Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"De belangen zijn te groot, we delven er 200 ton goud per jaar"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"De belangen zijn te groot, we delven er 200 ton goud per jaar"

Indianenstammen in Amazonegebied met uitsterven bedreigd

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

<p>Zodra bekend werd dat er in het Amazonegebied goud in de grond zit stroomden er duizenden avonturiers op af. Er werden nederzettingen gesticht, vliegvelden aangelegd en transportlijnen opgezet. De oorspronkelijke bewoners van het oerwoud, verschillende indianenstammen, worden bedreigd door de oprukkende,,beschaving". Ze hebben geen enkele weerstand tegen westerse ziekten en contact met een blanke kan besmetting en de dood betekenen. Zelfs al wonen ze in eigen reservaten, ook daar zijn ze niet veilig. Bij de jacht naar goud lijken mensenlevens nauwelijks te tellen. </p>

Vanuit een Boeing 747 van de Aerolineas Argentinas kijk ik neer op een klein deel van de zes miljoen vierkante kilometer oerwoud die zich onder mij uitstrekt. In Rio de Janeiro zal ik de bus nemen naar het Amazonegebied, waar tienduizenden verschillende soorten planten groeien en waar elk jaar weer nieuwe bomen, planten, kruiden en insekten worden ontdekt. Een derde van de beboste oppervlakte van de aarde bevindt zich hier, met daarin nog vele gebieden waar nog nooit een menselijke voetstap is gezet. Naast schoonheid biedt het Amazone-oerwoud hitte, een hoge vochtigheidsgraad, weinig vruchtbare grond en heel wat gedierte dat de mens minder vriendelijk gezind is. De oorspronkelijke bewoners zijn de Cayahuar Yacu indianen. Rond het jaar 1500 woonden er nog zo' n tien miljoen indianen in Zuid-Amerika. In de 16e eeuw kwamen de Spanjaarden die, op zoek naar El Dorado (de met stofgoud bedekte koning), een begin maakten met de uitroeiing van complete indianenvolken. In 1850 waren er nog maar zeven miljoen indianen, nu zijn er nog slechts 645.000, van wie een kleine 100.000 in Brazilië. En ook zij zij nog niet veilig. Ondanks protesten uit binnen- en buitenland, van antropologen en de kerk, ondanks het creëren van,,Nationale parken" worden de indianen met uitsterven bedreigd. Er worden weliswaar geen suikerklontjes met strychnine meer uitgedeeld, of met pokken besmette lakens aan de takken in het oerwoud opgehangen, maar elk contact tussen een geïsoleerd levende indiaan en een blanke kan al de dood betekenen. Daar is maar weinig voor nodig. Griep, een verkoudheid, de mazelen, geslachtsziekten, TBC, gele koorts, malaria, enz. Besmetting met een van deze ziekten is voor de indianen vaak dodelijk. De blanken slikken pillen en overleven, de indianen hebben geen weerstand en sterven.

Amazonas en Roraima
Nadat de Spanjaarden waren weggetrokken bleven alleen nog wat missionarissen en pelsjagers over. Tot er halverwege de 19e eeuw rubber werd gevonden en honderdduizenden arbeiders uit het noordoosten, gedwongen door de honger, het oerwoud in trokken om het kleverige sap uit de stammen te klieven. De omstandigheden waren verschrikkelijk. Tijdens de bloeitijd bezweken er meer dan 500.000 mensen aan malaria, tuberculose en beri-beri. Ceylon en Maleisië namen in 1913 de markt over, de rubberprijs zakte in elkaar en het oerwoud groeide weerdicht. In 1957 gaf de Braziliaanse regering het sein voor de,, grote groei". Brazilië moest een machtige, industriële mogendheid worden. Stuwdammen en wegen werden aangelegd en uitgestrekte gebieden met waardevolle mineralen en ertsen werden gefotografeerd.

Goudzoekers
Buitenlandse ondernemingen als Billiton en Bethlehem Steel kregen alle mogelijkheden de grondstoffen uit de bodem te halen. Niet alleen de multinationals hadden begrepen dat zich biereen „el dorado" bevond. Het goud in de bodem trok duizenden avonturiers. José Altino Machado, grootgrondbezitter, piloot en zakenman verklaarde zich tot leider van de garimpeiros (goudzoekers). Hij legde landingsbanen aan, bouwde garimpeironederzettingen en kocht in totaal 700 vliegtuigen (Cessna en Beechcraft). Daarmee vervoerde hij de arbeiders, het  gereedschap, voedsel, drank, medicijnen èn prostituees. In rivieren, in mijnen, overal waar maar enig goud vermoed wordt graven ze nu. Er werken 450.000 goudzoekers, verspreid over Amazonas en Roraima. Het is onzeker en gevaarlijk werk. Van elke gevonden gram goud gaat 70% naar Machado. Het is dus zaak veel te vinden.

