Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

IOAW- en bijstandsuitkeringen  per 1 januari 1987

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

IOAW- en bijstandsuitkeringen per 1 januari 1987

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu de Eerste en Tweede Kamer hebben ingestemd met het wetsvoorstel om in 1987 het minimumloon, de sociale en enkele andere uitkeringen te bevriezen, gelden voor de lOAW- en bijstandsuitkeringen per 1 januari 1987 de bedragen in onderstaand overzicht. Ondanks de bevriezing zijn de bijstandsbedragen als gevolg van een wijziging van sociale premies en belasting in de meeste gevallen iets hoger dan in het afgelopen jaar.

lOAW

De Inkomensvoorziening voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (lOAW) is bestemd voor oudere langdurige werklozen die 50 jaar of ouder waren op het moment dat zij werkloos werden en voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozen, ongeacht hun leeftijd. De lOAW geldt, nadat de uitkeringsperiode voor de nieuwe werkloosheidswet is verstreken.

De bruto uitkering bedraagt voor:

De netto uitkeringen zijn gelijk aan 100% van het netto minimumloon voor gehuwde en ongehuwde partners, 90% van het netto minimumloon voor éénoudergezinnen en 70% van het netto minimumloon voor alleenstaanden vanaf 27 jaar.

Op deze uitkeringen worden inkomsten uit of in verband met arbeid van de werkloze en zijn of haar partner in mindering gebracht. In tegenstelling tot in de bijstandswet wordt geen rekening gehouden met andere inkomsten en met vermogen (zoals spaargeld of eigen huis).

Woonkosten

Huurders met een huur tussen ƒ 251, 67 en ƒ 685, — per maand hebben meestal recht op huursubsidie. Bijstandsontvangers met een eigen huis waarvan de woonkosten tussen ƒ 251, 67 en ƒ 685, — per maand liggen, kunnen een toeslag krijgen die gelijk is aan de huursubsidie. Bij woonkosten boven ƒ 685, — per maand kan hooguit tijdelijk een toeslag worden gegeven.

Verdiensten uit (deeltijd-)arbeid

Van het geld dat een bijstandsontvanger verdient, wordt 25% niet van de uitkering afgetrokken. Voor éénoudergezinnen geldt, dat de eerste ƒ 74, 80 van wat de ouder per maand verdient niet wordt afgetrokken.

Inwonende kinderen, onderveriiuur en kostgangers

Op de uitkering van ouders met meerderjarige inwonende kinderen en inwonende kinderen met eigen inkomsten wordt - ongeacht het aantal kinderen - een bedrag van ƒ 36, 40 per week of ƒ 157.70 per maand in mindering gebracht. Dezelfde aftrek geldt voor bijstandsgerechtigden met één onderhuurder. Voor mensen met één kostganger geldt een aftrek van ƒ 55, 20 per week of ƒ 239, 30 per maand.

Heeft men meer dan één onderhuurder of kostganger, dan stelt de gemeente per geval vast welk gedeelte van het kostgeld of de bruto onderhuur wordt aangemerkt als netto inkomsten die op de uitkering in mindering worden gebracht.

Van alle verdiensten samen mag niet meer wrorden behouden dan:

ƒ 224, 35 per maand voor het hoofd van een éénoudergezin en voor een echtpaar met of zonder kinderen; ƒ 157, 05 per maand voor een alleenstaande van 23 jaar of ouder; ƒ 64, 85 per maand voor een thuisinwonende van 20 jaar. Voor alleenstaanden beneden de 23 jaar en thuiswonenden onder de 20 jaar gelden aparte regelingen.

Eigen vermogen

Niet al het spaargeld behoeft te worden aangesproken voordat men voor bijstand in aanmerking komt. Het vrij te laten vermogen is: ƒ 15.900, - voor gezinnen; ƒ 7.950, — voor alleenstaanden.

Voor mensen die een bijstandsuitkering ontvangen voor hun dagelijkse levensonderhoud, jonger zijn dan 65 jaar en een eigen huis bewonen, geldt een extra vrijlating. Bij hen wordt van het vermogen in het huis namelijk nog eens ƒ 15.000, - volledig vrijgelaten en van het meerdere de helft. De totale vermogensvrijlating is begrensd tot ƒ 75.700, — voor gezinnen en ƒ 67.750, — voor alleenstaanden.

Gegevens van het CBS

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorische Maatschappelijke Unie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

RMU Contact | 16 Pagina's

IOAW- en bijstandsuitkeringen  per 1 januari 1987

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

RMU Contact | 16 Pagina's