Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

3. Slot

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

3. Slot

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is verrassend om te lezen wat Nederlandse predikanten uit de zeventiende eeuw hebben geschreven over de zondag. Misschien is het, als we ons eigen leven ermee vergelijken, zelfs wel beschamend. Wat valt ons vooral op? Enerzijds hebben wij de gedachte dat de zondag een afgezonderde dag moet zijn, waarop christenen zichzelf ook afzonderen van de wereld en het leven van alledag, van geen vreemde. De nadere reformatoren laten er geen twijfel over bestaan: de zondag is bedoeld om jezelf aan God en aan Zijn dienst te wijden. Kerkgang, _ _ gebed en het overdenken van het Woord van God hebben daarin een centrale plaats. En deze nadere reformatoren ontmaskeren ook de vaak voorkomende gedachte dat we er genoeg aan doen als we naar de kerk gaan en eens een goed boek inkijken op zondag, en dat alles verder zijn gewone gangetje kan gaan. God vraagt juist ons hele hart en onze hele dag.

Maar de gedachten van de oudvaders over de zondag verrassen ons ook nog op een andere manier. Zij stellen het dienen van God centraal voor de zondag, maar dat wil niet zeggen dat ze krampachtig met de invulling ervan omgaan. Soms komen hun ideeën over wat wel en niet mag op zondag ons zelfs heel ruimdenkend voor. Wat te denken van de boodschappen die we volgens Teellinck mogen doen als er onverwachts iemand bij ons langskomt, of van het "wandelen buiten in de lucht", of van het naar de kerk gaan per schip of met de wagen (Voetius)? Toch is het goed hierbij te bedenken dat de oudvaders met die opvattingen in hun tijd voor een strikte zondagsbesteding stonden. We zien hier ook verschillen opduiken; de ene reformator legt andere accenten dan de andere, en jacobus Koelman schrijft op strengere toon dan Willem Teellinck. Bij alle nadere reformatoren kunnen we hier echter zien dat zij niet zomaar allerlei bezigheden willen verbieden, maar steeds kijken naar wat het doel en het nut van die bezigheden was.

Hoe welke oudvader over de zondag dacht, over één ding waren ze het allemaal eens: de zondag is de dag des Heeren.

Het is de betekenis van de zondag waar het de nadere reformatoren uiteindelijk om gaat. Wat zij aan regels formuleren, mag nooit op een wettische manier opgevat worden, alsof het om het houden van de regels zelf zou gaan. Steeds wijzen zij op het doel van het houden van de zondag. Het beeld dat Saldenus gebruikt is iets om te onthouden. Bij al onze godsdienst gaat het erom dat wij leven uit het verlangen om God te leren kennen of beter te leren kennen, en zo uiteindelijk voorbereid te worden op Zijn komst.

Wat op zondag 'mag' of 'niet mag' is te herleiden tot de vraag: Is de dienst van de Heere je een lust of een last? Voor jongeren en ouderen die door genade de Heere mogen kennen, is de zondag een dag van rust en bezinning. En een voorbereiding op de eeuwige sabbat.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 2007

AanZet | 83 Pagina's

3. Slot

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 2007

AanZet | 83 Pagina's