloten deuren om de vreze der Joden. Met Pinksteren is alle vrees weg en verkondigen ze met vrijmoedigheid in het openbaar de grote werken Gods.

Vervuld met de Heilige Geest

Dat komt omdat ze vervuld zijn met de Heilige Geest. De kanttekening bij de Statenvertaling wijst hier op de buitengewone gaven van de Geest, zoals de gave van de gezondmaking, het gebed en het spreken in die verschillende talen. Zo werden ze toegerust voor de verkondiging van het evangelie in de wereld. Door die vervulling met de Geest kregen ze kracht, vrijmoedigheid en gedrevenheid om te getuigen van jezus' volbrachte werk.

Het heilsfeit van Pinksteren is niet herhaalbaar, de uitstorting van de Geest op de pinksterdag in Jeruzalem is eenmalig, maar dat vervuld worden met en gedreven worden door de Geest blijft nodig in het wereldwijde zendingswerk.

Op Pinksteren is de Geest aan de kerk gegeven. Dat gebeurde in grote overvloed, zoals een bruisende bergrivier naar beneden stroomt via allerlei stroomversnellingen. Denk aan de bijzondere geestesgaven zoals de tongentaai, de profetie en de gave van de gezondmaking. Nu is dat alles wat minder opzienbarend en opvallend, want diezelfde rivier stroomt nu, na tweeduizend jaar, wat rustiger door de bedding van de kerk in het laagland. Dat laatste neemt echter niet weg dat bij de vervulling met de Geest onafscheidelijk de 'geestelijke gaven' horen. Daardoor mogen de gelovigen juist een bijdrage leveren aan de roeping van de gemeente in de wereld en de opbouw van de gemeente zelf.

De eerstelingen van de oogst

Pinksteren was in Israël het oogstfeest. De eerstelingen van de tarweoogst werden in de tempel gebracht en aan de Heere toegewijd. Die eerstelingen hielden de belofte in van de volle oogst. Als de Heere op Pinksteren de Heilige Geest uitstort, worden door het werk van de Geest onder de prediking van de apostelen de eerstelingen van de oogst uit de volkerenwereld ingezameld. Reeds op de eerste dag worden drieduizend mensen toegedaan tot de gemeente. Zij zijn er de waarborg van dat God in het laatste der dagen, dat met Pinksteren is aangebroken, de volle oogst uit de gehele wereld van de volkeren zal inzamelen. Ze zullen komen uit alle geslachten, talen, natiën en tongen. In Handelingen 2:9-11 lezen we niet de namen van bepaalde individuën, maar van verschillende volken. Vijftien volken worden hier genoemd, die in hun eigen taal de grote werken van God horen verkondigen. Door vijftien poorten tegelijk gaat de Geest met het Woord de wereld in om onderdanen te werven voor Koning jezus. Het gaat hier in eerste instantie om joden en proselieten, die de Joodse godsdienst hebben aangenomen. Zij waren in andere landen geboren en afkomstig uit de heidenen. Ze hadden uiterlijk de Joodse godsdienst aangenomen. Wij zouden zeggen: ensen met een historisch geloof. En zij worden door de pinksterpreek van Petrus tot bekering gebracht. Onder die preek doet de Geest Zijn wederbarend en vernieuwend werk.

Deze 'eerstelingen' van de oogst uit de volkerenwereld komen uit het oosten, het noorden, het westen en het zuiden, dus uit alle windstreken. Lukas zegt: Van allen volke dergenen, die onder de hemel zijn' (Handelingen 2:5). Door de uitstorting van de Geest wordt de 'middelmuur des afscheidsels', de ceremoniële wet, die een scheiding aanbracht tussen Israël en de volkeren, verbroken. De grenzen breken open. God stort Zijn Geest uit op 'alle vlees', niet alleen de Joden, maar ook de heidenen. Bij de Heere is plaats voor blank en bruin. Pinksteren is het zendingsfeest bij uitnemendheid. Uit alle volken zullen er straks staan voor de troon van God en van het Lam.

De taalbarrière doorbroken

Het grote wonder met Pinksteren is ook dat al die verschillende mensen uit al die verschillende landen één worden in Christus, De taalbarrières worden doorbroken. Verschillen in kuituur en leefgewoonten zijn geen verhindering meer om één van hart en één van ziel de Heere te dienen. Niemand kan zo'n eenheid tot stand brengen, behalve de Pinkstergeest. En daarbij gaat het om een echte eenheid, zonder de eigenheid van ieder volk en de verschillen in kuituur op te heffen. In Openbaring 21:24-26 lezen we dat de gezaligden de heerlijkheid en de eer van de volken zullen inbrengen in het nieuwe jeruzalem.

leder hoort in zijn eigen taal de grote werken van God verkondigen. Dat is eigenlijk het eerste wonder, dat de Geest op Pinksteren doet. Dat wonder is nodig om mensen tot bekering te brengen. De Geest doorbreekt de taalbarrière. De apostelen spreken opeens de talen van die mensen. Ze spreken niet de als heilig beschouwde Hebreeuwse taal van het uitverkoren volk, maar ze spreken in die heidense talen. Want het Evangelie moet de wereld in. Het moet naar de

volken. Daarom is bijbelvertaling op het zendingsveld een van de eerste vereisten. In de moedertaal doet het Woord van God de meeste kracht. Het Evangelie moet verstaanbaar zijn en zo het hart raken. Heeft het trouwens jouw hart al geraakt? Heeft het Woord je leven vernieuwd en veranderd? Heb je er God in ontmoet? Dan is je hart verbroken en je schuld gaan drukken en kwam ook in jouw leven die verslagenheid en die vraag van de pinksterlingen: wat zullen we doen? Wat zul je dan ook het Woord van God 'gaarne aannemen' net als die drieduizend op de Pinksterdag.

