Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kerk is missionair – is zij ook missionair ingericht?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kerk is missionair – is zij ook missionair ingericht?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een kerk is missionair of geen kerk! Dat is nogal een boute stelling natuurlijk, maar als we uitgaan van onze God die een missionaire God is en als Gods missie om deze wereld te redden (Missio Dei) voorafgaat aan en fundamenteel is voor de missie van de Kerk, dan kan het niet anders dan zo gezegd worden. Er gaat al zoveel tijd en energie verloren aan stenen en instituten die overeind gehouden moeten worden, potjes en reserves, terwijl er ondertussen een wereld te redden is.

Want dat is waar het om gaat! God heeft geen missie voor Zijn kerk, maar een kerk voor Zijn missie: Jullie zullen kracht ontvangen wanneer de Heilige Geest over jullie komt, en jullie zullen mijn getuigen zijn in Jeruzalem, in Judea en Samaria, en tot aan de einden der aarde! Zo begint de geschiedenis van de Kerk in Handelingen 1 vers 7 en 8: niet met een kerkorde maar met een belofte en een geweldig visioen van een wereldwijde beweging die niet te stoppen is.

Ambtsdragers

Maar ga er maar aan staan als eenvoudige ambtsdrager. Je hebt de portefeuille evangelisatie gekregen, maar het is één van de vele portefeuilles in de kerkenraad. De jeugd van de gemeente moet ook wat. De muziekteams hebben instrumenten en apparatuur nodig. Het onderhoud van de gebouwen kost het nodige geld. Evangelisatie wordt zo makkelijk een sluitpost.

En het gaat natuurlijk niet alleen om geld. Het gaat ook om tijd. En met al die commissies en vergaderingen blijft er steeds minder tijd over voor het echte werk. En ja, wat is dat dan? En hoe moet dat dan? “Het is trekken aan een dood paard”, zei een evangelisatieouderling een keer tegen mij toen ik gepreekt had over Filippenzen 4: laten alle mensen u kennen als vriendelijke mensen. Het klinkt allemaal zo makkelijk zoals je het uitlegt, maar hoe krijg ik de mensen daarin mee?

Visie

Het begint natuurlijk allemaal met een visie: waartoe besta je als gemeente? Regelmatig krijg ik visie- en missiedocumenten van gemeenten onder ogen. Ik kijk er ook vaak naar als ik ergens gevraagd ben voor te gaan, bijvoorbeeld op de website van de gemeente, omdat het vaak een goed beeld geeft van de idealen van die gemeente. Het valt me op hoe vaak het daarin vooral gaat om de gemeenschap met elkaar.

Laat ik het voorbeeld geven van de gemeente waar ik zelf deel van ben. “Als Bethelkerk willen we Jezus Christus volgen door een gastvrije en begripvolle geloofsgemeenschap te zijn, waarin we elkaar helpen Jezus te leren kennen, te groeien in een persoonlijke relatie met Hem en te leven tot Gods eer en van waaruit we Gods liefde uitdragen in daden en woorden in Veenendaal en de wereld.”

Alle nadruk valt zo op ‘gastvrije en begripvolle geloofsgemeenschap’ zijn, dat nog eens onderstreept wordt door het woordje ‘elkaar’. Zo wordt de gemeente ook ervaren. Veel mensen die zich aansluiten bij de Bethelkerk hebben in andere kerken vaak weinig gastvrijheid en veel onbegrip ontvangen omdat ze anders in het leven stonden. Zo komen er mensen binnen vanuit allerlei kerkgenootschappen: zowel uit de ‘bevindelijke’ hoek als uit meer ‘liberale’ kerken. Gezinnen met een gemengde kerkelijke achtergrond bijvoorbeeld vinden een thuis in de Bethelkerk. Het is een echte herberg voor gasten van verschillende pluimage, die met alle lek en gebrek Jezus Christus willen volgen.

