Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Honger en dorst naar de  woorden des levens

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Honger en dorst naar de woorden des levens

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

We kunnen het ons moeilijk indenken wat het is, wanneer onbeschaafde mensen met de westerse beschaving in aanraking komen. Dan wordt voor die mensen de klok honderden jaren vooruit gezet. Zendeling Leupoldt, die meer dan veertig jaren heeft gearbeid in Benares, de bedevaartplaats van de Hindoes, hoorde eens een inboorling een beschrijving geven van zijn eerste spoorwegreis in dat gebied. De man stond lange tijd te kijken naar de lange rij wagens op twee sporen en hij berekende hoeveel span ossen er nodig zouden zijn om dat vrachtje vooruit te krijgen.

Hij vertelde: „Opeens werd ik verschrikt door het gesnuif en geblaas van een vreselijk monster, dat met snelle vaart aankwam en dichtbij de wagens stilhield. Nu liet het monster een ontzettend gegil horen, dat al de wagens deed schudden. Maar dit verschrikkelijk monster werd aan de wagens met een machtige keten vastgebonden, en toen het in het tuig was, gedroeg het zich zo stil en bedaard als een paard. Toen begon een klok te luiden en ik moest tegen heug en meug in een van de wagens klimmen. Een vreselijk gesnork werd gehoord, zoals de stem van honderd olifanten, en wij vertrokken.

Toen wij een weinig voortgegaan waren, begon de toorn van het dier te verminderen, mar het trok ons vooruit alsof we niets waren. Zo gin"; het totdat we een ander station bereik-O O ten, maar nauwelijks waren we stilgehouden, of het dier werd woedend. Het scheen alsof het ditmaal dorstig was, want de koetsier maakte het los en bracht het bij een hoge toren, waaruit het (ik weet niet hoeveel) water dronk. Toen kreeg het kost, een soort zware klippen, en nadat het gegeten en gedronken had, ging het weer voort, ja, voort en voort en voort, zonder ooit moede te worden. In een oogwenk waren

we te Calcutta aangekomen." Onder zulke primitieve mensen moest Leupoldt arbeiden. Elke gelegenheid nam hij waar om het zaad te strooien, met de bede, of het goede zaad vallen mocht in toebereide aarde. Vooral onder de bedevaartgangers werkten de zendelingen met al de kracht, die in hen was. Duizenden maken zich op, om een paar weken te vertoeven in de „heilige stad". De zendelingen weten wel, dat duizenden weer terug keren naar de dorpen, zonder zich maar een ogenblik te storen aan hetgeen door de zendelingen werd verkondigd. Maar

het viel ook wel eens anders uit. In een van de dorpen rondom Benares, ontmoette Leupoldt een timmerman, die hem staande hield. De zendeling was nieuwsgierig wat de man te vertellen zou hebben.

„Is de nieuwe kerk al voltooid? " vroeg de timmerman.

„Welke kerk bedoelt u? " vroeg Leupoldt.

„Welke kerk bedoelt u? " vroeg Leupoldt. „Wel, onlangs was ik in Benares en toen heb ik u horen preken. Toen heb ik ook met aandacht gekeken naar de kerk clie ze aan 't bouwen waren. Dat kunt u wel begrijpen, want ik ben timmerman. Ik zag een ruim en prachtig gebouw en ik ging naar binnen. Ik verwonderde mij, want ik zag geen beeld en geen god. Ik vroeg toen waar die waren. Toen zei mij een man, dat ze in die kerk geen beelden aanbaden, maar alleen de ene ware God. Vanaf die tijd heb ik over deze zaken veel nagedacht." Hier zweeg de timmerman even.

Toen sprak de zendeling: „Die man heeft u de waarheid verteld, want God is een Geest, en die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid. Daarom moet u zich niet verwonderen dat er geen beelden te zien waren." De timmerman zei niets, maar de zendeling zag wel, dat hij deze zaken moeilijk kon verwerken. Diep nadenkend ging hij verder.

Voor een Hindoe moet het wel zeer vreemd zijn, geen beelden te zien, want in Benares schijnen meer afgodsbeelden te zijn dan mensen.

We kunnen goed snappen, clat de roomse missie met haar beeldendienst, direkt een goed aanknopingspunt vindt bij de inboorlingen.

Eens heeft Leupoldt, evenals de Heere Jezus, gepreekt vanaf een schip. Met twee andere zendelingen was hij de Ganges afgevaren naar een dorp dat Patna genoemd werd. In dat dorp werden bezoeken gebracht en traktaten verkocht. Grif gingen de traktaten van cle hand, waarover de zendelingen zeer verwonderd waren. Toen ze naar de boot gingen om nieuwe lektuur, volgden velen de mannen tot aan cle boot. „Laat ik de mensen maar toespreken, " dacht Leupoldt. En hij begon. Naar schatting waren er drieduizend aanwezig.

Anderhalf uur sprak de zendeling tot de menigte. Toen wou hij ophouden, maar niemand liep weg en cle toehoorders schenen niet vermoeid te zijn. De andere zendelingen namen nu het werk van Leupoldt over en zo ging het van 's morgens zeven tot midden op cle middag. Nu was het toch welletjes, dachten de zendelingen en ze zeiden, clat ze nu niets meer konden vertellen, omdat ze zo moe waren.

„Gaat dan even rusten, " riep cle schare. „Wij zullen ook rusten, hier aan cle oever, maar komt terug en predikt nog tot ons."

De zendelingen gingen in cle kajuit om een beetje te slapen. Spoedig waren ze ingesluimerd: het was erg heet, midden op cle dag.

Na een half uur kwamen een paar mannen vlak bij de schuit staan en begonnen te roepen: „De mensen vragen of u komt, want u zult wel genoeg gerust hebben. Komt tot ons om van God te vertellen!"

Wat moesten de zendelingen doen? Ze kónden niet blijven slapen op clie uitnodiging. Ze kwamen naar buiten en bleven tot vier uur in cle middag onder cle mensen werkzaam met het lezen en prediken van Gods Woord.

De volgende dag stonden weer duizenden van zes uur 's morgens tot vier uur in cle middag, onder cle hete stralen van de zon, om geen woord te missen.

Na deze twee inspannende dagen kon Leupoldt haast geen geluid meer geven. Maar voor zo'n bizondere gelegenheid O O C O

ling dat wel over. N.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juni 1961

Daniel | 8 Pagina's

Honger en dorst naar de  woorden des levens

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juni 1961

Daniel | 8 Pagina's