CORRESPONDENTIE

Ds. A. v. d. K. te N. We hebben uw brief met uw opmerking over ds. van der Groe doorgezonden naar de desbetreffende medewerker.

M. H.-v. R. te H. Hartelijk dank voor het toegezonden knipsel uit een kerkblad over het kaartspel en de betekenis ervan, waarnaar door iemand was gevraagd. We geven het hieronder in zijn geheel door:

Waarschuwing. Toen we onlangs bij iemand op huisbezoek kwamen lag er op tafel een stel kaartspelen. Het blijkt bij steeds meer gezinnen voor te komen dat men zich hiermee bezig houdt. Vandaar dat we het volgende onder uw aandacht willen brengen wat we van de week zelf onder ogen kregen.

De speelkaarten werden ontworpen in 1392 voor persoonlijk gebruik van koning Karei van Frankrijk, toen hij geestesziek was. De ontwerper was een zeer slecht mens, die zich om God noch gebod bekommerde en voor zijn boze schepping koos hij bijbelse figuren. De koning stelde de duivel voor, de vrouw was Maria, de moeder van Jezus. Zo maakte hij de Heiland van zondaren tot de zoon van satan en Maria. De harten en ruiten stelden het bloed van de Heere Jezus voor. De joker was de Heere Jezus zelf. De schoppen en klaveren betekenden de vervolging en vernietiging van de heiligen. Zijn verachting voor de tien geboden legde hij in de tientallen die in de kaarten zijn. Zo is het kaartspel ontworpen.

Naar dit God-onterende spel wordt gegrepen ook door hen, die des zondags met de psalm op de lippen: „God heb ik lief" in Gods huis vertoeven. Maar het is een leugen. Als wij werkelijk God mogen liefhebben en vrezen, dan hebben we lust in andere dingen. Dan wordt het: „Doe mij op 't pad van uw geboden treên, schraag op dat spoor mijn wankelende gangen. Daar strekt zich al mijn lust en liefde heen." Die liefde doet ons niet grijpen naar het kaartspel, maar naar de onvergankelijke dingen.

Vaders en moeders: Waakt tegen dit gruwelijke kaartspel, het is een Godslastering, verbrandt het daarom.

Jonge vrienden: Strekt uw handen niet uit naar dit zonde-spel, dat het zwijnendraf der wereld is, waaruit de eeuwige honger en dorst voortvloeit. Daal liever af in de goudmijn van Gods Woord, want daarin ligt de levensader verborgen. Elkeen die deze vindt, die zal verzadigd worden om nimmermeer te hongeren. Haast u dan tot die Goudmijn, want onze polsslag slaat onze dodenmars.

Redactie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen