Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lange stiltes

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lange stiltes

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

W. LOSBAND becommentarieert elk nummer het thema vanuit een persoonlijk perspectief

De kerstvakantie was de spannendste tijd van het jaar. In mijn herinnering sneeuwde het vaak en konden we sneeuwballengevechten houden. Dat woord is trouwens langer dan de gevechten duurden. Als je gebreide wanten nat waren geworden en je vingers van rood via blauw wit kleurden, was het gevecht afgelopen.

Maar nog spannender was de komst van de broer of een van de zussen van mijn moeder. De broer was vrachtwagenchauffeur en getrouwd met een rooms-katholiek meisje. Gemakshalve was hij zelf ook rooms-katholiek geworden. Ze hadden hun kinderen geïnstrueerd niet te vloeken, want daar hielden hun oom en tante niet van. Ook moesten ze hun handen vouwen en ogen sluiten als mijn vader bad. Het had allemaal heel wat voeten in de aarde.

Heel anders was het als de andere ooms en tantes kwamen. De ene oom werkte bij de marechaussee. Op zijn trouwfoto staat hij trots – zijn haren strak achterovergekamd, met alle toeters en bellen op zijn uniform – naast zijn bruid. De andere oom was meubelverkoper. Op zijn trouwfoto staat hij lang, een beetje slungelig met te korte broekspijpen naast zijn ex-verloofde, met woeste krullen in haar haar en ondeugende ogen. De eersten kregen twee dochters en de laatsten één, die automatisch mijn nichtjes werden. Ze kwamen uit een andere wereld. Ze spraken wat toen nog ABN heette, droegen moderne kleren en aten met mes en vork.

De Kerst werd zonder franje gevierd. Geen kerststukje op de tafel, geen kaarsen aan, geen krullen op de boter en zelfs het

Boerenbontservies werd niet gebruikt, omdat mijn vader de rode bloemen en de groene en blauwe blaadjes dacht te proeven. Voor het eten bad mijn vader het Onze Vader. Na de maaltijd las hij het hoofdstuk uit de Bijbel dat aan de beurt was. Meestal was dat uit Openbaring; de kerstverhalen waren in oktober al gelezen. Daarna vroeg hij aan mijn ooms de maaltijd te besluiten. Die hadden daar geen moeite mee. De snelheid, de intonatie en het woordgebruik waren heel anders dan ik op zondag in de kerk hoorde.

Mijn moeder was daarvan onder de indruk en vroeg mijn vader voortaan ook een vrij gebed uit te spreken. Aanvankelijk was dat een lijdensweg. Zoekend naar woorden vielen er lange stiltes. Maar gaandeweg ging het beter. Toch werd het ten slotte weer een formuliergebed. Ik heb het zo veel keren gehoord dat ik grote stukken eruit kan herhalen. Eén zin sprong eruit: ‘Gij, Die de aarde hebt tot een voetbank Uwer heilige voeten, waarop Gij ons nog draagt en verdraagt tot op dit ogenblik.’

Ik heb een gedegen opvoeding gehad en ik denk dat ik me soms net zo voel als mijn vader, maar zijn taal kan ik niet meer gebruiken.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 2020

De Reformatorische School | 48 Pagina's

Lange stiltes

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 2020

De Reformatorische School | 48 Pagina's