Rosa de Mayo
Diep in het oerwoud verscholen, ergens tussen Manaus en Santarém ligt één van de honderden goudkampen: Rosa de Mayo (meiroos), een nederzetting vanwaaruit de goudzoekers nog verder het bos intrekken. Rosa de Mayo is een soort basiskamp. Hier landen de kleine sportvliegtuigen om proviand en materiaal te brengen en het gevonden goud op te halen. Het kamp bestaat uit acht barakken, een winkel, een saloon en een bordeel. Hiervandaan worden voedsel en medicijnen verder het oerwoud ingedragen, waar de goudzoekers in tenten wonen. Daar werken ze maandenlang onder zware omstandigheden, vechten tegen de eenzaamheid, de hitte, de muggen en het ongedierte. Vooral de schorpioenen zijn een plaag. Ze zitten overal: in de hangmatten, in schoenen, achter de wc-pot, in het bos. Wanneer je gestoken wordt (meestal in handen of voeten), veroorzaakt dat twee dagen hoge koorts en flinke pijn. De beet is niet dodelijk. Wel wordt het spraakvermogen een tijdje aangetast, waardoor het slachtoffer een moeilijk verstaanbaar taaltje brabbelt. ,,Engels" noemen ze dat. Als de grond het goud ontnomen is, of als het rendement te laag blijkt, trekken de garimpeiros naar nieuwe kampen in het oerwoud. De oude kampen vervallen tot spookdorpen, waar het gedierte z'n behuizing zoekt en het gras tussen de planken door naar het plafond kruipt.

Ruzie
Dan onstaan weer heel andere problemen, want het Amazonegebied wordt te klein. Machado heeft ruzie met zowel de multinationals als de regering. Aan de Colombiaanse grens twisten Machado en het bedrijf Parana-Panéma om een rijk goudwingebied. Beiden maken aanspraak op het gebied, beiden dreigen met geweld en de regering is niet in staat de partijen te verzoenen of op z' n minst de snel uitbreidende Machado een halt toe te roepen. Een ander groot probleem voor de BV Machado zijn de indianen. Ze wonen weliswaar in reservaten, maar dat zegt in Brazilië niets. Het Xingü-park in de staat Para werd door wegen doorsneden, het Waimiri-Atrcari reservaat simpelweg verplaatst en andere gebieden onder water gezet (Tucurui, Para). Overal waar de indianen het ongeluk hadden op rijke mineralen te wonen, verschenen de multinationals, de wegenbouwers en de goudzoekers. Enige bescherming van de overheid konden de indianen niet verwachten, want grondstoffen die gelegen zijn onder de oppervlakte zijn eigendom van de staat en kunnen derhalve geen privébezitzijn, volgens de Braziliaanse wetgeving. Ondernemers en avonturiers trokken het oerwoud in en verspreidden ziektes en de dood.

Sateré-Maué
In Roraima begrepen de Sateré-Maué-indianen al niets van de explosies, die werden veroorzaakt door de Franse oliemaatschappij ,,Elf". Ze meenden dat de knallen bedoeld waren om de mieren te vernietigen. Allemaal niet zo erg, dit soort misverstanden, maar ondertussen werd de kwetsbare ecologische samenhang volkomen verstoord. Vervuiling van de rivieren vergiftigde vele vissen, het lawaai joeg het wild op de vlucht, en het kappen van bomen was de oorzaak van het wegtrekken van honderden apen. Deze apen dienden als gastheer voor de muskieten, die nu op zoek moesten naar ander bloed en de indianen besmetten met leishmaniasia (huidzweren). De ,,dorpsleiders" werden omgekocht met motorbootjes. Seksueel contact met mijnwerkers roeide hele dorpjes uit na besmetting met geslachtsziekte.