Middelen

Ik geef toe: er staat natuurlijk nog wel het een en ander achter, maar ook daar is de volgorde en de verwoording veelzeggend: het gaat – typisch voor deze individualistische tijd - eerst om onszelf en onze relatie met Jezus en pas daarna over het leven tot Gods eer en het uitdragen van Gods liefde in – nota bene - daden en woorden. En dat zie je dan ook in waar de meeste tijd en energie en ook veel financiële middelen op worden ingezet. Veel gaat op aan gebouwen, het houden van (coronaproof) diensten en het pastoraat naar binnen.

Zeker, ze hebben verschillende (oud)zendelingen die met de gemeente verbonden zijn, ze zijn bezig met een gemeentestichtingsproject in een nieuwe wijk van Veenendaal, er wordt een alpha-cursus gehouden (samen met andere kerken in Veenendaal), maar hoe breed en hoe sterk dat gedragen wordt door de hele gemeente is maar de vraag. Waar de afgelopen tijd alle kaarten op werden gezet was op coronaproof kerkdiensten streamen met een zo hoog mogelijke kwaliteit en het zo gauw mogelijk verantwoord toegankelijk maken van het kerkgebouw.

En laat het duidelijk zijn: daar is op zich niets mis mee, maar het zijn allemaal middelen. Gebouwen, ambten, diensten, commissies – ze zijn geen doel op zich. Gastvrijheid en begrip, liefde – dat zijn waarden: vrucht van de Geest. Waar het om gaat is, dat je doelen, middelen en waarden niet door elkaar haalt en op één hoop gooit.

Kerkorde

Mijns inziens is dat ook wat er in onze Kerkorde – en discussies daarover - gebeurt. Daar wordt de ‘vereiste’ orde in de kerk tot doel gemaakt van alles. In een tijd waarin het vooral ging om de verdediging van de reformatorische waarheid, was dat misschien nog voor te stellen. Het ging er in de tijd van het ontstaan van de Dordtse kerkorde, waar die van onze kerken op teruggaat, vooral om hoe de gereformeerde kerken zich onderscheidden van andere ‘kerken’ en hoe het kerkelijke leven ook beschermd kon worden tegen allerlei wind van leer. De kerkorde ademt daarom vooral een apologetische situatie. Zending en evangelisatie hadden in de oorspronkelijke kerkorde geen plaats. Die zijn er later ‘ingefietst’ toen zending en evangelisatie steeds duidelijker op de agenda kwamen.

Ik stootte daarop toen we in de jaren negentig een kerkorde moesten maken voor de Gereformeerde Kerken in Botswana. Ontstaan uit zendingswerk van verschillende gereformeerde kerken in Zuid-Afrika en Nederland lagen er allerlei modellen op het bordje van de jonge kerken. Het was echter al direct duidelijk dat al die modellen een veel te grote broek waren voor de kleine kerken in een bovendien veelmeer missionaire dan apologetische situatie. Uiteindelijk is er een kerkorde ontstaan waarin niet de orde in de kerk centraal stond, maar waarin uitgegaan is van de missie van de Kerk.

Missie van de kerk

Zoals al eerder gezegd: de missie van de kerk staat niet op zichzelf maar komt voort uit Gods missie. Zijn doel is dat ‘in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde’ (Filippenzen 2: 10-11). Voor die missie gebruikt Hij de Kerk: niet alleen de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland, en niet alleen dominees of zendelingen of ambtsdragers; niet alleen deputaatschappen, commissies of werkgroepen, maar de hele Kerk.

De belofte en het visioen van Handelingen 1 vers 7 en 8 gelden niet alleen voor de 12 apostelen, maar voor alle volgelingen van Jezus Christus. Dat wordt duidelijk in Handelingen 2 bij de uitstorting van de Heilige Geest op ‘alle vlees’. Daarbij zijn de ambten er niet in de eerste plaats om ‘orde te handhaven’, maar om ‘de heiligen toe te rusten voor het werk in Zijn (Christus’) dienst’ (Efeziërs 4: 11vv). Pastoraat en onderwijs zijn daar maar een klein onderdeel van. Daarnaast onderscheidt Paulus in zijn belangrijke brief over de kerk nog drie andere, naar buiten gerichte bedieningen: die van de apostelen, profeten en evangelisten.

