Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Met wijd open ogen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Met wijd open ogen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een Van Gogh boven de bank, de kinderen vanaf peuterleeftijd meegesleept naar zaterdagmiddagconcerten, de Museumjaarkaart in de portemonnee en zoon Robbert op orgelles: met de culturele opvoeding zit het in ons gezin wel snor. Toch biedt Ineke de Jong met Een mier op je bord een weidse blik op wat er nog meer mogelijk is, juist ook voor mijn werk als juf in Katwijk.

nze zomervakantie luid ik in met het lezen van Een mier op je bord. Kunsthistorica De Jong heeft het geschreven om leerkrachten en ouders aan te moedigen hun creatieve talenten te gebruiken. Dit boek is andere kost dan een lesmethode beeldende vorming of muziek. Het is een boek voor vaders en moeders, meesters en juffen die kinderen willen leren wat mooi is. Het is een boek om meteen mee aan de slag te gaan: bakkend, knutselend of zingend met de kinderen.

Waterput

Omdat we de vakantie doorbrengen in Kampen bezoeken we met ons viertal naast de oude stad zelf ook het voormalig eiland Urk. Het regent pijpenstelen. Wat ligt er meer voor de hand dan een museumbezoek? Als we het volgens De Jongs boekje zouden doen, hadden we vast even op de website van Het Oude Raadhuis gekeken of er bijvoorbeeld iets leuks te doen is voor de kinderen.

Ze beschrijft in haar boek hoe een museum bij allerlei verschillende interesses kan aansluiten. Thomas van 9 vindt geschiedenis en oude kaarten leuk, dus het verhaal over de inpoldering spreekt hem wel aan. Maria van 4 houdt ervan om moedertje te spelen. Bij het vissershuisje mag ze van de gids water putten. Het is even aanpoten, maar het lukt haar tot haar voldoening om de gevulde emmer weer boven te krijgen.

Haantje

In het Urker museum mag werk van Jan de Knipper (Jan Visser, 1855-1938) niet missen. 'Dit is echt knap gedaan’, zegt Robbert (7) als hij wijst naar "De hervormde kark op Urk". De kleine raampjes, het scheepje in de kerk, de bloemen op het kerkhof: alles is met de schaar door de oude Jan uit het papier geknipt. De kerk was een geliefd onderwerp voor hem, net als vissersboten. Een informatiebord vermeldt dat Jan het haantje van de kerk vaak door zijn kleinkinderen liet knippen. Dat is een makkelijk bruggetje ...

Onderweg terug naar Kampen zeg ik langs m’n neus weg: 'Jan de Knipper liet zijn kleinkinderen ook stukjes van zijn werk maken. Het zou me echt leuk lijken om dat ook te proberen, iets moois te knippen.’ Thomas reageert: 'Maar dat hebben we toch al heel vaak gedaan, als we vouwblaadjes dubbelvouwen?’ Robbert: 'Ja, maar dat is dan altijd symmetrisch. Dit is veel moeilijker, hoor.’

We hebben wat foto’s genomen. Thomas ontdekt tot zijn opluchting dat Jan de Knipper niet alles uit één stuk knipte, maar ook wel dingen aan elkaar plakte op de witte ondergrond.

Matig bootje

Thuis gaan we gauw aan de slag. Robbert kiest liever voor het maken van een bouwplaat die hij cadeau kreeg in het museum. Thomas en ik gaan het knipwerk proberen. Gelukkig ligt er op ons vakantieadres een klein schaartje, want we ontdekken al vlug dat een kinderschaar niet voldoet. In het boek staan allerlei adresjes om goede materialen op de kop te tikken, dus als het knippen aanslaat, weet ik waar ik terecht kan.

Ik probeer een kotter te tekenen. We ontdekken dat we bij het maken van zo’n silhouet heel goed moeten nadenken over hoe de verschillende onderdelen van de tekening met elkaar zijn verbonden. Het voorwerk is al een kunst op zich. Ik denk aan een mooie zinsnede uit het boek: 'Als je wat vaker mee gaat doen met knutselen, ga je vanzelf anders kijken naar beelden en schilderijen; gewoon omdat je nu beter ziet wat een kunstenaar doet.’

Mijn bootje vind ik maar matig lukken. Die mening houd ik maar even voor me, want ik wil onze kinderen niet opzadelen met mijn frustraties. Je hoeft niet meteen een "Jan de Knipper" af te leveren, zeg ik zachtjes tegen mezelf. 'Veel mensen denken dat ze niet creatief zijn doordat ze naar hun gevoel niet goed zijn in "realistisch" tekenen’, schrijft De Jong. 'Maar er zijn verschillende vormen van creativiteit. Misschien ligt je kracht meer bij kleurgebruik. (...) Kinderen hebben niet de kritische blik die wij als volwassenen soms hebben.’ O ja, gelukkig.

Voor kinderen en volwassenen die helemaal niet aan hun werk durven te beginnen, tipt de schrijfster op haar website om bijvoorbeeld cupcakes te versieren of een stoepkrijttekening te maken. Ongemerkt ben je dan toch aan het spelen met kleuren en vormen.

Ontvankelijke houding

Een mier op je bord heeft door de vele praktische tips, verwij zingen naar websites, originele kunstenaars en handige adresjes voor knutsel- en tekenspullen een hoog handen-uit-de-mouwenkarakter. Toch is het boek veel meer dan dat. De Jong laat in het eerste deel zien dat de rol van de volwassene die het kind begeleidt, cruciaal is. Ze biedt vanuit de Bijbel onderbouwing en verdieping aan om "scheppend" bezig te zijn met beelden, muziek en taal. En ze stimuleert een ontvankelijke houding, waarbij je niet meteen je mening klaar hebt over een muziekstuk, gedicht of schilderij.

Ik neem onze knipkunstwerken nog eens in ogenschouw. Terwijl ik m’n UK7 aan het knippen was, heeft Thomas uit verschillende onderdelen een vissershuisje gemaakt. We hebben gezellig samengewerkt en elkaar aangemoedigd. Onze bewondering voor het werk van Jan de Knipper is tijdens het fröbelen nog meer gestegen.

Een mier op je bord leert om op meer niveaus naar onze eigen kunst en die van een ander te kijken. Deze knutselexercitie smaakt naar meer!


TIPS VAN INEKE VOOR LEERKRACHTEN:

► Voorbeelden in knutselboeken zijn vaak gemaakt door volwassenen. Daarmee schep je irreële verwachtingen. Laat een kind een voorbeeld maken of gebruik geen voorbeeld.

► Kritiseer je eigen werk niet; daarmee ontneem je kinderen het vertrouwen om vrij te werken.

► Als je met kinderen reflecteert op hun werk, kies dan drie of vier totaal verschillende tekeningen. Je kunt kinderen complimenteren voor hun inzet of hun kleurgebruik.

► Op reformatorische scholen mag meer aandacht zijn voor beeldende vorming. De methode Laat maar zien biedt heel uiteenlopende lessen. Met een methode werk je gevarieerder dan wanneer je op eigen houtje aan de slag gaat.

► Differentieer in je lessen door kinderen die het lastig vinden om vrij te werken gerichtere opdrachten te geven.

^ Geniet ervan om mooie dingen met elkaar te delen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 2019

De Reformatorische School | 48 Pagina's

Met wijd open ogen

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 2019

De Reformatorische School | 48 Pagina's