Yanomami-indianen
Aan de grens met Venezuela, in de staten Roraimi en Amazonas, wonen 9000 Yanomami-indianen in een op het eerste gezicht ruim gebied. Toch is elk gedeelte van het oerwoud bereisd, heeft elk gebied mythologische waarde en is deze oppervlakte vooral nodig voor de instandhouding van het ecologische systeem. De indianen leven namelijk op onvruchtbare grond en moeten daarom na vijfjaar steeds weer verhuizen, omdat dan de bodem uitgeput is. Ze trekken weg, zetten ergens anders een dorp op om na vijfjaar opnieuw te vertrekken. De Yanomamiindianen zijn dus afhankelijk van een ruim grondgebied en volledig isolement. Dat isolement werd verbroken in 1950 toen de contacten met missionarissen en daarna vooral wegenbouwers en goudzoekers zorgden voor het uitsterven van complete gemeenschappen. Toen er eind jaren zeventig goud en erts werd ontdekt, brak de mineralenkoorts uit en in maart 1980 trokken duizenden garimpeiros illegaal het gebied binnen. Bij deze actie besmetten ze geïsoleerd levende indianen, waardoor de helft van de bevolking in de omgeving van de winplaatsen stierf. Na protesten van kerk en antropologen, besloot de regering enkele controleposten (Funai) op te zetten om de indianen te beschermen tegen illegale indringers. Het hielp niet veel. In juli 1985 werden 3000 gewapende garimpeiros overgevlogen naar de heuvellanden van Sucuruccus, Yanomamiland. De man achter deze para-militaire actie was José Altino Machado, gesteund door verschillende politici in Roraima. ,, Amazonas is van ons," zegt Machado in zijn kantoor naast het vliegveld van Manaus. Hij zet zijn gouden bril af en vervolgt: „De belangen zijn te groot. De garimpeiros delven 200 ton goud per jaar. Dat is twee miljard dollar per jaar. We zijn de derde grootste mijn ter wereld. Iedereen wil daar wel zitten, maar Amazonas is van ons allemaal.'' En de indianen dan? , Het is erg voordelig om je indiaan te noemen. Je zegt ,,ik ben indiaan, deze grond is van mij" en iedereen beschermt je en de hele wereld zegt: ja deze grond is van de indianen." U hebt vorig jaar 3000 rnijnwerkers naar het Sucuruccus-gebied overgevlogen. Volgens sommige Braziliaanse en Italiaanse kranten zijn daar doden bij gevallen. ,,Allemaal leugens. Ik heb nooit tegen de indianen gevochten. Ik ben pacifist. De Yanomami-indianen zijn de besten vrienden van de garimpeiros. Ik vind ze erg aardig." Maar ondertussen brengen de goudzoekers wel ziektes over. ,, Goudzoekers zijn niet ziek, het Amazonegebied is ziek. Amazonas geeft malaria, aan de goudzoeker of aan de indiaan. Missionarissen, die verspreiden ziektes, wij niet. . ." Van verschillende kanten wordt u gevraagd meer rekening te houden met de woongebieden van de Yanomamiindianen. Kunt u daar niet gewoon wegblijven? ,,Het Amazonegebied is voor iedereen en niet alleen voor indianen. Iedereen heeft recht op werk. De Yananomi-indianen bezitten bijna de helft van de staat Roraima, terwijl ze nog geen 6% van de bevolking uitmaken. Weetje hoeveel er wonen? 3000! De kerk zegt 6000! Buitenlandse actiegroepen zeggen 15.000, de linkse pers zelfs 20.000! Er wonen er maar 3000.'' Hoe komt u bij 3000? ,,Officiële gegevens, de Funai." Navraag bij de Funai (een staatsinstantie ter bescherming van indianen) levert het getal 9000 op. Althans, in Brazilië 9000, en over de grens in Venezuela nog eens 9000.

Park
In Sao Paulo zit de CCPY, een commissie voor het creëren van het Yanomamipark. De groep, voornamelijk bestaande uit antropologen, probeert officiële erkenning van het park te verkrijgen om bedrijven en goudzoekers te weren. Krijgen de Yanomamiindianen hun park? Claudia Andujar (coördinator): ,,Er is veel verzet van de mijnondernemingen en de militairen."
Militairen? ,,De regering heeft een nieuw plan om de grensstrook met Peru, Colombia en Venezuela beter te beschermen." Tegen wie? ,, Dat weet ik niet. Ze hebben het over de guerillabeweging in Peru en Colombia." Wat houdt het plan in? ,,De militairen willen het gebied onder controle hebben. Die goudzoekers vinden ze maar niets. Dat trekt maar rond, niemand weet precies waar en wie weet wat ze voor contacten met het buitenland hebben. . ." En de indianen? ,,Ze zijn bang dat de Venezolaanse en Braziliaanse Yanomami-indianen een eigen staat willen vormen. Daar is geen sprake van, maar ondertussen betekent de komst van de militairen weer de aanleg van wegen of landingsbanen." Dit jaar is er ook een begin gemaakt met een waterkrachtcentrale? ,,Ja, de Paredao dam, een project van 100 miljoen dollar, 100 km oostelijk van Boa Vista in Roraima. Alles wijst erop dat ook daar Yanomami-gebied onder water zal lopen. In ieder geval worden er al indianen gesignaleerd bij de bouwplaatsen. Ze zijn onmiddellijk weggehaald door de Funai, maar hadden al malaria opgelopen. Bovendien wordt er een weg aangelegd tussen Boa Vista en Paredao, die weg trekt onvermijdelijk opnieuw indianen aan."

De wereld in
Ondanks bedreiging met de dood (in Roraima) werkt de CCPY door. De belangen zijn groot. Niet alleen voor de bedrijven of de goudzoekers. Voor de indianen is volledig isolement een levensnoodzaak. Althans, tot de tijd er zal zijn dat ook zij zullen worden opgenomen in de nieuwe wereld. Die wereld belooft niet veel goeds. Velen verlaten al hun dorpen, aangetrokken door het,,fantastische nieuwe". Ze komen terecht in de sloppenwijken van de steden, worden prostituee of bedelaar, of melden zich aan bij José Altino Machado, op zoek naar goud.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 november 1986

Terdege | 64 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 november 1986

Terdege | 64 Pagina's