Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De zekerhe zaligheid van de

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De zekerhe zaligheid van de

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dominee C. Harinck schreef een boek met als titel De zekerheid van de zaligheid. Veel kinderen van de Heere worstelen met de zekerheid van het geloof. “De strijd van ieder waar christen.” Dominee C. Harinck, die pas op zijn achttiende levensjaar in aanraking kwam met de kerk en de Bijbel, vertelt ook hoe hij zelf de troost van de zekerheid heeft geleerd en waarom hij hier vervolgens een boek over schreef.

Wat zegt de Bijbel over de zekerheid van de zaligheid?

“De Bijbel leert ons dat de Heilige Geest de zekerheid aan Gods kinderen schenkt. Denk maar aan Paulus, als hij schrijft: De Geest getuigt met onze geest dat wij kinderen Gods zijn (Rom. 8:16). Het blijft een uniek gebeuren. Als de Heilige Geest Zich verbindt aan het Woord, bijvoorbeeld tijdens de prediking, kan het zijn dat je iets al vaak van de kansel gehoord hebt, maar dat het nu door de Heilige Geest toegepast wordt in je hart. En dan ineens hoor je het ánders. Bijvoorbeeld als Jezus zegt: Komt herwaarts tot Mij (Mat. 11:28). En alle bezwaren vallen weg en je komt. Dat is en blijft een uniek gebeuren. Het is de onmisbare overreding van de Heilige Geest.”

Hoe bent u persoonlijk aan de zekerheid gekomen?

“Ik denk dat ik zoals ieder waar christen de strijd gestreden heb: is het nu wel voor mij? Mag ik me dat wel toe- eigenen? Ik heb een bijzondere weg gehad. Alles was nieuw voor me. Ik kreeg als onkerkelijke jongen verkering met een kerkelijk meisje. Een meisje van ‘de zwartekousenkerk’ zeiden ze bij mij thuis. Zij was zeventien en ik achttien. Na enkele weken zei ze: ‘Cor, het wordt niets tussen ons. Want ik ben van de kerk en jij niet’. Ik vroeg haar: ‘Waarom niet? We kunnen elkaar toch wat nader leren kennen?’ Ze zei: ‘Ik zit zondag in de kerk en jij bent op het voetbalveld. Ik wil er toch een punt achter zetten’. Ik vroeg haar: ‘Weegt die kerk nu zo zwaar voor je, joh?’ We liepen de boomgaard in en ze vertelde me over haar jonge jaren.”

Wat vertelde ze?

“Ze vertelde: ‘Toen ik zes jaar was had ik een broertje van vier jaar, Keesje. Die lag ’s morgens dood in zijn bedje. Toen heb ik als zesjarig meisje zo’n diepe indruk gekregen dat ik een ziel had en naar de eeuwigheid op reis was’.

Zichtbaar ontroerd vervolgt dominee Harinck: “Jannetje was altijd een vrolijk meisje. Dat vertelde haar moeder mij later. Maar toen niet meer. Grootvader had, toen hij van haar vrees hoorde, gezegd: ‘Maar meisje, Jezus is er!’ Toen heeft ze voor het eerst hoop gekregen. Toen ze dat vertelde deed dat zoveel met mij. Sterven, een ziel hebben en een hel en hemel. En de hoop op Jezus de Zaligmaker. Het zette een stempel op me. Het liet me niet meer los.”

Hoe ging dat verder?

