Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Maar wij hebben de zin van Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Maar wij hebben de zin van Christus

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 Corinthe 2 : 16b

2.

In de zin van Christus is:


1e. uw levensbeginsel

2e. uw levenskracht,

3e. uw levensvreugd.


En zo is in de zin van Christus niet alleen uw levensbeginsel, doch ook :


2e uw levenskracht


Het was de zin van Christus de wil Zijns Vaders te doen tot stichting en uitbreiding van Zijn Koninkrijk. En dat was spijze voor Zijn ziel. Hij was Zijn God en Vader in alles gehoorzaam en dat tot in de vloekdood des kruises. Heeft uit liefde tot de wil Zijns Vaders Zijn oor laten doorboren. En dat deed een slaaf uit liefde tot Zijn heer, doch Christus was de Vader gehoorzaam met Zijn lijdelijke en dadelijke gehoorzaamheid en dat tot bevrijding van de straf en tot verwerving van het recht ten eeuwige leven. En hebben wij de zin van Christus, dan is dat de zin der gehoorzaamheid om vanuit die bron levenskracht te bekomen. Was het, toen Hij u te sterk werd, niet de vraag van uw hart: „Heere wat wilt Gij dat ik doen zal?” En daartoe klonk de stem van de grote Koning u in de oren, wat uw hart in nam voor Hem. Met de hartelijke overgave aan Hem is uw oor doorboord, is Zijn dienst u een liefdedienst en een zalige dienst geworden.

Door standvastig te gaan in de zin der gehoorzaamheid, bekomt het hart er steeds meer vermaak in, zodat de redeneringen van het ongeloof, de listen van Satan en de zuigkracht van ons verdorven bestaan, er door worden teruggedrongen. U komt er sterker door te staan in de Heere, en dat is voor de zin der gehoorzaamheid van grote betekenis, om zo gewapend te staan tegenover de influisteringen van Satan.

Christus drong met de zin van Zijn zien door dedonkerste wolken van het oordeel heen, toen Hij Zijn ogen ophief naar de hemel, om Zijn Vader aan te spreken, bij de aanvang van Zijn hogepriesterlijk gebed. Want Zijn zien was als waarachtig mens, zijnde zonder zonde, ook ten volle een geestelijk zien. Zijnde in het geloof, steeg Hij met Zijn geestelijk zien op tot Zijn God in de hemel, kwam Hij in Zijn Goddelijke tegenwoordigheid. Al was Hij onder de vloek van Gods toorn die was in de daad der ongerechtigheid door toerekening, zo was Hij toch met de liefde van Zijn ziel aan Zijn God verbonden. En zo wij daaruit mogen leven in het geloof, is ons oog door of in dat geestelijk zien van Christus, op de Heere gevestigd, al zijn onze ogen lichamelijk gesloten in het gebed. En zo hield Mozes in het geloof zich vast aan het bevel des Heeren. Op al de duistere wegen van Gods voorzienigheid, was het „als ziende de Onzienlijke.”

Maar wordt het vasthouden aan het bevel des Heeren verzwakt, dan blijven we niet in de beleving van het geloof,” als ziende de Onzienlijke.„ Laat ons in afhankelijkheid van Hem, met lijdzaamheid lopen de loopbaan, die ons voorgesteld is: „Ziende op de overste Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, Dewelke, voor de vreugde die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen, en schande veracht, en is gezeten aan de rechterhand des troons van God.”

En in deze afhankelijkheid van de dierbare werkingen van de Heilige Geest, komt het hart meer in de oefening van het aanklevend geloof, om met steeds meer klaarheid te zien op Hem, Die vanaf de aarde, en dat is voor het hart des mensen, de weg gebaand heeft naar het hart des Vaders.

Het gemis van dat geestelijk, gelovig en kinderlijk zien, kan nooit genoeg beleden en beweend worden. Want in dat zien is de zin van Christus en is Chirstus.de zin van ons leven. Laten we de moed hebben, het elkander ernstig af te vragen of dat geestelijk en gelovig zien op de Heere, ons al dierbaar is geworden. Want de Schrift zegt: „En de ogen dergenen, die zien, zullen niet terugzien, en de oren dergenen die horen, zullen opmerken.” Als een bewijs dat zij in dat zien de zin van Christus deelachtig zijn geworden. Wij hebben het gehoor der oren en het gezicht der ogen om te leven door het geloof in gemeenschap met de Heere verloren door de zonde. Want wij zijn van nature horende doof en ziende blind. Wij zijn door onze moedwillige afval van God, niet meer dan afval voor het eeuwig verderf. En het afval dat terecht komt op een vuilnisbelt, wil de Heere gebruiken door het wonder van Zijn voorzienigheid, tot bemesting van het veld en dat is tot wasdom van de edelste vruchten en schoonste bloemen. En zo wil de Heere van de grootste der zondaren, die niet meer zijn dan afval, voor het verderf, pronkjuwelen maken van Zijn genade in Christus. De mens die al zijn zinnen heeft gesteld in dienst van de zonde, zodat hij afkerig is van alles dat Goddelijk schoon is, wordt door het geloof in de zin van Christus, een hof vol edele vruchten, Dat deed de bruid uitroepen: „O, dat mijn Liefste tot Zijn hof kwame, en ate Zijn edele vruchten!” Zij zijn geheel van Hem, het zijn getuigen van de zin van Christus en dat door het wonder van Zijn genade.

Wij hebben dan ook in ons tekstwoord een samenbundeling van al het goede dat het hart door Christus mag bekomen. En daarom heeft dit woord: „Maar wij hebben de zin van Christus,” deze heerlijke en rijke inhoud.

En zo is in de zin van Christus niet alleen de zin van het geestelijk geloven, horen en zien, doch ook van de reuk. Het Evangelie van Gods genade is de één een reuk des levens ten leven en een ander een reuke des doods ten dode. En wat mag daarvan toch wel de oorzaak zijn? En inderdaad, het heeft een oorzaak, maar die is niet in het Evangelie en ook niet in de prediker van het Evangelie. Maar in de hoorder van het Evangelie, want hij mist de geestelijke reukzin van Christus. Hij is vanwege zijn ongeloof niet ontvankelijk voor de heerlijke reuk van het Evangelie. Want in het Evangelie is de heerlijke en liefelijke reuk van de offerande van Christus, die Gode welbehagelijk is. De heerlijke geur van gebraden vlees is elk gezond mens aangenaam, terwijl een zieke er afkerig van is, zijn reukzin walgt er van. Maar door de zin van Christus is de reuk van het Evangelie ons dierbaar. Daarin is een hemelse geur die heerlijk is. Christus heeft het hemels heiligdom vervuld met de reuk van Zijn Gode verheerlijkende offerande. In de mens daarentegen, die zichzelf ten offer brengt in een vormelijke godsdienst, wordt die geur van liefde tot God gemist. En daarin kan alleen door de zin van Christus in ons hart en leven verandering komen tot eer van de Heere en tot stichting van anderen.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 september 1975

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Maar wij hebben de zin van Christus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 september 1975

Bewaar het pand | 4 Pagina's