Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

INSPIRATIE VOOR IDENTIFICATIEFIGUREN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INSPIRATIE VOOR IDENTIFICATIEFIGUREN

SONNETTEN VAN IDA GERHARDT

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ida Gerhardt (1905-1997), dichteres en docente klassieke talen, schreef Sonnetten van een leraar. De veertien sonnetten zijn inspirerend voor iedereen die te maken heeft met het onderwijs. Gerhardt beschrijft de herkenbare wereld van de school en weet met haar rake omschrijvingen lezers aan te zetten tot reflectie. Voor haar oeuvre ontving ze de hoogste literaire prijs, de P.C. Hooft-prijs.

1 Biecht

2 Ruzies met mijn collega’s hebben niets om ‘t lijf. Ik mag hen graag; vooral de krommen en de scheven. - ik sta ook trouwens zelf van de gebreken stijf - Alleen, die éne Streber kan ik niet vergeven.

3 Mijn rector gunt me veel; en zèlfs wel dat ik ‘schrijf’. De school gaf ik de beste jaren van mijn leven. Soms zeg ik dat ik ga, toch weet ik dat ik blijf. Alleen, die éne Streber kan ik niet vergeven.

Hij is correct; hij heeft mìj waarlijk niets misdreven. Maar gruwelijk strooit distels tussen ‘t kiemend zaad hij, die maar één beginsel heeft: zijn eigen voordeel.

4 5 ‘t Is om dit minne onkruid, dat ik hem zo haat. Ik werd de laatste tijd toch zachter in mijn oordeel... Vergeef het mij, ik kan... ik kán hem niet vergeven!

1 De docent als identificatiefiguur is iemand die bereid is tot reflectie op zijn doen en laten. Dit type vragen zal hij stellen: Wat doe ik en waarom doe ik het? Wat zijn mijn doelen en hoe denk ik die te halen?

2 Aan iedereen mankeert wel iets: niemand is volmaakt. Maar Gerhardt is bereid ook zelf in de spiegel te kijken, dat blijkt wel uit de derde regel.

3 De lezer-docent ontmoet in dit gedicht zo’n eerlijk mens, dat hij als eerste kan vaststellen dat leerlingen eerlijkheid in een docent weten te waarderen.

4 De dichteres biecht op dat ze haat. Niet zoals het zo vaak gebeurt: in het vage, abstracte, algemene, maar heel concreet: die docent haat ik. Ze haat de persoon die zijn eigen voordeel nastreeft, terwijl hij de kinderen moet

dienen. Dat kan ze uiteindelijk niet verkroppen en niet vergeven. Voor docenten moeten kinderen op de eerste plaats komen. Docent-zijn is dienen.

5 Een bijzondere laatste regel: in een paradox vraagt ze om vergeving vanwege het feit dat ze niet vergeven kan, terwijl ze voelt dat vergeving noodzakelijk is.


1 Ida gebruikt haar zintuigen om aan te geven dat het hartje winter is: ze ruikt, ziet en hoort.

2 Geen helder licht, maar gedempt licht.

3 Ida Gerhardt vraagt om vergeving. De beste docenten hebben soms het gevoel te willen deserteren; Ida wilde het bijvoorbeeld vanwege haar falen. Bij haar streden haar schrijftaak (de poëzie) en haar onderwijstaak (onder andere voor de broodwinning) om voorrang. Uiteindelijk zwichtte ze en aanvaardde ze haar ‘prachtige, hondse baan’.

4 Ida nam haar taak als docent op zich omdat die haar was opgelegd door God Zelf. Zoals Abraham wandelde voor Gods aangezicht en oprecht moest zijn, zo zag ze zich tijdens een tussenuur staan in de geur van oude jassen en in getemperd licht.

5 Zijn docenten nu anders? Reflecteren ze ook op hun onderwijstaak en willen ze eerlijk zijn? Willen ze het kind centraal zetten en doen ze het werk in het besef dat ze het doen voor Gods aangezicht?

Tussenuur

1 Midwinterdag. - De geur van oude jassen,

2 de gang met kalken licht om in te dwalen; een schateren - grindstorting - uit een klasse; en dan hoort men de school weer ademhalen.

3 Dit is mijn land. Ik zal niet meer verkassen: Dr. I.G.M. Gerhardt, oude talen. Vergeef mij, God, mijn duizendvoudig falen. Ik kon dit nimmer in mijn schema passen.

En rebelleerde. - Maar ik ben gezwicht: Te sterk zag mij mijn werk in het gezicht. Het is mijn prachtige, mijn hondse baan.

4 Waar staat van `wandelen voor Uw aangezicht’? Een tussenuur. In deze geur, dit licht.

5 Het is mijn arbeid, en Gij ziet mij aan.


De toelichting op de sonnetten is gegeven door Leo Kosten. Hij studeerde Nederlands in Den Haag en Antwerpen. Kosten is docent Nederlands aan het Calvijn College in Goes. Hij is de auteur van het boekje Sonnetten van een leraar, waarin hij toelichting geeft op de gedichten en leerlingen laat nadenken over de waarde van Gerhardts poëzie en haar betekenis voor het onderwijs.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 2019

De Reformatorische School | 48 Pagina's

INSPIRATIE VOOR IDENTIFICATIEFIGUREN

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 2019

De Reformatorische School | 48 Pagina's