“Dat is de aanleiding geweest dat ik naar de kerk gegaan ben. Ik heb vanaf het begin getobd met de vragen rond de zekerheid. Dat zou toch niet voor mij kunnen zijn? Ik was een heiden en dus was het niet voor mij. Ik vond dat er van de kansel ook verschrikkelijke dingen werden gezegd, over verdoemenis en hel. Ik wilde er mee stoppen. Mijn vader raadde mij dat ook aan. Hij zag me tobben en zei: ‘Ze maken je daar gek’. Maar ik kón er niet mee stoppen. Op mijn twintigste ben ik voor een jaar naar Canada gegaan. In die tijd heeft de Heere mij veel geleerd. Ik kreeg moed onder de prediking en vooral uit het lezen van de Bijbel. Weet je wat mij veel goeds gedaan heeft? Mijn meisje Jannie zei: ‘Je moet Matthéüs gaan lezen’. Ik heb een driedelige Evangeliebeschrijving gekocht. Matthéüs, Markus en Lukas naast elkaar. Toen gingen mijn ogen open voor de heerlijkheid van de persoon van Jezus. Wat Hij kon zeggen! Die in Mij gelooft heeft het eeuwige leven (Joh. 6:47). Ik ben de Opstanding en het Leven (Joh. 11:25). Ik en de Vader zijn één (Joh. 10:30). De Heere heeft mij vooral getroost en onderwezen door de prediking van dominee A.F. Honkoop.

En toch was ik nog steeds ongedoopt. Eens las ik in Jesaja 56. Daar sprak de Heere tot mij: Ik zal hen ook in Mijn huis en binnen Mijn muren een plaats en een naam geven, beter dan der zonen en dan der dochteren. Die woorden zijn diep in mijn hart gezonken. De Heere heeft deze woorden bevestigd toen ik later een attest kreeg. Ik heb een weg gehad met veel strijd over de predestinatie. Maar ook een weg van rijke kennis van Christus.”

Had u toen meteen de zekerheid?

“Ondanks dat ik vertroost ben geweest, heerlijkheid in Christus heb gezien en in het Hooglied Jezus zo ontmoette, tobde ik toch met de zekerheid. Het was alsof het ‘niet af was’. De duivel kwam er op af. Ik had veel strijd. En toen is er iets gebeurd.

Ik zou gedoopt worden op eerste paasdag. De avond daarvoor wilde ik nog uit de Bijbel lezen. Ik lag in bed omdat het koud was in mijn kamer. Ik viel echter in slaap. Ik werd wakker en kreeg een klap naar binnen. Zo kon ik toch niet gedoopt worden? Ik heb toen nog geprobeerd om te lezen. Ik las uiteindelijk Jesaja 43. Mij hebt gij geen kalmus voor geld gekocht, en met het vette uwer slachtoffers hebt gij Mij niet gedrenkt; maar gij hebt Mij arbeid gemaakt, met uw zonden, gij hebt Mij vermoeid met uw ongerechtigheden. Ik, Ik ben het, Die uw overtredingen uitdelg, om Mijnentwil, en Ik gedenk uwer zonden niet. Maakt Mij indachtig, laat ons te zamen richten, vertelt gij uw redenen, opdat gij moogt gerechtvaardigd worden. Een hoofdstuk vol beschuldigingen, die ik moest en mocht aanvaarden met een diep buigen voor God.

Aan het einde van het hoofdstuk staat er: Ik, Ik ben het Die uw overtredingen uitdelg om Mijnentwil en Ik gedenk uw zonden niet meer. Dat deed zoveel kracht op mijn hart, dat ik mocht delen in die wonderlijke vergiffenis. Wat een zekerheid en verwondering!

Tegelijk moest ik mezelf veroordelen en verfoeien. Het deed ook zo’n pijn. De Heere vermoeien met je zonden. Ik had geslapen. Terwijl ik gedoopt moest worden. En ik zou er nooit meer wat van terecht brengen.

Onderweg en in de kerk was steeds de tekst in mijn hart: Zie daar water, wat verhinderd mij gedoopt te worden? Dat ontsloot zo’n ruimte voor me en zo ben ik toen gedoopt. Ik zat op de knielbank. En dominee Honkoop liet mij toezingen: ‘De Filistijn, de Tyriër, de Moren’. Toen ben ik weggezonken in de eeuwige liefde van God. Dominee Honkoop pakte me bij m’n schouder en zei: ‘Cor, je moet opstaan’. Ik was liever nooit meer opgestaan.”

Wat komt u tegen bij jongeren over de zekerheid?