Zo worden nu nog mensen toegedaan tot de gemeente, die zalig wordt, jongeren en ouderen. Dat heeft de profeet joël al beloofd.

Het laatste der dagen

Pinksteren is het feest van de vervulling. De vervulling van de Schriften. De vervulling van Gods beloften. Pinksteren ligt verankerd in de trouw van God aan Zijn Woord. De belofte uit joël 2 wordt vervuld: Het zal zijn in het laatste der dagen, zegt God, Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees' (Handelingen 2:1 7a). Deze tijdsaanduiding 'het laatste der dagen' komen we op veel plaatsen tegen in de Bijbel. Volgens de profeten is dat de tijd, die vooraf zou gaan aan de voleinding van de wereld. De eindtijd dus. De periode tussen de eerste komst van Christus en Zijn tweede komst. De laatste heilsperiode, die duren zal tot op de jongste dag.

In die periode leven we nu, ook al kan die tijd nog eeuwen duren. Het zijn de dagen van de Geest. De tijd waarin hetvolle heil geopenbaard zal zijn. Het is de dag van Gods genade. Ook de tijd waarin de beslissende eindstrijd gestreden zal worden. De profeten hebben daarover geprofeteerd en naar verlangd. Het is dus schokkend nieuws als Petrus op de Pinksterdag zegt dat die tijd nu is aangebroken. Pinksterfeest luidt een totaal nieuwe tijd in. Nu gaat het gebeuren: de voleinding der eeuwen staat voor de deur. Wij zien nu, wat anderen niet hebben kunnen zien.

Er is niets meer verborgen met betrekking tot de weg der zaligheid. God heeft alles gedaan wat Hij wilde doen. Christus is gekomen en de zaligheid is verworven. Gods toorn over de zonde is gestild en de dood is overwonnen. De hemel is geopend en de toekomst is voor Gods Kerk verzekerd. En de Geest der aanneming is uitgestort om de verworven zaligheid toe te passen. De Geest is ook het onderpand op de komende erfenis. We leven nu in het tijdperk van de Geest, Die de bruid voor Christus werft uit alle volken. God heeft Zijn Geest uitgestort op alle vlees. Niet alleen voor de joden, maar ook voor de heidenen. De hele wereld ligt nu open voor het Evangelie.

Zo is Pinksteren het feest van de zending.

Voor Pinksteren

Vöör Pinksteren worden de volkeren opgeroepen om te komen naar Israël en om de God van Israël te dienen. In het Oude Testament is meer een

centripetale lijn te zien als het gaat over de boodschap van Gods heil voor de volkeren. De volken moeten komen naar Sion. Daar is het heil. Daar openbaart Zich de God van Israël.

Na Pinksteren

Na Pinksteren is een duidelijke centrifugale lijn te zien. Het Evangelie wordt uitgedragen naar de volken toe. jezus sprak: Gaat dan henen en onderwijst al de volken' (Mattheus 28:19). Dat is het kenmerkende in het laatste der dagen. Deze vorm van zending is een teken van de eindtijd. Toch is het laatste der dagen niet alleen een reden tot uitbundige blijdschap, het is tegelijkertijd een dag van ontroerende ernst. Na deze heilsperiode komt geen andere meer. Het is de laatste heilsperiode, de dag der zaligheid. Wie weet hoe spoedig de laatste dag komt. Nu in deze dagen valt de laatste beslissing. Voel je de ernst?

Een taak voor jou?

Hoe is jouw houding ten opzichte van de wederkomst van Christus? We weten dat de Heere Jezus niet terug komt voor de laatste is toegebracht. Dat spoort juist aan tot een roeping om te getuigen en eventueel ook een taak in het zendingswerk op te nemen. Dan moet je de Heere wel kennen en ook weet hebben van een roeping op dat punt.

Zendingswerk is een schitterend werk. Dat hoef je nooit alleen te doen. Het is ten diepste het werk van Christus Zelf door Zijn Geest. Maar Hij gebruikt daar mensen bij. Jonge mensen, die Hij bereid maakt om veraf of dichtbij, in het zendingswerk aan de einden der aarde of in het evangelisatiewerk in ons verheidenste vaderland hun leven te offeren in dienende liefde voor de komst van Zijn rijk. 'Gij zult ontvangen de kracht van de Heilige Geest... en gij zult Mijn getuigen zijn' (Handelingen 1:8). Voelt iemand zich aangesproken? Jesaja antwoordt op de vraag wie de Heere zal zenden: Zie, hier ben ik, zend mij henen'(Jesaja 6:8b). En jij, wat zeg jij?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 mei 1995

Daniel | 40 Pagina's

Tot aan de einden der aarde....

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 mei 1995

Daniel | 40 Pagina's