In het vorige artikel is gesproken over de ‘5 marks of mission’. Het is nu ook belangrijk om aandacht te gaan geven aan die vijfvoudige bediening die Christus aan Zijn Kerk heeft gegeven. Alan Hirsch en Tim Catchim laten in hun boek, The Permanent Revolution (San Francisco, 2021) zien dat de Reformatie in de apologetische situatie van die tijd vooral nadruk gelegd heeft op de bediening van herders en leraars. Dat zie je terug in de orde van de kerk en ook in de theologische opleiding tot ‘herder en leraar’. Als je de veranderde, missionaire context waarin wij vandaag kerk zijn werkelijk serieus wilt nemen, moet je het dus ook echt over een andere boeg gooien, zoals de Here Jezus zei tegen zijn discipelen na een nacht lang vergeefs ploeteren: gooi het net uit aan de andere kant (Johannes 21: 6).

Over een andere boeg

Dat betekent niet persé nieuwe ambten, maar wel een veel grotere nadruk op naar buiten gerichte ambtsdragers en hun toerusting: ouderlingen en voorgangers met een grote missionaire visie (wereldzending en wereldkerk), die de samenleving kennen en Gods licht daarover laten schijnen (werelddiaconaat en samenlevingsvraagstukken) en die contact weten te maken met mensen van deze tijd (evangelisten en pioniers). Of die verhouding in een kerkenraad precies 3 (buiten) en 2 (binnen) moet zijn, weet ik niet, maar 1 (buiten) op 10 of meer (naar binnen) is natuurlijk wel het andere uiterste. Het zal ook gevolgen moeten hebben voor de middelen die er op gezet worden: afgezien van de mensen dus ook de financiën.

Natuurlijk: het gaat er niet om dat wij dat zo moeten of kunnen organiseren. In Handelingen 2 staat het zo simpel: ‘Ze bleven trouw aan het onderricht van de apostelen, vormden met elkaar een gemeenschap, braken het brood en wijdden zich aan het gebed’ (vers 42) en dan even later in vers 47: ‘De Heer breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered wilden worden’. Over Gods missie gesproken!

Misschien moeten we daar dan ook mee gaan beginnen: meer over Gods missie spreken. Zijn liefde voor deze wereld (eigenlijk staat er ‘kosmos’ in Johannes 3: 16) – niet alleen voor mij of voor ons – en dan gemeenteleden helpen hun rol daarin te pakken op de plek waar ze gesteld zijn – in de kerk of in de samenleving – en hen daarvoor toerusten. Uiteindelijk kom je dan toch weer uit bij ‘discipelschap’: leert hen onderhouden al wat ik jullie bevolen heb (Matth. 28: 20). Geen cursus of training, maar levenslang en holistisch ‘leren’.

Concreet?

Hoe ziet dat er dan concreet uit? Er is geen ‘one size fits all’ oplossing. Als ik naar de Bethelkerk kijk, zou je na kunnen denken over hoe je de onlinediensten toegankelijker kunt maken voor mensen uit de buurt (dus niet alleen – de grote diversiteit van – gemeenteleden) en hen persoonlijk daarvoor uitnodigen. Hoe zou de buurt meer profijt kunnen hebben van het mooie, net coronaproof gemaakte gebouw? Hoe zou je de kerk überhaupt meer open kunnen zetten om zomaar even binnen te lopen voor een Koffie2Go met gesprek? Wat zou je kunnen doen met wisselende tentoonstellingen in de kerk, met muziek en zelfs met theater? Niet om ‘geld te maken’, maar om de wijde gemeenschap te dienen en zo mensen met Jezus Christus in contact te brengen.

J. Wessels


Drs. Jan Wessels is missionair Predikant (art. 6) van de Christelijke Gereformeerde Bethelkerk te Veenendaal, Internationaal Directeur van Faith2Share en interim kerkelijk werker in de Nederlands Gereformeerde Kerk te Veenendaal.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 2021

Ambtelijk Contact | 24 Pagina's

De kerk is missionair – is zij ook missionair ingericht?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 2021

Ambtelijk Contact | 24 Pagina's