Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

geweldige vader

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

geweldige vader

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

W. LOSBAND

becommentarieert elk nummer het thema vanuit een persoonlijk perspectief

Voordat mijn broer en ik naar het voorgezet onderwijs zouden gaan, verliepen de zondagen heel rustig. Op zaterdag werd alles om het huis opgeruimd: het grint werd geharkt, het onkruid werd verwijderd, de stoep werd geveegd, de aardappels voor de volgende dag werden geschild en in de winter werden kolen en aanmaakhoutjes bij de kachel gelegd.

Om vijf uur moesten we ons gaan wassen en onze zondagse kleren aantrekken. Op oude foto’s staan we naast elkaar met een keurige scheiding in onze brillantineharen, een overhemd met stropdas, een colbertje en een terlenkabroek met een scherpe vouw. Ik kijk ernstig, maar de ogen van mijn broer glunderen. Zulke ogen had mijn opa ook, als hij in plaats van een kwartje vanuit zijn gesloten hand de resten van een pruim in jouw hand platdrukte.

De zondag verliep voorspelbaar. Lopend naar de kerk, koffie of limonade drinken, warm eten en daarna weer naar de kerk. Na het avondeten zat mijn vader in zijn rookstoel te lezen en al snel te slapen. Mijn moeder las de Margriet. Soms legde mijn vader De Saambinder op haar schoot, die zij met haar vrije hand weg schoof.

Wij zaten aan tafel te lezen. Mijn broer in Old Chatterhand en ik in Biggles. Soms kwam mijn broer iets leuks of iets spannends tegen. Dat las hij dan hardop voor. Soms vertelde hij een mopje. Dat herinner ik me

na zestig jaar niet meer, maar wel de reactie van mijn vader. Als voorbeeld een recenter grapje. Er komt een vrouw bij de dokter met hoofdpijnklachten. De dokter onderzoekt haar ogen, klopt op haar achterhoofd en knijpt in haar nek. Dan pakt hij zijn otoscoop en kijkt in haar oren. ‘Ik zie het al’, zegt hij, ‘u heeft een zetpil in uw oor!’ De vrouw kijkt opgelucht en zegt: ‘Dan weet ik nu waar ik mijn gehoorapparaatje heb gelaten!’

Mijn moeder en ik lagen dubbel van het lachen, maar mijn vader niet. Hij had geen gevoel voor humor. Hij analyseerde het grapje en eindigde met: ‘O, zit het zo.’ En daarna vertelde hij ons waar het gehoorapparaatje was gebleven.

Hij miste niet alleen gevoel voor humor, maar ook het gevoel voor toonhoogte. In de kerk hadden de mensen in zijn directe omgeving daar best last van. Valser dan hij kon daar niemand zingen.

Maar wij hadden er geen last van. Eén zondagavond wilde hij wel een spelletje met ons meedoen. Wij zouden op onze blokfluit een psalmmelodie spelen en hij moest zeggen welke psalm het was. Wij speelden heel eerbiedig op hele noten: ‘Op een grote paddenstoel, rood met witte stippen.’ Hij veerde op uit zijn rookstoel, maakte zijn sigaret uit en zei: ‘Psalm 42.’ Waarom wij lachten, ontging hem helemaal.

En toch was het een geweldige vader.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 2020

De Reformatorische School | 48 Pagina's

geweldige vader

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 2020

De Reformatorische School | 48 Pagina's