“Jongeren hebben elke dag een strijd te strijden. Zij staan middenin een wereld vol verleidingen. Jonge mensen hebben gelukkig dikwijls indrukken. Ik merk uit briefjes die ik krijg, dat God in jonge harten werkt. Helaas worden zij maar weinig begrepen. Bijvoorbeeld: Je ervaart in de kerk onder de prediking hoe groot de liefde Gods is om Zijn Zoon in de wereld te zenden. Het verbreekt je hart en maakt de zonde tot smart. Het leven van zo’n jong iemand verandert erdoor. En zo’n jongen of het meisje spreekt erover. Maar dan komen er opmerkingen en vragen.

Veel uitspraken brengen jonge harten in verwarring. We hebben daardoor dikwijls een verkeerd begrip over zekerheid. Soms verwarren we de zekerheid met een goed gevoel. Maar, denk je dat Jona zich zo fijn in die vis gevoeld heeft? En toch zegt hij: ‘Ik zal…’ Met andere woorden: Zekerheid is dieper weten dan de omstandigheden dat God met je is.”

Wat moeten jongeren weten over het geloof en de zekerheid van het geloof?

“De betrouwbarheid van God. Waar kun je nu zeker van zijn? Van God en van Zijn beloften. Daar moet je je zekerheid in zoeken. Ik zou zo wensen dat jongeren het echt eens geloofden wat Jezus zegt! Die tot Mij komt zal Ik geenszins uitwerpen (Joh. 6:37). De beloften geven zekerheid. Lees je Bijbel, zoals ik toen ik jong was veel heb gedaan. Dan ben je bij de bron. Het heeft me zoveel zegen en licht gebracht. Neem de genademiddelen waar. De puriteinen zeggen: ‘Wij kunnen de wind niet laten waaien, maar wel de zeilen hijsen!’ Wees ook beducht voor een opgedrongen geloof. Je krijgt geen zekerheid door met je verstand of met emotie Jezus aan te nemen. Zekerheid rust ook niet op bijzondere ervaringen. De bijzondere ervaring is dan de grond van de zekerheid en niet Gods beloften. Gods Woord is onze zekerheid en het volbrachte werk van Christus.”

Wat zou u jongeren willen meegeven?

“Jonge mensen, lees toch je Bijbel. Lees eens heel Matthéüs door van begin tot eind. En luister goed naar wat Jezus zegt. Dat wil de Heere gebruiken. Hij leeft en Hij werkt door Zijn Woord, ook onder jonge mensen.”


Wat heeft u doen besluiten om dit boek te schrijven?

“Er is bij kerkmensen veel onzekerheid over vragen als: 'Wat is zekerheid? Is het ook voor mij?' Daar zoek je dan als predikant antwoord op. Eigenlijk zoek ik al jaren naar antwoorden en daar probeer je dan ook leiding in te geven. Vanwege de vele vragen die ik gekregen heb over dit thema, besloot ik om een pastoraal boek te schrijven over de zekerheid van de zaligheid. Ik heb eerst geprobeerd om antwoorden te vinden in de Bijbel en belijdenisgeschriften. Daarna heb ik gezocht naar antwoorden bij puriteinen, kerkvaders en oudvaders. Na het sterven van mijn vrouw was het eenzaam en heb ik het omvangrijke werk van dr. J. Owen (1616-1684) over de Heilige Geest doorgenomen en heb ik aantekeningen gemaakt. Ik heb er veel steun door gehad en ben vervolgens gaan schrijven.”


Verder praten

Op JV, thuis of met je vrienden:

ʾ Herken jij ook de vragen bij jezelf: Hoe kan ik zalig worden (Hand. 16:30)? Hoe kan ik zeker zijn of worden van de zaligheid?

ʾ Waar ligt alleen zekerheid in, waar steunt de zekerheid van de zaligheid op en wat is de sleutel tot de zekerheid van de zaligheid? (Lees ook Romeinen 5, Romeinen 8 en zondag 7 van de Heidelbergse Catechismus).

ʾ Wat wordt bedoeld met de uitspraak: ‘Wij kunnen de wind niet laten waaien maar wel de zeilen hijsen’? Hijs jij ook de zeilen? Hoe kun je dat het beste doen?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 2020

Daniel | 32 Pagina's

De zekerhe zaligheid van de

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 2020

Daniel | 32 Pagina's